De 8 miljardste mens is geboren (en het houdt niet op)

© Getty
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Wat is de beste maatregel om de klimaatopwarming te beperken? Minder kinderen krijgen, zeker in het rijke Westen.

Toen de mensheid zo’n 10.000 jaar geleden de overgang maakte van zwervende jager-verzamelaar naar territoriale landbouwer, waren we met zo’n 6 miljoen. Dat is min of meer de bevolking van Vlaanderen, maar dan uitgesmeerd over de hele planeet. Toen we 200 jaar geleden aan de industriële revolutie begonnen, waren we al met bijna 1 miljard. De doeltreffende strijd tegen infectieziekten, die tot een daling van de kindersterfte leidde, was een van de drijvende krachten achter de toename.

Daarna ging het steeds sneller. Er kwamen almaar meer mensen bij, die meer kinderen kregen die langer in leven bleven. In 1930 rondden we de kaap van 2 miljard, in de loop van de jaren 1970 die van 4 miljard. Volgens de Verenigde Naties (VN) zullen we op 15 november 2022 officieel met 8 miljard mensen zijn.

Hoewel er almaar minder kinderen per vrouw geboren worden, zal de wereldbevolking nog een tijdje blijven stijgen.

Over hoe het verder zal gaan, lopen de cijfers uit elkaar. Het is aartsmoeilijk om de evolutie van menselijk gedrag op langere termijn te voorspellen. Zal er aan onze levensduur geknaagd worden? In rijke landen als de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk neemt de gemiddelde levensverwachting na een eeuwenlange stijging weer af, vooral door ongezonde leefgewoonten.

Zal het gemiddelde aantal kinderen dat per vrouw geboren wordt, blijven dalen? In 1970 kreeg een vrouw gemiddeld 5 kinderen, vandaag 2,3 – Afrika en Azië inbegrepen. Je hebt 2,1 kinderen per moeder nodig om de bevolking min of meer op peil te houden. In steeds grotere delen van de wereld wordt dat cijfer niet meer gehaald en neemt de bevolking af. Dat is het geval in erg van elkaar verschillende landen als Japan, Rusland en Italië.

10,4 miljard mensen

Onzekerheid troef dus. Het rapport waarin de VN de 8 miljardste mens aankondigden (World Population Prospects 2022), geeft aan dat we in 2050 met 9,7 miljard zullen zijn en tegen het einde van de eeuw met 10,4 miljard. Andere onderzoekers komen uit op lagere cijfers, zo rapporteerde Nature. De wereldbevolking zou in hun simulaties vroeger pieken op een lager niveau. Eén groep stelt dat we in 2070 zullen pieken op 9,4 miljard mensen en tegen het einde van de eeuw zullen zakken naar 9 miljard. Een andere groep voorspelt een piek van 9,7 miljard in 2064 en een afname naar 8,8 miljard tegen 2100. Van 23 landen zal de bevolking tegen dan gehalveerd zijn.

Hoewel er almaar minder kinderen per vrouw geboren worden, zal de wereldbevolking dus nog een tijdje blijven stijgen. Er komen nog altijd meer jonge vrouwen bij, van wie de meeste minstens één kind willen. Het aantal kinderen per vrouw neemt dus wel snel af, maar door de stijging van de wereldbevolking zal zich dat pas over een halve eeuw vertalen in een afname van de wereldbevolking. De jaarlijkse procentuele aangroei van de wereldbevolking daalt al wel. Volgens de VN is ze sinds 2020 lager dan 1 procent – het laagste cijfer sinds de piek van 2 procent eind jaren 1960.

Voor de opvallende afname van het gemiddelde aantal kinderen dat de laatste decennia per vrouw geboren wordt, is er één belangrijke verklaring: minder armoede. De strijd tegen armoede is doorgaans gekoppeld aan beter onderwijs, inbegrepen seksuele voorlichting, ook en vooral voor meisjes. Per vijf jaar dat een meisje naar school is geweest, zegt de boutade, krijgt ze later één kind minder. De daling van het aantal kinderen per vrouw is een natuurlijk gevolg van economische ontwikkeling.

Er is berekend dat er ‘slechts’ 2 tot 3 miljard mensen mogen zijn als we onze impact op de planeet onder controle willen houden.

Het impliceert dat er wereldwijd grote verschillen in demografische evoluties zijn. De VN stellen dat twee derde van de wereldbevolking leeft in regio’s waarin vrouwen gemiddeld minder dan twee kinderen krijgen. Maar ook dat de helft van de voorspelde groei van de wereldbevolking tegen 2050 zich zal voordoen in acht landen: vijf in Afrika (waaronder Congo, Egypte en Nigeria) en drie in Azië (India, Pakistan en de Filipijnen). India zou volgend jaar China inhalen als land met de meeste inwoners, onder meer omdat Chinese vrouwen tegenwoordig weinig kinderen willen.

Gemiddeld 77,2 jaar

In ontwikkelingslanden met een sterk groeiende bevolking kan de situatie onbeheersbaar worden. Het streven naar economische welvaart gaat er zo traag dat er nog lange tijd weinig effecten op het geboortecijfer te verwachten zijn. Hoopgevend is volgens de VN wel dat steeds meer jonge mensen er een baan lijken te vinden, waardoor er op middellange termijn toch minder aangroei zal komen.

Elders worstelen ze met de effecten van vergrijzing. Tegen 2050 zal 16 procent van de wereldbevolking ouder dan 65 zijn – nu is dat ongeveer 10 procent. De gemiddelde levensverwachting zal stijgen tot 77,2 jaar – nu is dat 72,8. Halverwege de eeuw zullen er twee keer meer 65-plussers op de wereld zijn dan kinderen jonger dan vijf, hoewel er momenteel elk jaar nog altijd twee keer meer mensen geboren worden dan er sterven. Maar die trend zal keren.

De gevolgen beginnen her en der zichtbaar te worden. In Zuid-Korea sluit de ene lagere school na de andere omdat er niet genoeg kinderen zijn. Japan staat qua vergrijzing eenzaam aan de wereldtop, vooral omdat het land zich altijd manifest tegen migratie heeft verzet. Tegen het midden van de eeuw dreigt een kwart van de bevolking er met een of andere vorm van dementie te kampen te krijgen. De groeiende zorgbehoeften worden er opgevangen door robots – ze hebben er blijkbaar liever een robot aan hun ziekbed dan verplegend personeel met een migratieachtergrond. Af en toe lees je dat de Japanse bevolking op termijn zal uitsterven als er niet snel iets verandert.

Overal in de wereld zijn er mensen die roepen dat er dringend maatregelen moeten komen om de wereldbevolking terug te dringen. Er is berekend dat er ‘slechts’ 2 tot 3 miljard mensen mogen zijn als we onze impact op de planeet onder controle willen houden. De invloed van een pandemie als covid-19 op de wereldbevolking is verwaarloosbaar. Maar op de vraag hoe je de bevolking actief zou kunnen verminderen, komt er zelden een bruikbaar antwoord. China voerde tussen 1979 en 2013 een eenkindbeleid, maar dat leidde tot onverwachte en ongewenste neveneffecten, zoals het massaal liquideren van pasgeboren meisjes in de hoop dat de volgende baby een jongen zou zijn. Daardoor is er een generatie met een overschot aan jongens ontstaan – een recept voor maatschappelijke onrust.

In het beste geval zou je het aantal kinderen per koppel kunnen beïnvloeden met een taxshift, bijvoorbeeld door in te grijpen in de kinderbijslag: je krijgt nog kindergeld voor je eerste kind, niets meer voor het tweede en vanaf het derde moet je een kinderbelasting betalen. Veel wetenschappers gaan er evenwel van uit dat een beslissing over het aantal kinderen dat je wilt zo fundamenteel en persoonlijk is, dat het een schending van de mensenrechten zou zijn om een beperking op te leggen.

Recht op abortus

Her en der schieten politici in een kramp door het schrikbeeld van een dalende bevolking, want dat zou hun machtsbasis aantasten. In landen als Hongarije, Turkije en zelfs de VS wordt getornd aan recent verworven vrouwenrechten, in een poging de vrouw opnieuw aan de haard en vooral in het kraambed te krijgen. De wijdverspreide strijd tegen het recht op abortus past in dat reactionaire kader. Autoritaire mannen willen dat onmondige vrouwen zo veel mogelijk kinderen op de wereld brengen. Door de aandacht te vestigen op een naderende afname van de wereldbevolking, kunnen processen in gang worden gezet die de afname counteren.

In haar dit jaar verschenen boek 8 Billion and Counting oppert de Amerikaanse demografe Jennifer Sciubba dat de 21e eeuw vooral een eeuw van ongelijke verdeling van de groei zal zijn. Het ongelijkheidselement duikt steeds vaker op, ook in sociologische en economische analyses. In 2050 zullen landen als Congo en Ethiopië in de top 10 van meest bevolkte landen ter wereld staan, naast ‘klassiekers’ als India en Brazilië. Ze zullen er nog lang te maken krijgen met negatieve gevolgen van overbevolking, zoals ziektes, conflicten, milieuvervuiling en corruptie.

Sciubba heeft veel aandacht voor de wereldwijde migratie. Tussen 2000 en 2020 is het aantal mensen op de vlucht voor onleefbare leefomstandigheden verdubbeld van 17 naar 34 miljoen. Dat cijfer zal nog stijgen. Als de Nijl in Egypte over afzienbare tijd volledig droogvalt door de klimaatopwarming, zullen 110 miljoen Egyptenaren een nieuwe woonplek moeten zoeken. De kans dat ze daarbij naar het zuiden zullen trekken, verder het geteisterde Afrika in, is nihil. Ze zullen onze richting uitkomen.

Zonder immigratie, stelt Sciubba, zal Europa met een bevolkingsafname te maken krijgen, van naar schatting 521 miljoen mensen nu tot 482 miljoen in 2050. Ook de vergrijzing zal ons parten spelen. Desondanks behoort Europa tot de regio’s die hun uiterste best doen om migranten buiten te houden. Het is een politiek die misschien aan herziening toe is, zeker als je de demografie van de toekomst in gedachten houdt. Want dat er in Afrika en Azië mensen bij komen, is een proces dat op korte termijn niet te stoppen valt. Dat veel van die – vooral jongere – mensen zullen migreren, is een bijna-zekerheid. Ze zullen elders de balans tussen leeftijdsgroepen wel wat in evenwicht kunnen brengen, wat gunstig kan zijn voor economische sectoren als de zorgverlening en de bouw, die nu worstelen met een tekort aan werknemers.

160 Congolezen

Het totale aantal mensen op de aarde is één ding. De impact die ze op het milieu hebben, is heel iets anders. De mens is uiteraard rechtstreeks verantwoordelijk voor de klimaatopwarming, de teloorgang van de biodiversiteit en de chronische vervuiling van zijn leefomgeving. Die beginnen aan het comfort te knagen, ook bij ons.

Een recent rapport van de Amerikaanse denktank Center for Global Development toonde overtuigend aan dat het effect van een mens op zijn leefomgeving ook heel ongelijk verdeeld is over de wereld. De consumptie van een Amerikaan veroorzaakt in één dag een CO2-uitstoot die vergelijkbaar is met die van een Congolees in één jaar. Meer mensen die minder consumeren is beter voor het leefmilieu dan minder mensen die meer consumeren. Als de cijfers anders worden geïnterpreteerd, betekent het dat één Amerikaan evenveel effect op zijn leefomgeving heeft als 160 Congolezen op die van hen.

Het plaatst de te verwachten aangroei van de Congolese bevolking in een ander perspectief. De grote milieuproblemen zitten niet daar, wel bij ons. Wat de vernietigende impact van de mens op zijn leefomgeving betreft, is de mate van consumptie relevanter als parameter dan het aantal mensen. Dat heeft heel wat consequenties, benadrukt een analyse in het blad New Scientist. Qua klimaatopwarming zou twee derde van de effecten aan menselijk gedrag te wijten zijn en slechts een derde aan het aantal mensen. Wat betekent dat de sterk aangroeiende bevolking in Afrika veel minder zal bijdragen aan de klimaatopwarming dan de mogelijk binnenkort afnemende Europese bevolking.

Af en toe lees je dat de Japanse bevolking op termijn zal uitsterven als er niet snel iets verandert.

Overigens gaan nogal wat demografen ervan uit dat ontwikkelingslanden in hun transitie naar een comfortabeler bestaan sommige van de tussenstappen die wij hebben gezet, zoals grootschalige industriële vervuiling en een sterk vervuilend wagenpark, deels zullen overslaan. Met dank aan de nieuwe technologieën die wij nu in de markt zetten. Voor hernieuwbare energiebronnen als zon en wind is een continent als Afrika veel geschikter dan het onze.

New Scientist lijstte ook de factoren op die wij, in het verwende deel van de wereld, kunnen bijsturen om onze impact op de klimaatopwarming te beperken. Met voorsprong op nummer één staat een factor die in de meeste lijstjes ontbreekt: één kind krijgen. Eén kind minder op de wereld zetten betekent in een ‘westerse’ context elk jaar een vermindering van je CO2-uitstoot met ongeveer 60 ton. De tweede factor op de lijst is leven zonder auto: dat vermindert je jaarlijkse CO2-uitstoot met 2,5 ton. Daarna komen minder vliegen (één langeafstandsvlucht is goed voor meer dan 1,5 ton CO2), groene energie gebruiken en overschakelen op grotendeels plantaardige voeding.

Zo wordt de cirkel van het bevolkingsverhaal gesloten. Dat wij, rijke consumenten, minder kinderen krijgen, is belangrijker dan dat de doorsnee-Afrikaan er de rest van de eeuw nog meer krijgt. De transitie is gelukkig bezig, op natuurlijke wijze. Pogingen om ze te counteren, door vrouwonvriendelijke maatregelen te nemen, kunnen als crimineel worden beschouwd. In dezen is het langetermijnperspectief nóg belangrijker dan in andere facetten van ons ingewikkelde bestaan.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content