Waarom May niet kan thuiskomen zonder brexitdeal

Theresa May © REUTERS
Frank Vandecaveye
Frank Vandecaveye Freelancejournalist

Op 29 maart zal de Britse regering de brexit in gang zetten. De twee jaar die volgen, zullen broodnodig zijn om een duurzaam akkoord te sluiten. Zeker voor de Britten, want no deal is no option.

De Britse regering zendt op woensdag 29 maart een brief naar de EU om het Britse lidmaatschap van de EU op te zeggen. Dat liet Tim Barrow de Britse ambassadeur bij de EU maandag aan Donald Tusk weten, de voorzitter van Europese Raad van Ministers weten. Daarmee is de race naar maart 2019, wanneer de brexitonderhandelingen afgerond moeten zijn, ingezet. In elk geval wacht de brexitaanhangers een harde reality check.

Boris Johnson
Boris Johnson© EPA

Premier Theresa May, die binnen de Conservatieve Partij aanvankelijk tot het remain-kamp van haar voorganger David Cameron behoorde, maakte vorig jaar een bocht. Ze verzoende zich met het leave-kamp van haar ministers Boris Johnson (Buitenlandse Zaken), Liam Fox (Handel) en David Davis (de Brexit-minister) en volgde daarmee ook ‘de wil van de meerderheid van het volk’.

Een resoluut afscheid van de Europese Unie dus. Na deze brexit wil de Britse regering de soevereine zeggenschap over de immigratie en aanvaardt ze niet langer het gezag van het Europese Hof van Justitie bij geschillen. Daarmee voldoet het Verenigd Koninkrijk niet langer aan de vier basisprincipes van de Europese interne markt: het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en arbeid.

De facto plaatst het Verenigd Koninkrijk zich op die manier ook buiten de Europese douane-unie, waar het voor zijn toetreding tot de EU lid van was. Een statuut buiten de interne markt, maar binnen de deze douane-unie, zoals Noorwegen en Zwitserland, is volgens de Gentse hoogleraar en EU-specialist Hendrik Vos, ook niet haalbaar: ‘Die landen erkennen het vrije verkeer van werknemers en betalen mee in het budget van de EU. Dat wil May niet’.

De harde brexit en zijn gevolgen

Lange tijd liet May niet in haar kaarten kijken. Pas in haar Lancaster House speech in januari lichtte ze voor het eerst een flinke tip van de sluier. Het kan alle kanten uit, zei ze toen: de EU kan onze beste vriend blijven als er een vrijhandelsakkoord komt met het VK in de rol van een associate member, ook al is het geen lid meer van de interne markt of van de douane-unie. Volgens Hendrik Vos is het een van de vele vaagheden waarmee de brexiteers goochelen, maar waarvan niemand weet wat het precies inhoudt.

De wervende slogan van een soeverein global post-brexit Britainmet zoveel mogelijk handelsakkoorden wereldwijd klinkt nogal hol, maar vooral erg duur.

Een slechte deal voor het VK wil May in elk geval niet. Dan liever geen deal, zei ze in het Lancaster House. Dat lijkt vooral stoere retoriek. Geen deal met de EU betekent immense economische averij voor het VK. De Britten zouden dan de status krijgen van een derde land dat het gemeenschappelijk buitentarief betaalt. Dat komt er eigenlijk op neer dat alle handel tussen de EU en het VK onder de veel hogere tarieven van de World Trade Organisation vallen en dus ook bijna de helft van de Britse goederenexport, want zoveel wordt er naar de EU uitgevoerd.

Omgekeerd is de schade beperkter, want er gaat slechts 8% van de totale EU-goederenexport naar het VK. De voormalige minister van Financiën George Osborne liet de kost van een terugval op WTO-tarieven berekenen voor het VK en kwam uit op een krimp van 5,4 à 9,5 procent van het bbp na 15 jaar.

De wens van de Britten om voor de zeer kwetsbare automobielsector en het financiële centrum van de Londense City (10 procent van het Britse BNP!) uitzonderingsregelingen te creëren, wordt door de EU afgedaan als cherry picking en is dus onaanvaardbaar.

Zonder een vrijhandelsverdrag buiten de EU dreigen de banken in de City hun Europese paspoortrechten te verliezen, waardoor ze hun financiële diensten niet langer in de EU kunnen aanbieden vanuit Londen. Frankfurt, Dublin, Parijs en Amsterdam staan klaar om ze met open armen te ontvangen.

Als Europa zich niet soepel opstelt, dan houdt May een ultieme stok achter de deur: ultralage belastingtarieven om buitenlandse ondernemingen te lokken.

Een bijkomende zware kost is de uitbouw van tal van douane en andere ambtelijke diensten, waarvan de taken nu door de EU worden uitgevoerd zoals het invorderen van invoerrechten, accijnzen en de BTW aan de buitengrenzen. Ook om de honderden EU-verdragen met niet EU-landen te heronderhandelen moet het VK nieuwe diensten uitbouwen en experten bij elkaar zoeken.

In die optiek klinkt de wervende slogan van een soeverein global post-brexit Britain met zoveel mogelijk handelsakkoorden wereldwijd nogal hol, maar vooral erg duur. Het geeft een idee van het titanenwerk dat de Britse overheid te wachten staat na de Brexit.

Lopen de Britten boos weg uit de onderhandelingen, dan is de kans groot dat multinationale bedrijven en banken op de loop gaan voor de onzekerheid van de dreigende cliff edge en massaal hun vestigingen naar het continent verhuizen.

Op al deze gevolgen van een harde brexit alludeerde Donald Tusk toen hij May onmiddellijk van antwoord diende via een tweet dat ‘geen deal slecht is voor iedereen , maar vooral voor het VK’. Voor Guy Verhofstadt (Open VLD / ALDE), de onderhandelingsleider voor het Europees Parlement, staat het sinds die speech van May vast dat het VK voor een harde brexit heeft gekozen.

Waarom May niet kan thuiskomen zonder brexitdeal
© iStock

De stok achter de deur

Als Europa zich niet soepel opstelt, dan houdt May een ultieme stok achter de deur: ultralage belastingtarieven om buitenlandse ondernemingen te lokken. Vooral die dreiging met een Brits belastingparadijs aan de grenzen van de Europese eenheidsmarkt zette kwaad bloed bij Europese leiders.

Volgens de Duitse Europarlementariër Markus Ferber (EVP) druist dat Britse plan in tegen gemaakte internationale belastingafspraken. Maar May’s lichte psychologische oorlogsvoering lijkt vooral ingegeven door de zwakke onderhandelingspositie van de Britten.

De Brexiteers hadden aangedrongen om het artikel 50 in werking te laten treden, omdat er voor het remain-kamp in eigen land dan geen weg terug was. Maar nu speelt de tijdsdruk om tot een akkoord te komen veeleer in hun nadeel. Waarover er moet onderhandeld worden is zo gigantisch veel, dat zelfs bij vlotte onderhandelingen de workload veel te zwaar is.

Hendrik Vos: ‘Er zijn nu zo’n 20.000 Europese wetten van toepassing in Groot-Brittannië. Als we ervan uitgaan dat de onderhandelingen 500 dagen duren, dan betekent dit dat er 40 wetten per dag moeten aangepast worden. Op zo’n omvangrijke onderhandelingen is men niet voorbereid’. Volgens Michel Barnier zal er amper 18 maanden effectief kunnen onderhandeld worden, tot oktober 2018 ongeveer, want het ontwerpakkoord moet daarna nog in de verschillende parlementen van de lidstaten worden geratificeerd.

De Britse onderhandelaars dringen ook aan op overgangsregelingen. Hendrik Vos: ‘De bedrijven op Britse bodem zijn erg bang voor het cliff edge-scenario, de chaos die het gevolg zou zijn mocht er geen deal komen. Ze zijn realistisch genoeg om te beseffen dat handelsverdragen voor honderdduizenden producten op die twee jaar niet zal lukken, omdat ze er de ambtenaren niet voor hebben. Daarom dringen ze aan op die overgangsregeling, zodat ze niet plots in niemandsland terechtkomen’.

Michel Barnier
Michel Barnier© AFP

De brexit-factuur en de expats

Tegenover de Britten staat intussen een hecht Europees blok. Onderhandelingsleider van de Europese Commissie, Michel Barnier, wil absoluut die eenheid handhaven en heeft daarvoor alle lidstaten bezocht om uit te vissen waarover er onenigheid zou kunnen ontstaan. De Commissie wil ook een publiek document met richtlijnen voor de Brexit, dat de Commissie zal uitwerken. Daarvoor krijgt ze op de Europese top van 29 april een onderhandelingsmandaat van de regeringsleiders van de 27 lidstaten.

Die richtlijnen worden een ontnuchteringskuur voor de Brexiteers, aldus een diplomaat in de Financial Times. Barnier wil twee heikele punten absoluut regelen voor er wordt gepraat over een handelsdeal die de Brexit enigszins verteerbaar moet maken voor het VK. Een eerste zaak is de boedelscheiding, die neerkomt op een factuur van ongeveer 60 miljard euro.

Dat cijfer wordt in twijfel getrokken door Brexit-minister David Davis, maar die moest in het Britse parlement zelf bekennen dat zijn regering over geen gefundeerde inschatting van de exitkost beschikt, wat allesbehalve de indruk geeft dat de voorbereiding grondig gebeurde. Die 60 miljard is de optelsom van het 12 procent Britse aandeel van het VK in de schuldenput van de EU, pensioenlasten van de euro-ambtenaren, engagementen in lopende EU-programma’s en de Britse bijdrage aan de begroting tot 2020 met aftrek van het Britse aandeel in de EU-bezittingen.

Brexiteers willen de vrije toegang tot het VK zo snel mogelijk opheffen voor EU-migranten, voor de EU kan dit pas binnen 2 jaar.

De 27 EU-lidstaten hebben er alle belang bij de Britten diep in de buidel te laten tasten, want het overblijvende gat dat ze achterlaten moet door de 27 overblijvende lidstaten worden opgevuld en dat voorspelt interne discussies. Alvast op dit vlak zullen de 27 lidstaten moeilijk uit elkaar te spelen zijn, benadrukt Hendrik Vos.

Theresa May liet al verstaan niet bepaald happig te zijn om eerst over die rekening te onderhandelen. Zij wil de de onderhandelingen over de exitbetalingen en de toegang tot de eenheidsmarkt parallel en tegelijkertijd laten verlopen. Ze krijgt daarbij steun van een rapport van de EU-commissie van het Britse Hogerhuis, dat beweert dat alle Britse financiële verplichtingen verdwijnen als er geen akkoord komt en dat Artikel 50 geen betalingen impliceert, omdat 2 jaar na zijn inwerkingtreding alle verdragen vervallen.

Een tweede punt dat Barnier wil geregeld zien voor de handel ter sprake komt, is dat de 3,2 miljoen EU-expats die volkomen legaal in het VK verblijven, er nog steeds mogen blijven wonen en werken en dat hun uitkeringen en pensioen verzekerd zijn. Maar aangezien ook 1 miljoen Britten in de EU resideren, kan hierover op basis van wederkerigheid onderhandeld worden.

Het is onmogelijk om in het onderhandelingsproces een nieuwe arbitragerechtbank op te richten. Dat betekent dat het Europese Hof bij twijfelgevallen, bij discussies of uiteenlopende interpretaties een oordeel zal moeten vellen.

Hendrik Vos (UGent)

Beide groepen expats leven nu in de grootste onzekerheid. En opnieuw geldt: als dit niet lukt, moet het VK hierover bilaterale onderhandelingen voeren met elk van de 27 lidstaten. Brexiteers willen de vrije toegang tot het VK zo snel mogelijk opheffen voor EU-migranten, voor de EU kan dit pas binnen 2 jaar.

De Brexiteers willen ook niet langer Het Europese Hof van justitie erkennen bij geschillen na een eventueel akkoord. Daarom moet er ook een nieuw arbitragehof komen, maar onder andere Guy Verhofstadt eist wel dat in de onderhandelingen over een overgangsregeling het gezag van het Europese Hof wel erkend wordt.

Hendrik Vos volgt hem daarin: ‘Het is onmogelijk om in het onderhandelingsproces een nieuwe arbitragerechtbank op te richten. Dat betekent dat het Europese Hof bij twijfelgevallen, bij discussies of uiteenlopende interpretaties een oordeel zal moeten vellen. De komende twee jaar blijft Groot-Brittannië immers lid van de EU.’

May heeft wel van het brexit-debat gebruik gemaakt om haar conservatieve partij opnieuw te verenigen en te herpositioneren in het Britse politieke landschap.

De Schotse premier Nicola Sturgeon
De Schotse premier Nicola Sturgeon© REUTERS

Met de keuze voor een harde brexit lonkt ze ook naar de kiezers van de anti-immigratiepartij Ukip (UK Independance Party) en naar de naar schatting 35 à 40 procent Labourkiezers die voor een brexit hebben gestemd. Het harde besparingsbeleid van de vorige regering-Cameron verwees ze naar de prullenmand en ze hield een pleidooi voor een socialere Britse samenleving en lonkte zo openlijk naar die Labour-kiezers. Uit de opiniepeilingen blijkt dat die strategie werkt, want de Tories lopen uit op Labour en Ukip blijft een stuurloos schip.

De vraag blijft hoelang ze de eensgezindheid zal kunnen bewaren naarmate de onderhandelingen vorderen en de onvermijdelijke compromissen niet kunnen uitblijven, wil ze niet zonder akkoord achterblijven.

Nu al is er rebellie binnen het VK. Zo vindt Schots premier Nicola Sturgeon dat de Schotten uiterlijk begin 2019 opnieuw moeten kunnen stemmen over een vertrek uit het Verenigd Koninkrijk. Zo wil ze proberen om Schotland, dat in het referendum vorig jaar grotendeels remain stemde, uit de maalstroom van een harde brexit te houden.

Blijft de vraag hoelang de eenheid tussen de 27 Europese lidstaten tijdens het onderhandelingsproces kan standhouden. Uit het pleidooi van de Vlaamse minister-president Geert Bourgeois (N-VA) voor een vrijhandelsakkoord met het VK blijkt hoe moeilijk dit kan worden. Een harde brexit zou de Belgische exportbedrijven 1,6 miljard euro aan tariefverhogingen en het VK is Vlaanderens vierde handelspartner.

Wordt de verleiding niet echt groot om zich door de Britten uit verband te laten spelen? Hendrik Vos: ‘De lidstaten beseffen dit inderdaad. Het is gedeeltelijk om zich tegen zichzelf te beschermen dat ze de Europese Commissie mandateren om in hun naam te onderhandelen. Ze zullen tijdens de onderhandelingen wellicht hier en daar wat willen bijsturen en lobbyen, maar finaal zal het Barnier zijn die onderhandelt en dat is goed voor de coherentie’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content