Kathleen Van Brempt & Bruno Tobback (SP.A)

‘Waarom we dringend werk moeten maken van een Europese Klimaatwet’

Kathleen Van Brempt & Bruno Tobback (SP.A) Volksvertegenwoordigers in het Europees en Vlaams Parlement.

‘Zoals de euro nood had aan bindende begrotingsregels, zo heeft een gemeenschappelijk klimaatbeleid nood aan een Europese Klimaatwet die de doelstellingen van het Akkoord van Parijs verankert in bindende wetgeving’, schrijven Kathleen Van Brempt en Bruno Tobback (SP.A).

Naarmate we elke dag een stap dichter komen bij het punt waarop de opwarming van het klimaat onomkeerbaar schadelijk zal zijn voor onze – vooralsnog enige – planeet groeit ook de terechte verontwaardiging over de traagheid en het gebrek aan rechtlijnigheid van het beleid in veel Europese lidstaten. Hoewel ze vaak lippendienst bewijzen aan het belang van klimaatbeleid blijven heel wat regeringen – ook de Belgische – immers wedden op twee paarden. Ook fossiele brandstoffen en schadelijke activiteiten blijven steun en in vele gevallen zelfs subsidies genieten. Dat we niet op het spoor zitten om de voorspelbare en voorspelde catastrofe te vermijden, hoeft dan ook niet te verbazen.

Waarom we dringend werk moeten maken van een Europese Klimaatwet.

Nochtans hebben we in het voorbije decennium haast ongemerkt een technologisch en economisch tipping point bereikt. Na jaren van worstelen in de marge zijn hernieuwbare energiebronnen, uitstootvrije voertuigen en een hele reeks andere koolstofneutrale technologieën marktrijp én concurrentieel. Institutionele beleggers zitten ook op een enorme berg middelen, op zoek naar futureproof investeringen. Een echte transitie naar een duurzaam economisch model, die bovendien een enorme boost zou geven aan een hele reeks nieuwe bedrijven en arbeidsplaatsen, ligt dus binnen bereik. In Duitsland bijvoorbeeld werken vandaag tien keer zoveel mensen aan windmolens dan er nog overblijven in de volkomen gedateerde en gedoemde productie van bruinkool.

Steun van overheden noodzakelijk

Om al die letterlijke en figuurlijke energie te mobiliseren en écht over het kantelpunt te komen, is de ondubbelzinnige steun van de overheden een absoluut noodzakelijke voorwaarde. In het verleden – en jammer genoeg tot de dag van vandaag in sommige gevallen – hebben die op allerlei manieren de economische ontwikkeling op basis van fossiele brandstoffen (of nucleaire energie) gesteund. Om de omslag te maken, moet de keuze voor een nieuw en duurzaam model nu even resoluut en ondubbelzinnig zijn.

Met huidige Europese wetgeving zullen de klimaatdoelstellingen van Parijs nooit gehaald worden.

Naar het voorbeeld van onder meer Frankrijk, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de meeste Scandinavische landen zijn wij er dan ook absoluut van overtuigd dat ook België zijn doelstelling om ten laatste in 2050 volkomen klimaatneutraal te zijn, moet vastleggen in bindende wetgeving die ook heldere tussentijdse doelstellingen bevat.

Maar als Europese sociaaldemocraten willen we een stap verder gaan en dat principe ook op de tafel van de nieuwe Europese Commissie leggen in de vorm van een alomvattende Europese Klimaatwet. Zo’n Klimaatwet zou als verordening ook direct bindend zijn voor lidstaten, wat ook België meteen het noodzakelijke duwtje in de rug zou geven om opnieuw in het koppeleton te gaan rijden.

Het Europese klimaatbeleid is de afgelopen jaren weliswaar al in een ingewikkeld lappendeken van richtlijnen en verordeningen gegoten, maar het uiteindelijke effect ervan op de uitstoot van broeikasgassen is eigenlijk onvoorspelbaar. De huidige Europese regels laten evenmin toe om nalatige lidstaten in gebreke te stellen als ze onvoldoende maatregelen nemen om energie te besparen, om om te schakelen naar hernieuwbare energie of om de uitstoot van broeikasgassen te beperken.

Ontoereikend

Wel al duidelijk is dat met de bestaande Europese regelgeving de Klimaatakkoorden van Parijs nooit gehaald worden. Het EU klimaatbeleid bevat momenteel immers enkel doelstellingen tot 2030 en zet verder geen geloofwaardig traject uit om klimaatneutraliteit tegen 2050 te halen. Bovendien is het amalgaam aan Europese wetgeving niet in staat om snel bij te sturen, bijvoorbeeld als uit het internationaal opvolgingsmechanisme van het Akkoord van Parijs blijkt dat het ambitieniveau moet opgekrikt worden.

Europa is kwetsbaar voor de effecten van klimaatverandering en beschikt bovendien niet over noemenswaardige reserves aan fossiele brandstoffen. Een drastische keuze voor een transitie naar duurzame energiebronnen is dan ook niet alleen een morele maar evengoed een economisch vooruitziende keuze. Een echt transitiebeleid kan een positief effect op onze welvaart hebben dat minstens even groot is als het gebruik van een gemeenschappelijke munt.

Net zoals een gemeenschappelijke munt heeft ook een gemeenschappelijk ambitieus klimaatbeleid nood aan duidelijke afspraken, een gemeenschappelijke roadmapen een mechanisme dat garandeert dat de engagementen worden nagekomen. Landen en ondernemingen die vooruit willen, mogen niet gehinderd worden omdat ze niet zeker zijn dat er binnen de hele Europese markt een level playing field gegarandeerd is. Hoe voorspelbaarder het beleid, hoe beter én gerichter de investeringsbeslissingen van bedrijven zullen zijn.

Naar een gemeenschappelijk klimaatbeleid

Onze conclusie is dan ook duidelijk: zoals de euro nood had aan bindende begrotingsregels, zo heeft een gemeenschappelijk klimaatbeleid nood aan een Europese Klimaatwet die de doelstellingen van het Akkoord van Parijs verankert in bindende wetgeving. Die wetgeving moet in de eerste plaats een duidelijk doel op de lange termijn verankeren, namelijk dat alle lidstaten tegen 2050 verplicht klimaatneutraal moeten zijn en dus de uitstoot van broeikasgassen met 95 procent moeten laten dalen.

Ze moet ook een mechanisme bevatten dat – naar analogie met de Europese begrotingscyclus – toelaat om het klimaatbeleid jaarlijks onafhankelijk te laten beoordelen én het zo goed als automatisch aan te scherpen als dat noodzakelijk blijkt. Ons voorstel is om aan elke lidstaat koolstofbudgetten toe te wijzen die niet mogen overschreden worden en die jaarlijks afnemen tot de EU in 2050 klimaatneutraal is.

De Klimaatwet moet voor ons ook een sanctiemechanisme bevatten voor lidstaten die hun doeltellingen niet of onvoldoende halen, in de vorm van administratieve boetes die terecht komen in een Europees Klimaatfonds. Dat fonds kan dienen om projecten op vlak van koolstofrecyclage (CCU) en grensoverschrijdende projecten op vlak van hernieuwbare energie zoals bijvoorbeeld offshore windparken te financieren.

De Klimaatwet moet ook een duidelijk kader vastleggen voor een faire verdeling van de kosten en de baten van de investeringen die nodig zijn. Vandaag betalen burgers veel meer voor klimaatmaatregelen dan bedrijven, en zijn er ook te weinig garanties dat de baten van succesvolle nieuwe sectoren in voldoende mate bijdragen aan een rechtvaardige transitie. De omslag naar een koolstofvrije economie is de industriële revolutie van onze tijd, als sociaaldemocraten willen we in geen geval aanvaarden dat het, zoals bij de vorige, een generatie van miserie en strijd kost om de baten ervan eerlijk te verdelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content