Wat we van Afrikaanse filosofie kunnen leren

'De Afrikaanse filosofie levert een even positieve bijdrage aan het wereldgedachtegoed als enig andere filosofie.' © ten have

Filosofe Sophie Oluwole deelt in Socrates en Orunmila haar wonderbaarlijke ontdekkingen over de Afrikaanse filosoof Orunmila, die leefde ten tijde van Socrates. Knack biedt u een selectie uit het boek aan.

Door simpele vertaalfouten en interpretatieverschillen heeft de Afrikaanse filosofie echter nooit haar bijdrage aan de wereldfilosofie kunnen leveren.

De erfenis van de klassieke Afrikaanse filosofie heeft veel te bieden. Toekomstige Afrikaanse denkers die recht doen aan hun klassieke traditie, kunnen het Westen voorzien van een gezond alternatief voor hun oppositionele manier van denken.

Wellicht dat de Afrikaanse filosofie het besef kan versterken dat de mens één geheel is, en dat hij een eenheid vormt met zijn medemens, de natuur en God.

Westerse filosofie vertoont de neiging kunstmatige tegenstellingen op te werpen tussen de kennende versus de handelende mens, vrijheid van het individu versus het algemeen belang van de gemeenschap, door technologie gedomineerde welvaart versus respect voor en harmonie met de natuur. Deze tegenstellingen zijn zo in het westerse denken vastgeroest dat ze inmiddels vooruitgang blokkeren.

Als we de wilde speculaties van klassieke westerse denkers opzijzetten en met Afrikaanse ogen naar hedendaagse kwesties kijken, ontstaat er wellicht een ander inzicht: een inzicht waar eerder geen ruimte voor was, omdat het westerse kader altijd zo overheerste.

Het gaat er niet om de superioriteit van het Afrikaanse denken ten opzichte van het westerse aan te tonen. Beide denkkaders hebben hun zwakke en sterke punten. Zowel Socrates als Orunmila waren grote denkers, die beiden hun waarde hebben bewezen.

Door simpele vertaalfouten en interpretatieverschillen heeft de Afrikaanse filosofie echter nooit haar bijdrage aan de wereldfilosofie kunnen leveren. En dit terwijl deze filosofie een even positieve bijdrage aan het wereldgedachtegoed levert als enig andere filosofie.

Als we lessen willen trekken uit de Afrikaanse filosofie, moeten we in het oog houden dat de betekenis van concepten en ideeën nooit een-op-een te vertalen is. Vertalen is uitleggen, interpreteren en begrijpen.

Dat geldt ook voor het hanteren van verschillende denkkaders. Door ideologieën op te schorten, tonen we ons respect voor wat ik als onschendbaar principe beschouw: elke tekst die bewijst rationeel, kritisch en wetenschappelijk te zijn, verdient de naam filosofie. Wat vooropstaat is respect voor de menselijke ervaring, en door dit respect ontdek ik het complementair-dualistische denkkader.

Het is de roeping van denkers die tekortkomingen in bestaande filosofieën ontdekken om nieuwe ideeën te creëren. Een goede beheerder van het denken gooit nooit het kind met het badwater weg. Ik hoop oprecht dat mijn aarzelende eerste stappen op dit interculturele pad anderen uitdagen verder na te denken.

Democratie

Het Ifa-corpus (ifa is een goden- en religieussysteem gebaseerd op dit corpus, nvdr.) is niet statisch, maar laat allerlei ontwikkelingen zien; de door Orunmila in gang gezette wijsgerige traditie veranderde mee met nieuwe omstandigheden.

Een eerste inspirerend voorbeeld toont hoe oude ideeën en principes na kritisch onderzoek zijn vervangen door nieuwe ideeën. Een van de gebieden in de samenleving waarin we die flexibiliteit aantreffen is het politieke domein. We gaan hiervoor terug naar het Ibadan van 1830. Het monarchistische systeem van deze Yoruba-stad bestond uit een duo-heerschappij. Omdat de eerste mensen die zich in dit gebied vestigden voornamelijk militair of civiel waren, ontstond het gebruik dat beide groepen een heerser afvaardigden. Uit welk gebied de kandidaat kwam, maakte niet uit. De afgevaardigden werden benoemd na een serie politieke promoties. Vanaf die tijd is de praktische toepassing van dit afvaardigingsprincipe gemeengoed in de politiek-bestuurlijke geschiedenis van dit grootse Yoruba-volk. Deze revolutionaire democratische bestuursvorm is mondiaal gezien een zeldzaam fenomeen.

Een ander voorbeeld borduurt voort op Orunmila’s gelijkheidsprincipe en vinden we in de bestuurlijke verantwoordingsprincipes van het Yoruba-volk. In het Westen zijn bestuurders en diplomaten onschendbaar; zolang hun ambtstermijn duurt kunnen zij niet aangeklaagd worden. Yoruba-bestuurders, Oba genaamd, kennen deze onschendbaarheid niet. Als zij zich gedurende hun ambtstermijn niet houden aan democratische principes zoals integriteit, publieke verantwoording en ‘macht bij het volk’, is het mogelijk hen tijdelijk uit hun ambt te zetten. Zij dienen zich vervolgens voor de rechtbank te verantwoorden, die hun een passende straf oplegt. Na hun veroordeling hebben ze hun straf uit te zitten, pas daarna kunnen ze hun ambt en onderscheidingen terugontvangen. Toevalligerwijs zijn de principes waar Yoruba-politici zich aan dienen te houden precies de idealen die men in de westerse democratie nastreefde maar in de praktijk niet doorvoerde.

Vele uit het Westen geïmporteerde religieuze, filosofische, wetenschappelijke en sociale principes brachten achteruitgang in plaats van vooruitgang voor de status van het Afrikaanse denken.

Vele uit

Juist van die idealen beweerden Amerikaanse filosofen dat andere landen en volken ze niet bezaten. Ten onrechte prezen zij dan ook hun eigen mannelijk-chauvinistische democratische model aan als de grootste bijdrage van het Westen aan de politieke wereld.

In de Bijbel staat nog een voorbeeld van een traditioneel democratisch gebruik. Jethro, een Nubische priester, instrueerde zijn schoonzoon Mozes het rijk in kleinere delen op te splitsen. In de kleinere lokale gebiedsdelen was makkelijker en effectiever vorm te geven aan het politieke bestuur. Dit gebruik is over de wereld verspreid naar de meeste democratische landen, maar zonder dat zijn Afrikaanse bron erkend wordt. In de traditionele Afrikaanse samenleving was dit opdelingsprincipe wijdverbreid lang voordat het in het Westen ingang vond. Maar nadat hun landen vorige eeuw de onafhankelijkheid hadden verkregen, kozen Afrikaanse leiders voor het aan het Westen ontleende, minder democratische mannelijk-chauvinistische model.

Dat zulke robuuste oorspronkelijke democratische principes dus totaal werden genegeerd, en dat het Westen Afrika verarmde alternatieven oplegde, maakt de sociale achterstand daar begrijpelijker. Vele uit het Westen geïmporteerde religieuze, filosofische, wetenschappelijke en sociale principes brachten achteruitgang in plaats van vooruitgang voor de status van het Afrikaanse denken.

De hoogbeschaafde opvatting dat ervaren vrouwen, jongeren en nieuwkomers een belangrijke rol behoren te spelen in politiek-bestuurlijke zaken, was tot voor kort vervangen door een westerse opvatting: alleen rijke mannelijke leden van de samenleving kregen het recht de staat te besturen, daarmee rechten aan arme mannen, alle vrouwen en buitenlandse leden van de samenleving ontnemend.

Nooit zijn er op enigerlei wijze intellectuele excuses aangeboden voor de moreel niet te rechtvaardigen vernietiging van de vele hoogbeschaafde Afrikaanse koninkrijken, in plaats waarvan de westerse gelukszoekers hun ‘wijsheid’ in de vorm van technologische macht en oorlogstuig achterlieten.

Wat we van Afrikaanse filosofie kunnen leren
© ten have

In deze drie voorbeelden treffen we politieke principes aan die met hun tijd meegaan en rechtdoen aan de menselijke ervaring. We herkennen Orunmila’s wijsheid dat ervaren mannen, vrouwen, jongelui en nieuwkomers in het politieke stelsel toegang hebben tot de hoogste bestuurlijke positie van een gemeenschap.

Daarnaast zien we terugkomen dat het volk bij machte is zijn bestuurders af te zetten. Hadden we Orunmila nog steeds gezien als een goddelijk wezen, dan zouden we de oorsprong van deze politieke principes gemist hebben. Hadden we het Ifa-corpus het label ‘occult bijgeloof’ opgeplakt, dan zouden deze democratische praktijken er geen onderdeel van kunnen zijn. Hadden we door een gekleurde westerse bril gekeken, dan zouden we een andere oorzaak aanwijzen: de superieure beschaving van het Westen is doorgedrongen tot het Yoruba-volk.

Een van de lessen die we uit deze voorbeelden halen, is dat twee kapiteins goed hetzelfde schip kunnen besturen, zeker als dat ‘schip’ verder wordt bemand door vertegenwoordigers uit meerdere bevolkingsgroepen.

Een andere les is dat verantwoording voor kwade daden niet in het hiernamaals op ons wacht, maar dat mensen elkaar gedurende het leven verantwoording schuldig zijn.

Tot slot leren we dat een omvangrijke samenleving lastig bestuurbaar is, maar dat democratische principes aan kracht winnen in kleinere gemeenschappen.

Socrates en Orunmila: Wat we van Afrikaanse filosofie kunnen lerenvan Sophie Bosede Oluwole is uitgegeven bij ten have, € 19,99, 176 pagina’s, vertaald en bewerkt door Saskia van der Werff, ISBN 9789025905866.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content