‘We ondervinden nu hoe kwetsbaar onze globale voedselsystemen zijn’

‘Deze crisis biedt ook een kans om in het Noorden én in het Zuiden meer veerkrachtige, duurzame en rechtvaardige voedselsystemen op te bouwen’, schrijven Suzy Serneels en Thierry Kesteloot naar aanleiding van Wereldhongerdag.

Vandaag is het weer Wereldhongerdag. En er is opnieuw weinig goed nieuws te melden. Het aantal mensen die chronisch honger lijden stijgt al enkele jaren. Vandaag lijden meer dan 821 miljoen mensen honger en zijn meer dan 2 miljard mensen ondervoed. Het Wereldvoedselprogramma verwacht dat door de Covid-19 pandemie het aantal mensen met acute honger zal verdubbelen tegen eind 2020 en waarschuwt voor ‘een hongersnood van Bijbelse proporties’. Volgens Oxfam zal de economische crisis die gepaard gaat met de huidige gezondheidscrisis, meer dan 500 miljoen mensen in armoede duwen en de ongelijkheid doen toenemen.

Dood door honger of corona? Kiezen tussen pest en cholera.

Het covid-19-virus verspreidde zich razendsnel naar alle uithoeken van de wereld. De wereld reageerde met lockdowns en legde het vrij verkeer van personen en goederen aan banden. De meest kwetsbare landen worden het zwaarst getroffen door deze maatregelen en de globale economische recessie die eruit voortvloeit. Mensen verloren van het éne op het andere moment hun job en hun inkomen. Geldtransfers uit het buitenland vielen weg en miljoenen kinderen moesten het plots stellen zonder voedzame schoolmaaltijd. Vrouwen en meisjes worden extra zwaar getroffen, want zij spelen niet alleen een belangrijke rol in de voedselvoorziening, ze dragen ook de zwaarste zorglasten tijdens deze pandemie.

We ondervinden nu hoe kwetsbaar onze globale voedselsystemen zijn.

In veel landen in het Zuiden veroorzaakt de sluiting van markten problemen voor burgers om eten te kopen, voor handelaars om zich te bevoorraden en voor boeren om hun producten af te zetten. Zij zien hun vaak al schamele inkomen nog verder dalen. Natacha Nikiéma is een jonge vrouw van 23 uit Ouagadougou in Burkina Faso. Ze verloor haar job als marktkramer en probeert zich nu te redden met de verkoop van groenten langs de kant van de weg. Maar haar voorraad is beperkt, ze kan zich niet bevoorraden bij boeren in de omgeving en ze vreest binnen een week zonder inkomen te vallen. “Ik weet niet hoe ik dan voor mijn gezin moet zorgen” zegt Natacha.

Dit verlies van inkomen, in combinatie met het ontbreken van een sociaal vangnet, dreigt vele miljoenen mensen in armoede te storten. En de honger te introduceren in hun leven. Armoede en honger gaan immers hand in hand. In het Zuiden riskeren mensen dus eerder te sterven door honger dan door Covid-19. Terwijl velen onder hen rechtstreeks bijdragen aan lokale en globale voedingsketens. Vreemd, toch?

De coronacrisis toont kwetsbaarbaarheid van geglobaliseerde voedselsysteem

De wereldhandel is verstoord door de pandemie. Heel wat ontwikkelingslanden zijn in normale tijden afhankelijk van de import van goedkoop voedsel om hun stedelijke bevolking te voeden. Dit maakt hen kwetsbaar. Ondanks voldoende voorraden op de wereldmarkt stokt de bevoorrading en stijgen prijzen omdat ladingen vastzitten in havens, transporteurs aan de grens geblokkeerd raken of omdat landen exportrestricties opleggen. Tegelijkertijd krijgen boeren hun exportgerichte productie het land niet meer uit. Naar hun koffie, cacao of snel bederfbare groenten is geen vraag op de lokale markt. Geen export betekent geen inkomen.

We ondervinden nu hoe kwetsbaar onze globale, onderling afhankelijke voedselsystemen zijn en hoe daardoor een al zorgwekkende situatie van wereldwijde honger en ondervoeding nog dreigt te verergeren. Het Belgische ontwikkelingsbeleid rond landbouw bevorderde de laatste jaren vooral de deelname van landbouwers aan (internationale) markten en voedingsketens. Men ging er vanuit dat ondernemende boeren zouden produceren voor de internationale markt en hun inkomen zouden gebruiken om voedsel aan te kopen. De huidige crisis laat zien hoe beperkt en weinig veerkrachtig deze focus op inkomen als sleutel tot voedselzekerheid is. De Belgische ontwikkelingssamenwerking doet er goed aan om dit beleid snel en grondig te herzien, iets waar de Coalitie tegen de Honger al jaren voor ijvert. Het plan voor de oprichting van een werkgroep rond voedselzekerheid in de commissie Buitenlandse Betrekkingen, dat gisteren werd goedgekeurd, is alvast een stap in de goede richting.

Never waste a good crisis’

Toch biedt de crisis ook een opportuniteit om in het Noorden én in het Zuiden meer veerkrachtige, duurzame en rechtvaardige voedselsystemen op te bouwen. De Belgische investeringen in landbouwontwikkeling in kwetsbare landen moeten opnieuw gaan naar de versterking van veerkracht en voedselzekerheid. Inzetten op een transformatie naar agro-ecologische voedselsystemen en sterke lokale markten biedt daartoe het beste recept.

Een coalitie van boerenbewegingen in Guatemala verwoordt treffend het belang van ecologische familiale landbouw in tijden van corona: ‘De lokale productie zorgt ervoor dat de families genoeg te eten hebben, ondanks de beperkingen die de situatie ons oplegt. Wij produceren veilig en gezond voedsel en bieden zo een uitweg uit de armoede en de honger. ‘

Vorige week publiceerde de Europese Commissie haar ‘Farm to Fork’ strategie. Op vlak van internationale samenwerking belooft de EU onder meer om werk te maken van agro-ecologie. De EU is op de goede weg, volgt België?

Suzy Serneels, beleidsmedewerker recht op voedselbij Broederlijk Delen, en Thierry Kesteloot, beleidsmedewerker voedsel en landbouw bij Oxfam, schreven dit stuk namens de Coalitie Tegen De Honger.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content