Jonathan Holslag

‘De oorlog in Oost-Europa drukt het militarisme elders niet de kop in’

Jonathan Holslag Politoloog en publicist.

Leren ze het dan nooit, de grootmachten, dat landjepik een bijzonder hachelijk spel is? Nee, ze leren het helaas nooit. Ook het conflict in Oekraïne en de verliezen van Rusland zullen geen einde maken aan ouderwetse veroveringsoorlogen. Ook deze strijd, waarbij quadrocopters van enkele duizenden euro’s tanks van ettelijke honderdduizenden euro’s uitschakelen, betekent niet het einde van invasies waarbij soldaten proberen terrein in te palmen. De Russische problemen zullen andere spelers er niet zozeer toe aanzetten om hun doelen bij te stellen maar om hun middelen te moderniseren.

Tot voor enkele weken zou ik benadrukt hebben dat we de Russen niet mogen onderschatten. Dat is nog altijd zo, de strijd is nog niet gestreden. Maar zelfs nu ze hun campagne beperken tot de Donbas en het zuiden, zijn ze nog niet in staat om een doorbraak te forceren. Rusland wint terrein, maar traag. Ook nu sputtert de bevoorrading en kampen de Russische soldaten met logge commandoketens en demotivatie.

Zelfs de geavanceerde wapens waar we voor vreesden, zijn niet doeltreffend. Systemen voor elektronische oorlogsvoering verstoren Ruslands eigen drones en communicatie, omdat hun operatoren onvoldoende zijn opgeleid. De geduchte luchtafweer is vaak niet in staat om Turkse onbemande vliegtuigen neer te halen. De luchtdoelraketten voor lange afstand, die tot enkele jaren geleden westerse vliegtuigen tijdens hun operaties nabij Syrië aan de grond hielden, worden verschalkt door Oekraïense vliegtuigen en helikopters die ook doelen in Rusland zelf aanvallen.

De conclusies in China zijn allerminst dat het de plannen voor een mogelijke campagne tegen Taiwan moet opbergen.

Het zou ons tot het besluit kunnen leiden: ‘Zie je wel, oorlog is dom.’ Oorlog is inderdaad vaak dom en het aanvallen van andere landen leidt zelden tot succes. Het enige probleem daarbij is dat landen zelden leren en ook niet altijd rationeel handelen. Rusland, bijvoorbeeld, ervaart voor eens stuk dezelfde problemen als in Afghanistan in de jaren tachtig. Ook toen werd het verzet door de Amerikanen uitgerust met lichte luchtdoelwapens, waardoor het luchtoverwicht gebroken werd. Het had ook lessen kunnen trekken uit de recentere oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan. Ook toen schakelden onbemande vliegtuigen de tanks van bondgenoot Armenië uit en bleken de Russische luchtverdedigingssystemen als de Pantsir er onvoldoende tegen opgewassen.

We zouden ook nu kunnen veronderstellen dat de oorlogsvoering ingrijpend zal veranderen, dat het conflict in Oekraïne wijst op een botsing tussen oude en nieuwe oorlogsvoering. Aan de ene kant vinden we Rusland, met centrale commandoketens, lange colonnes en veel zwaar materiaal. Aan de andere kant bevindt zich Oekraïne, met autonome eenheden, goedkope onbemande wapens en heel veel raketten die op de schouder gedragen worden. Maar ook de Oekraïners moeten massaal mensen en zware wapens inzetten om Rusland terug te slaan. Het feit dat er nu honderden tanks en kanonnen worden geleverd, toont dat de ouderwetse begrippen massa, vuurkracht en beweging nog steeds van tel zijn. Overigens worden de Oekraïense troepen gesteund door zeer dure Amerikaanse platformen die redelijk kwetsbaar zouden worden als Rusland ze zou willen treffen. De onbemande vliegtuigen die boven de Zwarte Zee hangen, kosten zo’n 100 miljoen euro per stuk.

Vooral in China wordt nauwlettend naar het conflict gekeken. De conclusies daar zijn allerminst dat het de plannen voor een mogelijke campagne tegen Taiwan moet opbergen maar dat Rusland er een potje van heeft gemaakt, dat China die fouten in de toekomst niet mag maken, dat het modernere wapens nodig heeft én dat het nog harder moet werken om de Amerikanen weg te duwen. Of China daar succesvol in zal zijn, valt moeilijk te voorspellen. Maar de oorlog in Oost-Europa drukt het militarisme elders niet de kop in.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content