Syrische regeringstroepen en bondgenoten van de sjiitische Libanese beweging Hezbollah zijn vrijdagavond tot dicht bij de door terreurbeweging Islamitische Staat (IS) gecontroleerde stad al-Bab opgerukt. Al-Bab is zowat het laatste IS-bolwerk in het noordelijke deel van het al ruim vijf jaar door een regionale oorlog geteisterde land.
Volgens de in Groot-Brittannië gevestigde, met de oppositie gelieerde site Sohr maakten de regeringstroepen “een belangrijke strategische stap vooruit door de inname van het dorp Abu Taltal” in de zuidelijke sector van al-Bab.
Voor de bevrijding of verovering van al-Bab is een wedloop aan de gang tussen de regeringstroepen enerzijds en door Turkije (ook militair) gesteunde, “gematigde jihadisten”. Die hebben donderdag een grote aanval ingezet op de westelijke sector van de stad, die op ongeveer dertig kilometer van de Turkse grens ligt. Naar verluidt bieden de IS-militanten fel verzet.
De Turkse poging om het Syrische grensgebied met Turkije te “controleren” – en het ontstaan van een autonoom Koerdisch gebied te verhinderen – wordt door Damascus aangeklaagd als een wederrechtelijke bezetting.
