Dirk Rochtus

‘Wat nu, Angela?’

Dirk Rochtus Doceert Internationale Politiek en Duitse Geschiedenis aan KU Leuven/Campus Antwerpen.

De Grote Coalitie van christendemocraten en sociaaldemocraten likt haar wonden na tegenvallende verkiezingsresultaten. ‘Merkel geldt als medeverantwoordelijke voor de nederlagen. Door een stap opzij te zetten hoopt ze de afkalving van de christendemocratie tegen te gaan,’ schrijft prof. Dirk Rochtus.

Verraden lokale en regionale verkiezingen iets over de houding van de burgers tegenover de federale regering of over hun kiesgedrag bij eventueel daaropvolgende nationale verkiezingen? De verkiezingen die achtereenvolgens – met een verschil van twee weken – plaatsvonden in de Duitse deelstaten Beieren (14 oktober) en Hessen (28 oktober) lijken die vraag positief te beantwoorden. De christendemocraten van de CDU en CSU en de sociaaldemocraten (SPD) die in Berlijn de Grote Coalitie (GroKo) vormen, kregen zowel in Beieren als in Hessen het deksel op de neus.

Wat nu, Angela?

In Beieren speelde de CSU haar absolute meerderheid kwijt en in Hessen verloor de regerende CDU 11,3 procent; in beide deelstaten kreeg de SPD een verlies van telkens rond de 11 procent te verduren. De grote winnaar waren telkens de Groenen (+ 8,7 procent in Hessen), ondanks het feit dat ze in Hessen mee met de CDU regeerden en eigenlijk op het vlak van mobiliteit niet zoveel hadden gerealiseerd. Ook in Hessen groeide de Alternative für Deutschland (AfD) (van 4,1 procent naar 13,1 procent). Ze is nu in elk van de zestien deelstaatparlementen van Duitsland vertegenwoordigd. De liberalen (FDP) geraakten met 7,5 procent (+ 2,5 procent) boven de vijfprocentkiesdrempel, net zoals de links-radicale ‘Die Linke’ met 6,3 procent (+ 1,1 procent). Traditioneel staat Die Linke niet zo sterk in het westen van Duitsland als in het oosten, maar haar niet zo slechte score in de West-Duitse deelstaat zou te verklaren zijn door de aanwezigheid van meer pragmatische linksen op de lijst en voorafgaandelijke speculaties over een coalitie van SPD-Linke-Grüne.

Gehakketak

Op landelijk vlak zijn de partijen van de Grote Coalitie de verliezers, de oppositiepartijen in de Bondsdag de winnaars. Nu ontbrandt in de partijcentrales van christen- en sociaaldemocraten de discussie over de oorzaken van die nederlagen – ongetwijfeld ook over wie de schuldige is – en over de lessen die eruit getrokken zullen worden. En dus over de toekomst van de Grote Coalitie. Bondskanselier Angela Merkel (CDU) had zich tijdens de kiescampagne in Hessen laten blikken aan de zijde van haar partijgenoot, minister-president Volker Bouffier. Het heeft niet mogen baten, misschien integendeel zelfs. Met haar migratiebeleid heeft ze al te veel conservatieve kiezers voor het hoofd gestoten. Ook de ruzies en het gehakketak binnen de Grote Coalitie breken de christendemocraten en sociaaldemocraten nu bij de regionale verkiezingen zuur op. Berlijn straalt negatief af op München (Beieren) en Wiesbaden (Hessen). De twee opeenvolgende verkiezingsuitslagen noemt Florian Post (SPD), lid van de Bondsdag, het federale parlement, een ‘Aufstand der Bürger gegen die Bundesregierung’.

Aan de rand aangevreten

Christendemocraten en sociaaldemocraten golden altijd al als ‘Volksparteien’, omwille van hun aantrekkingskracht op de meest verscheiden lagen van de bevolking en hun daaruit voortvloeiende aanhang van tussen de 30 en 40 procent. Hun mobiliseringskracht begint na te laten. Het centrumrechtse kamp, waarvan de CDU en CSU de vaandeldragers zijn, wordt aan de extreme rand aangevreten door de AfD; in het linkse kamp glijdt de fakkel uit de handen van de SPD en wordt die overgenomen door de Grüne. De respectievelijke concurrenten – FDP en Die Linke – gaan er in verhouding slechts licht op vooruit. AfD en Grüne winnen bijna evenveel, maar er zijn geen andere gelijk in opmars zijnde partijen die zo elkaars tegenpolen vormen. De ‘opstand van de burger’ zoals die zich neerslaat in het succes van AfD en Grüne bewaarheidt de vrees die politici en analisten altijd met betrekking tot een Grote Coalitie hebben gekoesterd, namelijk dat de randen rechts en links erdoor worden versterkt. Dat was vroeger al zo, met de Grote Coalitie van 1966-69, toen de Nationaldemokratische Partei Deutschlands (NPD) en de Außerparlamentarische Opposition (buitenparlementaire oppositie, APO) respectievelijk aan de rechtse en linkse rand kwamen opzetten.

Einde van een tijdperk

Tot nu toe combineerde Angela Merkel kanselierschap en partijvoorzitterschap. Dat garandeerde haar macht en invloed. Maar Hessen is na Beieren een bijkomend signaal dat het zo niet verder kan. Merkel geldt als medeverantwoordelijke voor de nederlagen. Door een stap opzij te zetten en iemand anders via het voorzitterschap klaar te stomen voor haar opvolging als kanselier in 2021 hoopt ze de afkalving van de christendemocratie tegen te gaan. En welke lessen trekt Andrea Nahles, voorzitter van de SPD, uit de nederlaag van haar partij? Binnen de SPD zullen er misschien weer stemmen opgaan om uit de GroKo te stappen, uit de als verstikkend ervaren coalitie met Merkel. Maar met welk wervend verhaal kan de SPD dan vanop de oppositiebank of bij nieuwe federale verkiezingen de schade inhalen? Bij de CDU leidt personeelsvernieuwing aan de top misschien nog tot herbronning, maar de SPD zal nog een langere weg moeten afleggen om ideologisch in het reine te komen met zichzelf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content