Thomas Van Poecke

‘Welk antwoord biedt het internationaal recht op de Russische inval in Oekraïne?’

Thomas Van Poecke FWO-onderzoeker en verbonden aan het instituut voor internationaal recht aan de KU Leuven

‘Wat is het nut van een internationale rechtsorde als een despoot met groot militair vertoon een ander land kan binnenvallen en zo veel leed kan veroorzaken?’, schrijft Thomas Van Poecke (KU Leuven).

Na de inval van Oekraïne door Rusland overheerst het gevoel dat het internationaal recht en de Verenigde Naties (de VN) tot weinig dienen. Wat is het nut van een internationale rechtsorde als een despoot met groot militair vertoon een ander land kan binnenvallen en zo veel leed kan veroorzaken? Het internationaal recht biedt een antwoord, maar is verre van volmaakt.

Laat het internationaal recht zo’n inval toe?

Het VN-Handvest verbiedt het gebruik van geweld. Hierop zijn maar twee uitzonderingen. Bij bedreiging van de internationale vrede en veiligheid kan de VN-Veiligheidsraad het gebruik van geweld toestaan. Daarvan was hier geen sprake. Dus toen de Russische president Vladimir Poetin zijn aanval op Oekraïne aankondigde, beriep hij zich op die andere uitzondering: het recht op zelfverdediging.

Welk antwoord biedt het internationaal recht op de Russische inval in Oekraïne?

Rusland werd niet aangevallen, dus moest Poetin anders te werk gaan. Hij erkende eerst de zelfverklaarde republieken van Donetsk en Loehansk als onafhankelijke staten en beweerde dat de etnisch Russische bevolking in Oost-Oekraïne het slachtoffer is van genocide. Vervolgens riepen de twee zogezegde staten de hulp in van Rusland, dat zich nu kon beroepen op collectieve zelfverdediging. Alleen zijn Donetsk en Loehansk internationaalrechtelijk gezien geen staten, maar deel van Oekraïne. Zij kunnen het recht op zelfverdediging niet inroepen. De aanval van Rusland was dan ook een daad van agressie, een misdaad onder het internationaal recht.

Wat kunnen andere staten doen?

Poetin misbruikte het internationaal recht op een totaal ongeloofwaardige manier. Regeringsleiders veroordeelden de inval dan ook bijna unaniem en bevestigden dat dit een schending is van de territoriale integriteit van Oekraïne en van het geweldverbod. De EU, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten reageerden meteen met sancties. Bij wijze van tegenmaatregelen kunnen ze daarbij zelfs regels van het internationaal recht, zoals handelsakkoorden, aan de kant schuiven. Dit zolang hun maatregelen proportioneel zijn en Rusland aanzetten om zijn aanval te stoppen. Zo dwingen landen onderling het internationaal recht af.

Oekraïne heeft volgens het VN-Handvest het recht om zichzelf te verdedigen en daarvoor de militaire hulp van andere landen in te roepen. De Oekraïense president Zelenski heeft dit dan ook herhaaldelijk gedaan, met beperkt resultaat. Andere landen hebben het recht om Oekraïne op uitnodiging militair te hulp te schieten, binnen het kader van de NAVO of daarbuiten. NAVO-lidstaten sturen wel wapens maar geen troepen. Dat heeft te maken met politiek eerder dan recht: niemand wil in een gewapend conflict treden met Rusland.

Wat kan de VN doen?

Een daadkrachtig, laat staan militair optreden door de VN is onrealistisch. In de Veiligheidsraad zaten Oekraïne en Rusland afgelopen week nog wel aan dezelfde tafel. De Secretaris-Generaal en leden van de Raad riepen Rusland op om geen geweld te gebruiken. De rol van de Veiligheidsraad is hier echter symbolisch. Rusland heeft als permanent lid van de Raad immers een veto. Het blokkeerde vrijdag een resolutie die de inval veroordeelt en Rusland oproept om zijn troepen terug te trekken. De andere leden van de VN-Veiligheidsraad omzeilden zondag wel het Russisch veto door een ‘procedurele’ resolutie aan te nemen, waarbij de permanente leden geen veto hebben.

Voor het eerst in 40 jaar riep de Veiligheidsraad een speciale spoedzitting van de Algemene Vergadering van de VN bijeen onder de zogenaamde ‘Uniting for Peace’-resolutie van 1950. Die resolutie stamt uit de Koude Oorlog, toen de Sovjet-Unie zijn veto gebruikte tijdens de Koreaanse oorlog. De resolutie stelt dat als de VN-Veiligheidsraad er niet in slaagt de internationale vrede en veiligheid te handhaven door een gebrek aan unanimiteit onder de permanente leden, de Algemene Vergadering aanbevelingen kan doen voor collectieve maatregelen. De Vergadering besprak maandag in spoedzitting een resolutie om de Russische inval te veroordelen.

Mag Rusland burgerdoelwitten aanvallen?

Oekraïne en Rusland moeten het internationaal humanitair recht respecteren. Zij mogen enkel militaire doelwitten aanvallen. Eventuele schade aan burgerdoelwitten en burgerslachtoffers door een aanval mogen nooit excessief zijn in verhouding met het concreet beoogde militair voordeel. Beide landen moeten alle mogelijke voorzorgsmaatregelen nemen om burgerslachtoffers te voorkomen. Ze moeten krijgsgevangenen humaan behandelen. Alle staten moeten de naleving van het humanitair recht opvolgen, samen met het Internationale Rode Kruiscomité, en schendingen veroordelen. Hoewel Rusland voornamelijk militaire doelwitten aanvalt, zijn er al aanwijzingen van gerichte aanvallen op burgers, en dus oorlogsmisdaden.

Welke rechtshoven zijn relevant?

Een proces voor het Internationaal Gerechtshof van de VN in Den Haag wegens agressie kan niet. Dat Hof kan over het algemeen enkel zaken behandelen van landen die zijn rechtsmacht erkennen. Oekraïne en Rusland doen dat niet. In 2017 heeft Oekraïne wel op basis van specifieke verdragen met beperkt succes zaken aangespannen tegen Rusland voor het Hof wegens financiering van terrorisme in Oost-Oekraïne en discriminatie tegen etnische Oekraïners op de Krim. In 2019 verplichtte het VN-Zeerechttribunaal Rusland na het incident in de straat van Kertsj om de gevangengenomen Oekraïense soldaten en schepen vrij te laten. Oekraïne zet zijn zogenaamde ‘lawfare‘ verder.

Zondag kondigde president Zelenski aan dat Oekraïne een nieuwe zaak heeft aangespannen voor het Internationaal Gerechtshof op basis van het Genocideverdrag, omdat Rusland de definitie van genocide misbruikt om zijn aanval te rechtvaardigen. Dat Hof zou nu voorlopige maatregelen kunnen opleggen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De Openbare Aanklager van het Internationaal Strafhof in Den Haag, dat individuen kan veroordelen voor internationale misdaden, onderzoekt de situatie in Oekraïne vanaf 2014. Het Strafhof kan Russen en Oekraïners die oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid of genocide plegen in Oekraïne vervolgen. Ook landen die de nodige wetgeving hebben, kunnen plegers van internationale misdaden vervolgen. Beide opties liggen moeilijk, nu Rusland elk proces zal tegenwerken. Poetin zelf heeft vanuit een machtspositie een misdaad van agressie gepleegd door een ander land aan te vallen. Maar het Internationaal Strafhof kan hem daar niet voor vervolgen, nu Rusland geen partij is bij het Hof. Voor nationale rechtbanken van een ander land geniet Poetin als staatshoofd voorlopig immuniteit.

Oekraïne spande ook al verschillende zaken aan tegen Rusland voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens over de situatie in Oost-Oekraïne en de Krim. Dat zou het nu opnieuw kunnen doen, al heeft het Hof in 2021 in een zaak tussen Rusland en Georgië beslist dat het zich niet kan uitspreken over mensenrechtenschendingen tijdens actieve militaire operaties. Het kan dit wel voor schendingen tijdens een meer stabiele bezetting of detentie van individuen.

Weinig tanden

Het internationaal recht biedt met het VN-Handvest, het humanitair recht, het internationaal strafrecht en de mensenrechten een juridisch kader. Jammer genoeg heeft dat kader weinig tanden, vooral wanneer een militaire grootmacht de regels aan zijn laars lapt. Het is in de eerste plaats aan Oekraïne en de rest van de internationale gemeenschap om dit kader af te dwingen op alle mogelijke manieren door het te gebruiken om te reageren op de schendingen die we vandaag zien.

Thomas Van Poecke is doctoraatsonderzoeker bij het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO) en verbonden aan het Instituut voor internationaal recht van de KU Leuven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content