Wedstrijdvervalsing in het tennis: ‘Verlies morgen de eerste set en ik betaal je 1500 euro’

© iStock
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

De onderste regionen van het proftennis: ze zijn altijd al een wereld geweest van ‘eten of gegeten worden’. Maar sinds de doorbraak van onlinegokken wordt het leven van profspelers er wel erg zuur gemaakt. Doodsbedreigingen, verkochte wedstrijden, chanterende matchfixers: achter de baseline blijkt het vaste prik.

‘Het gebeurde op een toernooi in Spanje. Ik won de eerste set. Een verrassing, want mijn tegenstander stond hoger gerangschikt. Er ontstond rumoer op de tribunes, en iedereen met ervaring in het tennis begreep wat er gaande was: er zaten gokkers in het publiek. Sommigen hadden wellicht geld verloren, anderen roken juist hun kans. Het tumult hield aan en de umpire zette twintig man uit het stadion. Vanaf de poort konden ze nog net de wedstrijd volgen… en mij uiteindelijk zien verliezen. Ik droop af naar de kleedkamers en wist wat me te wachten stond. Mijn Facebook-tijdlijn veranderde in een open riool: ” Fuck you, you bitch“, ” A disgrace that you play pro tennis” en zelfs “I am going to kill your mother“. Gepost door anonieme accounts van over de hele wereld. Wij tennissers kijken er niet meer van op als we worden beledigd of bedreigd. Het hoort erbij.’ Aan het woord is Elyne Boeykens. Ze is 26 en staat 506e op de wereldranglijst.

Mijn Facebook-tijdlijn veranderde in een open riool nadat ik verloren had: “I am going to kill your mother

Elyne Boeykens (WTA 506)

Onlinegokken in het tennis: de problematiek is de voorbije jaren compleet uit de hand gelopen. De tennissers ervaren matchfixing – het verkopen van wedstrijden – niet eens als het grootste issue. Meer hinder ondervinden ze van de koorts die live betting aan de rand van de terreinen oproept. Er wordt al lang niet meer alleen gewed op wie de match wint: gokkers zetten ook in op wie het volgende punt maakt, hoeveel aces er worden geslagen, of zelfs hoelang de wedstrijd zal duren.

En dat gebeurt allemaal live, tijdens een rally. In het stadion zitten is daarbij een niet te versmaden voordeel. ‘Stel, je wedt dat iemand het volgende punt maakt’, zegt Jonas Merckx (ATP-ranking 542). ‘Volg je de match op televisie of via een officiële livestream, dan heb je een kans van 1 op 2 – licht naar boven bijgesteld wanneer jouw speler in het goede ritme zit. Maar zit je in het stadion, dan kun je het punt afwachten. Het duurt sowieso even voor de scheidsrechter de score bevestigt, en nog een paar seconden voor het wedkantoor die beslissing verwerkt. Die voorsprong is geld waard als je een gsm met een snelle internetverbinding hebt. ‘Gokken’ mag je dat niet noemen: het is geld binnenhalen, want je wedt met 100 procent zekerheid.’

Merckx: ‘Toernooiorganisatoren houden toeschouwers die voortdurend naar hun gsm staren extra in de gaten, en gokkers vliegen er in principe uit. Maar dit is 2018: iederéén zit aldoor naar zijn telefoon te staren. De slimsten houden via een oortje contact met andere gokkers buiten het stadion. Daar valt amper iets aan te doen.’

Hoe groter het toernooi, hoe meer de spelers worden afgeschermd en hoe beter het publiek op livegokken wordt gescreend. Het probleem verplaatst zich daardoor naar de onderste regionen van het proftennis. De hiërarchie van het tennis ziet er als volgt uit: bovenaan staan de grandslamtoernooien, gevolgd door de rankingtoernooien bij de WTA (dames) en de ATP (heren). Eén trap lager zitten de Challenger-competities, en daaronder, op het laagst genoteerde profniveau, heb je de Futures-toernooien (bij de mannen) en het ITF Women’s Circuit (bij de vrouwen). De volgende Roger Federer of Serena Williams tref je op die laatste evenementen niet aan. De nummer 700 speelt er tegen de nummer 1000 – maar op hun partijen valt evengoed te gokken. En het verschil met Federer en Williams is, bovendien: spelers uit de onderste regionen zijn benaderbaar. Allemaal klagen ze over opdringerige gokkers die hen belagen of zelfs bedreigen.

‘Laatst kreeg ik dit fraaie bericht: ” I am going to cut you to pieces.” Een gokker hield mij verantwoordelijk voor zijn verlies en zou me weten te vinden op het volgende toernooi. En dat na een match die ik gewonnen had. Zulke mails krijgen wij elke week’, vertelt Britt Geukens (WTA 617). ‘Sommige spelers lijden erg onder die onlinepesterijen, zelf lach ik ze weg. Het zijn maar woorden, toch? Maar ik kijk bewust niet naar de profielfoto’s bij de haatboodschappen: anders begin je in het publiek te speuren naar de man die je doodsbedreigingen heeft gezonden. Ik bewaar de beledigingen in een mapje dat ik om de zoveel tijd naar de internationale tennisbond doorstuur. Ik heb niet de indruk dat er daarna veel mee gebeurt.’

Er wordt verteld dat spelers af en toe een wedstrijd manipuleren om met de opbrengst op het circuit te kunnen blijven

Britt Geukens (WTA 617)

Ondanks de doodsbedreigingen en de verregaande onlinebelaging wordt de politie er zelden bij gehaald. Volgens An-Sophie Mestach (WTA 416) heeft dat ook geen zin. Ze noemt de sociale media ‘een vergiftigd geschenk’ voor tennissers. ‘Sponsors verwachten dat wij ons leven online met de hele wereld delen. Níét op de sociale media zitten is geen optie. Maar die bereikbaarheid maakt ons kwetsbaar voor cyberpesten door gokkers. Mijn accounts op Twitter en Facebook laat ik door iemand anders beheren – dan zit er toch een buffer tussen. Ik hoor dat meer en meer spelers dat doen.’

Cafetariarekening

Sportweddenschappen zijn booming business. In 2015 genereerden de gokkantoren binnen België een omzet van 206,5 miljoen euro met gokken op sport. Internationaal praten we over een miljardenindustrie. Voetbal en tennis zijn de sporten waarop veruit het meest wordt gewed. Koning Voetbal staat met stip op één – qua omzet en, volgens onderzoek, qua aantal vervalste wedstrijden – maar tennis knabbelt aan zijn achterstand. Zowel voor gokkers als voor matchfixers heeft de sport veel te bieden. Wie wedden wil, kan dat op elk uur van de dag: ongetwijfeld wordt er érgens ter wereld wel een profwedstrijd gespeeld. Typisch aan tennis is dat partijen voortdurend kantelen; tot het laatste matchpunt is niets zeker. Matchfixing valt uiterst moeilijk te bewijzen. ‘Het is eigen aan deze sport dat een speler bijvoorbeeld de eerste set met 6-0 verliest en nadien niet meer te kloppen valt’, zegt An-Sophie Mestach. ‘Zulke matchen heb ik al vaak gespeeld, als winnaar en als verliezer. Daar hoeft geen kwaad opzet bij in het spel te zijn. De niveauverschillen zijn ook zo klein dat je moeilijk iets kunt voorspellen.’

Volgens een enquête van de Universiteit Gent vermoedt 17,7 procent van de tennissers al een ‘gefixte’ partij te hebben gespeeld. Dat is niet eens veel: in het voetbal denkt 32,6 procent dat. Bij voetballers zou het wel vaker om een zogenoemde ‘sportieve fix’ gaan – een schoolvoorbeeld van een contradictio in terminis. Voetballers gooien het bijvoorbeeld op een akkoordje om de degradatie van een bevriende club te vermijden. Vaak komt daar geen geld voor op tafel, een vat bier volstaat al. Rond het einde van elk seizoen bulkt het amateurvoetbal van zulke verhalen.

Tennis blijkt volgens onderzoekers vatbaarder voor ‘gokgerelateerde fixen’, besteld vanuit het misdaadmilieu. Een tenniswedstrijd vervalsen is sowieso gemakkelijker dan een voetbalmatch vervalsen: één betrokkene die de kluit belazert volstaat al. Een tennisser heeft geen grote structuur rond zich, de sociale controle is beperkt en er bestaat ook geen schare fanatieke supporters die hem of haar overal volgt. De meerderheid van de spelers komt bovendien moeilijk rond. Op het hoogste niveau verdienen tennissers bakken geld, op de lager gerangschikte toernooien is het armoe troef: tegenover miniem prijzengeld staan torenhoge onkosten voor reizen en hotels. ‘Door het gevecht om professioneel tennisser te worden en te blijven, gecombineerd met de grote invloed op het spel door het individu, heeft tennis een hoger risico op matchfixing’, zegt Marjolein De Paepe van de Kansspelcommissie.

Wedstrijdvervalsing in het tennis: 'Verlies morgen de eerste set en ik betaal je 1500 euro'

Het verdienmodel van de vermogende wereldsport tennis komt neer op een meedogenloze survival of the fittest. De top 100 verdient goed, de top 20 wordt zelfs schatrijk. In hun schaduw staat een leger hoopvolle atleten die hun laatste cent investeren in de hoop ook bij de grootverdieners te raken. ‘In regel maken wij verlies door onze sport. Alleen als je een toernooi wint, hou je er iets aan over’, vertelt Britt Geukens. ‘Vliegtickets en hotelkosten slurpen het weinige prijzengeld op dat wij krijgen; de rest wordt bijgepast door onze ouders. Wie een gulle privésponsor vindt, mag de hemel danken. Vooral over meisjes uit het voormalige Oostblok hoor je schrijnende verhalen, maar de Belgen hebben het evenmin gemakkelijk. Ik zou nooit een match verkopen, maar ik hoor dat je er veel geld voor krijgt. Er wordt verteld dat spelers af en toe een wedstrijd manipuleren om met de opbrengst in het circuit te kunnen blijven.’

We bellen Britt Geukens in Sharm-el-Sheikh, waar ze een van de vele rankingtoernooien betwist. In de Egyptische badplaats vinden elk seizoen in totaal dertig damestoernooien van de laagste notering plaats: dat bespaart reiskosten. Zulke serietoernooien hebben in het circuit een slechte reputatie, wegens bijzonder gevoelig voor matchfixing. De spelers leven in wat ze zelf ‘een tennisbubbel’ noemen; het blijkt lastig om iedere match ernstig te nemen als er volgende week, op dezelfde plek, met dezelfde tegenstanders, wéér een nieuw toernooi is. De gehele prijzenpot voor de toernooien van Sharm-el-Sheikh bedraagt 15.000 dollar – dubbel- en enkelspel samen. De winnares houdt ongeveer 1700 euro over, maar daar moet nog belasting af. Er zijn telkens 56 deelnemers die 3 kwalificatiematchen moeten overleven, plus 5 rondes op de hoofdtabel. Wie vroeg wordt uitgeschakeld, druipt af met een aalmoes van een paar tientallen euro’s. ‘Net genoeg om mijn rekening in de cafetaria te betalen’, zegt Geukens.

Het concept van de serietoernooien lokt ongenode gasten: gokkers boeken een vakantie naar Sharm-el-Sheikh met de intentie die ter plekke terug te verdienen. De internationale tennisbond grijpt nu in. ‘Sinds dit seizoen probeert de bond ons zo veel mogelijk af te schermen’, vertelt Britt Geukens. ‘We hebben strikte richtlijnen gekregen om geen informatie door te spelen aan derden. En als we geblesseerd zijn, bijvoorbeeld, mogen we dat niet in het hotel laten blijken.’ De omgang met journalisten is er problematisch door geworden: elk nieuwtje moet in principe gecleard worden door De Internationale Tennisfederatie (ITF). Zelf mochten tennissers of hun coaches al niet gokken op wedstrijden; nieuw is dat wedden ook verboden is voor familie en zelfs voor de liefjes. Dat verbod lijkt niet te handhaven, en dat gebeurt ook niet: de Kansspelcommissie meldt dat er geen zwarte lijsten zijn van wie er banden heeft met proftennissers. ‘Als er regelmatig misbruiken worden vastgesteld, kan onze controlecel zich daar wel in verdiepen.’

Koud water

Al in 2008 richtte de ITF de Tennis Integrity Unit op, die zijn actieterrein momenteel uitbreidt. ‘Sinds dit seizoen is die eenheid sterk aanwezig op toernooien’, vertelt tennisser Jonas Merckx. ‘Hun aanplakbiljetten hangen overal, en af en toe halen ze spelers uit de catacomben om hen te ondervragen. Zijn die tennissers verdacht of gaat het om steekproeven? Dat weet ik niet. Hoe dan ook lijkt die actie weinig op te leveren.’ In 2017 wees de Tennis Integrity Unit 241 verdachte partijen aan: 14 spelers werden geschorst, onder wie geen enkele grote naam.

In regel maken wij verlies door onze sport. Alleen als je een toernooi wint, hou je er iets aan over

Britt Geukens (WTA 617)

Vooral het dubbelspel in de Futures, het laagste rankingniveau bij de mannen, stond op de radar van de eenheid. Terecht, zegt Jonas Merckx, ‘Veel spelers nemen het dubbel niet serieus. Ze schrijven zich in omdat ze toch al ter plekke zijn. In het enkelspel valt meer te verdienen, maar als je daar uitgeschakeld wordt, kan het lucratiever zijn om je hotel op te zeggen en het dubbel te laten schieten. Biedt een matchfixer dan geld voor een wedstrijd die je toch al wilde verliezen, dan verbaast het mij niet dat tennissers daarop ingaan.’

Kirsten Flipkens kreeg via Facebook 300.000 euro aangeboden om een match te verkopen, in de onderste regionen van het tennis liggen de tarieven lager. ‘De avond voor een toernooi in Eupen kreeg ik telefoon: een anoniem nummer’, zegt Jonas Merckx. ‘”Verlies morgen de eerste set en ik betaal je 1500 euro”, zei een stem aan de andere kant van de lijn. Ik heb meteen opgehangen. Het was alsof iemand een emmer koud water over mijn hoofd leeggoot. Voor mij is 1500 euro veel geld, maar een match verkopen? Wie daaraan begint, zit voor eeuwig in de zak van de gokmaffia. Ik heb die omkopingspoging niet aangegeven. In principe is dat verplicht, maar veel wijzer zou ik de politie niet hebben kunnen maken.’

Tot wat het allemaal leiden kan, bleek uit de anonieme getuigenis van een tennisser op een symposium over matchfixing dat de Universiteit Gent in maart organiseerde. ‘In 2013 speelde ik een Futures-toernooi in Portugal’, zei hij. ‘Vlak voor de wedstrijd kwam een groep Tsjetsjenen de kleedkamer binnen. “We zetten in op verlies voor jou in de eerste set”, zeiden ze. De tegenstander was een kwalificatiespeler die een wildcard had gekregen; het niveauverschil was groot. 4,8 keer de inzet: dat was de winstmarge van de Tsjetsjenen. Ik ben er niet op ingegaan, maar ze zijn wel de hele wedstrijd langs het terrein blijven zitten.’

‘Ze hebben toen wellicht veel geld verloren, want in België zijn de bedreigingen verder gegaan’, zo vervolgde de anonieme speler. ‘Ze monteerden video’s waaruit bleek dat ik stal of naar kinderporno keek. Ze eisten dat ik hun inzet terugbetaalde, in schijven van 500 euro – anders zouden ze de video’s op Facebook posten. Toen ben ik naar de politie gegaan. Ik kreeg bescherming en heb al mijn toernooien afgezegd. (…) Zou ik op hun voorstellen zijn ingegaan? Ik kan me voorstellen van wel, ja. Uit angst, om mijn familie te behoeden voor onheil.’

Gokkende Armeense grootmoeders

Wedstrijdvervalsing in het tennis: 'Verlies morgen de eerste set en ik betaal je 1500 euro'
© Getty Images/iStockphoto

Matchfixers lopen zelden tegen de lamp, maar in 2014 en 2015 dook een geval van tennisfraude op waar werkelijk niet naast te kijken viel.


Het begon met een onwennige Armeniër die in een gokkantoor aan de Bredabaan in Merksem een paar honderd euro inzette op tennismatchen in Zuid-Amerika. Hij las zijn weddenschappen af van een spiekbriefje, kende duidelijk niets van tennis, maar won desondanks een grote som geld.


De eigenaars van het kantoor roken onraad en de gelukkige gokker kreeg klappen.


Uit politieonderzoek bleek dat over heel België Armeniërs gokkantoren bezochten, met weddenschappen die opvallend gelijkliepen. Niet alle wedkantoren noteren namen bij een inzet van minder dan 1000 euro: hoe groter het netwerk, hoe meer kans om onder de radar te blijven. De matchfixers mobiliseerden de halve Armeens-Belgische gemeenschap, tot de grootmoeders toe. Stromannen ronselden ze bij inburgeringcursussen Nederlands in Brussel.


Toen een wedkantoor weigerde uit te betalen, hadden de Armeniërs zelfs het lef om een klacht in te dienen bij de Kansspelcommissie. Finaal liep het onderzoek met een sisser af: geen van de Armeense stromannen werd voor de rechter gebracht, en hun opdrachtgevers bleven buiten schot.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content