De staats- en regeringsleiders van de Europese Unie hebben donderdag het pakket hervormingen voor de versterking van de economie van de eurozone en de EU goedgekeurd.
23 landen hebben zich achter het europact, dat de concurrentiepositie van de eurozone moet versterken, geschaard. De zeventien eurolanden bereikten twee weken geleden al een akkoord over het europact. Ze nodigden vervolgens de overige lidstaten van de Europese Unie uit zich aan te sluiten. Zes landen gingen op de uitnodiging in. Het gaat om Denemarken, Roemenië, Bulgarije, Polen, Letland en Litouwen. Zweden, Groot-Brittannië, Hongarije en Tsjechië bedanken voor de eer. Het europact gaat voortaan als ‘europlus-pact’ door het leven.
“Eindelijk zal de Economische en Monetaire Unie op haar twee benen lopen, in plaats van te blijven achterophinken”, zei Europees Commissievoorzitter José Manuel Barroso na afloop.
Het europlus-pact was kop van Jut tijdens de vakbondsbetogingen van donderdag in Brussel. In Duitse ontwerpteksten was sprake van een afschaffing van de automatische loonindexering en een aanpassing van de pensioenleeftijd aan de vergrijzing. Europees Raadsvoorzitter Herman Van Rompuy en Commissievoorzitter José Manuel Barroso bedongen uiteindelijk een minder radicale eindversie.
De verwachte consensus rond de versterking van het Europees economisch bestuur wil echter niet zeggen “dat alle problemen voorbij zijn”. “We zijn afhankelijk van vele gebeurtenissen”, zo verwees Van Rompuy naar de politieke en budgettaire crisis in Portugal.
Merkel krijgt haar zin
De discussie over de noodfondsen is nog niet helemaal afgewerkt. Een akkoord over de financiering van het tijdelijke EFSF is pas in juni rond.
Over het permanente noodfonds ESM (vanaf juni 2013) werd wel overeenstemming bereikt. Het akkoord van de ministers van Financiën van maandag werd overgenomen, behalve het stuk over de financiering van het fonds. De 80 miljard euro “cash” kapitaal zal niet over een periode van vier jaar worden gestort, maar over vijf jaar. Daarmee komen de lidstaten tegemoet aan de vraag van de Duitse bondskanselier Merkel, die haar bijdrage in het verkiezingsjaar 2013 naar beneden wou halen.
