Beestenboel: zonder de veldmestkever was ons landschap bezaaid met koeienvlaaien

© Getty Images/iStockphoto

Voor veldmestkevers zijn vlaaien hun leven. Ze zijn de ultieme recyclers.

Loeren naar koeien- en paardenvlaaien in een veld: sommige wetenschappers spenderen er jaren aan. Dan zien ze dat er gemiddeld zo’n tweehonderd insecten op een vlaai landen, waaronder een twintigtal veldmestkevers. Dat zijn kevertjes van maximaal anderhalve centimeter lang met een doorgaans overwegend zwart, bol rugschild. Het schild kan wel versierd zijn met kleurige ornamenten, versiersels die bepalen tot welke soort een diertje behoort. Op de soortenlijst van Natuurpunt prijken zes veldmestkevers.

Volgens een bericht op de Nederlandse website Nature Today kunnen in een half uur tot driehonderd veldmestkevertjes op een vlaai landen. Duizenden van de kleinste exemplaren (zij zijn maar enkele millimeters groot) kunnen erin verdwijnen. De kevertjes zouden een voorkeur hebben voor al wat ‘oudere’ (lees: drogere) vlaaien. Indien nodig verkennen ze meerdere vlaaien voor ze een keuze maken. Die is meestal definitief.

Experts stelden vast dat een vlaai bij ons na een dikke maand zo’n driekwart kleiner is geworden door de activiteiten van vooral veldmestkevers. Ook regenwormen dragen hun steentje bij, maar hun inbreng hangt mee af van de kevers. Die graven gangen in de mest, en soms ook in de bodem eronder, waarvan de wormen gebruikmaken om de vlaai binnen te dringen.

Hun teloorgang zou niet alleen gevolgen hebben voor de mestverwerking, de klimaatopwarming zou er ook door kunnen versterkten.

Voor veldmestkevers zijn vlaaien hun leven. Ze vinden er dikwijls ook een partner. Voor de zoektocht naar een lief gebruiken ze chemische stoffen. Sommige soorten zetten daarnaast een vorm van muziek in door lichaamsdelen tegen elkaar te wrijven en zo vibraties te veroorzaken: ‘striduleren’ heet dat. Bij veldmestkevers schuurt een orgaantje op het achterlijf tegen de achterrand van de vleugels. Elke soort zou een eigen ‘liedje’ produceren, met veel variatie tussen individuen. Daardoor is striduleren waardevol als de diertjes – vooral de vrouwtjes – de kwaliteit van potentiële partners evalueren.

Een koppel veldmestkevers kan in een vlaai een vorm van oudergedrag vertonen door samen het broed te verzorgen. Dat broed zijn klassieke keverlarven, vormeloze mormels zonder duidelijke kop of staart. Die doen zich te goed aan de vochtiger delen van de mest, terwijl hun ouders de drogere substantie verkiezen. Zo lopen oud en jong elkaar niet te veel voor de voeten en wordt de vlaai helemaal gerecycleerd. Soms zit de natuur extra mooi in elkaar, zelfs in een koeienvlaai.

Het concept recyclage is goed ingeburgerd in de natuur – gelukkig maar. Wetenschappers schatten dat er wereldwijd meer mestkeversoorten zijn dan vogels. Er moet veel worden opgeruimd.

Maar ook mestkevers krijgen het kwaad. Ze lijden niet alleen onder het massale pesticidegebruik, ze kreunen ook onder de restanten van ontwormingsmiddelen waarmee veehouders hun dieren behandelen. Die komen deels in de mest terecht.

Hun teloorgang zou niet alleen gevolgen hebben voor de mestverwerking, de klimaatopwarming zou er ook door kunnen versterkten. Door de activiteiten van veldmestkevers vermindert bijvoorbeeld de hoeveelheid methaangas in koeienvlaaien – een belangrijk broeikasgas, naast CO2. Er zijn veel redenen om veldmestkevers te koesteren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content