Waarom Le Pen en Macron de adem van radicaal-links in hun nek voelen

© REUTERS
Frank Vandecaveye
Frank Vandecaveye Freelancejournalist

Terwijl Emmanuel Macron en Marine Le Pen een robbertje vechten om het Elysée, komt vanuit de schaduw de radicaal-linkse Jean-Luc Mélenchon opzetten. Wie is deze vlotte spreker en ex-minister die de Zesde Republiek wil uitroepen?

De radicaallinkse kandidaat Jean-Luc Mélenchon zet in de laatste rechte lijn naar de eerste ronde een indrukwekkende eindsprint in. In een maandelijkse peiling van het peilingbureau Kantar Sofres voor Le Figaro, LCI en RTL gepubliceerd op zondag 9 april stijgt de leider van de beweging La France Insoumise dankzij zijn fel gesmaakte optreden in de twee nationale televisiedebatten van 12 naar 18 procent en laat daarbij François Fillon (17 procent), de kandidaat van Les Républicains , achter zich.

De twee koplopers – Emmanuel Macron, de leider van de sociaalliberale beweging En Marche en Marine Le Pen, voorzitter van het extreemrechtse Front National – blijven met 24 procent het kandidatenveld aanvoeren, maar verliezen allebei 2 procent. De PS-kandidaat Benoît Hamon verliest 3 procent en komt op 9 procent van de kiesintenties.

Hamon was zelf even minister van Onderwijs onder Hollande, maar stapte al vlug op omdat de centrumkoers van de regering-Valls hem niet beviel.

Volgens de meeste peilingen was Mélenchon de grote winnaar van zowel het tweede televisiedebat op 4 april op BFM TV en Cnews als op dat van 20 maart op TF1. Mélenchon wist blijkbaar heel wat Fransen te overtuigen of in elk geval te ontdekken. Velen zien in hem een alternatief voor de officiële PS-kandidaat Benoît Hamon en zelfs voor de kandidate van het Front National, Marine Le Pen.

De vijfenzestigjarige Mélenchon heeft charisma en is bovendien een begenadigd volkstribuun, die grote massa’s lokt op zijn meetings. Twee uur lang weet hij aan één stuk door zijn publiek te boeien met zijn retorisch talent en zijn grappige oneliners. In de Vieux Port in Marseille kwamen op zondag 9 april volgens de organisatoren zo’n 70.000 mensen zijn toespraak beluisteren. Hij weet die mobiliseringskracht van zijn meetings overigens handig te versterken met de technologie van hologrambeelden.

Zo sprak hij op 5 februari simultaan op twee plaatsen tegelijk het publiek toe. Op 18 april wil hij die stunt herhalen door vanuit Dijon in zeven steden tegelijk een campagnemeeting te organiseren. De campagne van Bernie Sanders in de Democratische voorverkiezingen in de VS stond hier ongetwijfeld model voor.

Het probleem van Hamon

Mélenchon weet veel ontgoochelde PS-kiezers voor zich te winnen en heeft de steun van de communistische partij (PCF). De officiële PS-kandidaat Benoît Hamon verliest immers gestaag terrein in de peilingen. Hamon was zelf even minister van Onderwijs onder Hollande, maar stapte al vlug op omdat de centrumkoers van de regering-Valls hem niet beviel. Hij behoort tot de linkervleugel van de partij en won de voorverkiezingen van La Gauche, maar wordt nu platgewalst tussen de twee rijzende sterren bij links, de radicale Mélenchon en de sociaal-liberale hervormer Emmanuel Macron.

Hamon zit willens nillens met de erfenis van vijf jaar François Hollande opgescheept. Hollande beloofde veel jobs, maar tot 2016 bleef de werkloosheid stijgen. Pas in het laatste kwartaal van 2016 kwam de kentering, te laat om er electoraal de vruchten van te plukken. Vandaag telt Frankrijk 3,44 miljoen voltijds werklozen of 9,7 procent van de beroepsbevolking.

Het grote probleem, waarmee Hollande kampte, is het enorme leger langdurig werklozen dat sinds het begin van de financiële crisis in 2008 met 150 procent gestegen is. Noord-Frankrijk is één van de zwaarst getroffen regio’s. Om het leven voor deze grote groep draaglijker te maken lanceerde Hamon het idee van het universeel basisinkomen, maar hij kwam er veel te laat mee op de proppen, zodat hij middenin de campagne heel wat tijd en energie moet steken in inspanningen om het uitgelegd te krijgen.

Mélenchon wil het minimumloon optrekken tot 1300 euro netto, de werkweek van 35 naar 32 uur terugbrengen en de pensioenleeftijd verlagen van 62 naar 60 jaar.

Hamon voelt zich binnen het deelnemersveld van de kandidaten het meeste verwant met Mélenchon en zei dat hij in de tweede ronde veeleer voor Mélenchon dan voor Macron zou stemmen. Maar Mélenchon wees tot twee keer toe zijn avances af om gezamenlijk naar de kiezer te trekken. Zijn oneliner ‘Je ne vais quand-même pas accrocher mon mouvement à un corbillard’ (Ik ga mijn beweging toch niet aan een lijkwagen vasthaken) bleef nazinderen bij de PS.

Dat Hamon zich terugtrekt om de kansen van Mélenchon te vergroten is volgens Le Monde-journaliste Raphaëlle Besse echter onwaarschijnlijk: ‘Zich terugtrekken zou een zodanig zwaktebod zijn, dat het de partij (de PS, nvdr.) zou doen uiteenspatten en Mélenchon incontournable maken bij de hergroepering van de linkerzijde na de presidentsverkiezingen.’

Symboliek

Mélenchon wil het minimumloon optrekken tot 1300 euro netto, de werkweek van 35 naar 32 uur terugbrengen en de pensioenleeftijd verlagen van 62 naar 60 jaar. Hij wil verder in tien jaar tijd het gigantische Franse park van kernreactoren afbouwen en massaal (270 miljard euro) investeren in hernieuwbare energie en overheidsinfrastructuur. Ten slotte wil hij dat ‘het volk’ de grondwet herschrijft en een einde maakt aan de Vijfde Republiek (1958) die onder De Gaulle en zijn opvolgers van het presidentschap een soort monarchistische machtsconcentratie heeft gemaakt.

Mélenchon houdt ook van symboliek. Op het feest van de Parijse Commune (1870) op 18 maart organiseerde hij in Parijs een mars voor zijn Zesde Republiek die, als hij aan de macht komt, de macht weer aan het volk moet teruggeven.

Macron en Hamon zijn uitgesproken pro-Europees, terwijl Mélenchon de Europese verdragen wil heronderhandelen en de Europese Centrale Bank de volledige zeggenschap over de monetaire politiek wil afnemen.

De leider van La France Insoumise is van Spaanse afkomst, bracht zijn jeugd door in Algerije en Marokko en is een overtuigde aanhanger van een multi-culturele samenleving. Hij staat hierin diametraal tegenover het xenofobe Front National van Marine Le Pen. Hij verwijt de rechtse kandidaten Le Pen en Fillon dat ze de ‘autochtone Fransen’ tegen immigranten en moslims opzetten en noemt zich de kandidaat van de vrede en de integratie. Hij slaagt er ook steeds beter in om voet aan de grond te krijgen bij de grote massa laagopgeleide arbeiders, die ontgoocheld in de linkse regering, de jongste jaren vooral Le Pen stemden.

Onder invloed van haar nieuwe strateeg Florian Philippot en haar grote aanhang in fel door werkloosheid geteisterde regio’s indachtig heeft Marine Le Pen haar anti-immigratie- en anti-moslimdiscours onderstut met een links programma van uitkeringen en sociale voorzieningen. Maar zoals steeds is het origineel minstens even aantrekkelijk als de kopie en daar lijkt Mélenchon nu van te profiteren, want zijn score stijgt sneller als die van LePen.

Breuk met Europa

Waarin Mélenchon het sterkst verschilt van de meer gematigde Hamon en van Macron, is zijn buitenlands beleid. Macron en Hamon zijn uitgesproken pro-Europees, terwijl Mélenchon de Europese verdragen wil heronderhandelen en de Europese Centrale Bank de volledige zeggenschap over de monetaire politiek wil afnemen. Dat betekent dat hij een onderhandelde terugtrekking uit de Europese verdragen voorstaat en weer een grenscontrole op kapitaal en goederen wil invoeren. Van de dreigende frexit wil hij gebruik maken om Duitsland onder druk te zetten.

Hij wil dat Frankrijk ook uit de NAVO stapt en hij keert zich tegen het idee van een Europese defensie. Ook hier profileert hij zich als kandidaat van de vrede en wil dat Frankrijk zich inzet om in zoveel mogelijk brandhaarden wereldwijd de vrede te promoten veeleer dan te investeren in een sterk leger, zoals quasi alle kandidaten, maar vooral Le Pen, willen.

Marine Le Pen onderstut haar anti-immigratie- en anti-moslimdiscours met een links programma van uitkeringen en sociale voorzieningen. Maar zoals steeds is het origineel minstens even aantrekkelijk als de kopie.

Macron, die Mélenchon sedert diens opmars bestempelt als de kandidaat van ‘de communistische linkerzijde’ noemde diens vredesoproep op zondag 9 april in Marseille een uiting van onverantwoordelijkheid: ‘De vrede die hij voorstelt is de vrede van Poetin, de unilaterale ontwapening van Frankrijk’.

In het Europeese luik heeft Mélenchons programma opvallende raakpunten met dat van Le Pen, die nog veel manifester voor een breuk met Europa opteert. En wat het programma van de kandidaten van radicaal links en rechts nog gemeen hebben is dat ze bij heel wat rationeel denkende Fransen de vraag oproept: wie zal dat betalen?

Mélenchon piekte ook twee weken voor de eerste ronde van de presidentsverkiezingen in 2012 naar 17 procent, maar uiteindelijk ging links massaal nuttig op François Hollande stemmen en strandde Mélenchon op 11,1 procent. Maar omdat het deelnemersveld nu veel minder gepolariseerd lijkt, wordt een dergelijke rationele reflex bij het kiespubliek in de eerste ronde op 23 april veel minder verwacht. In de peiling van Kantar Sofres beschikt Mélenchon zelfs over het tweede grootste kiespotentieel van alle kandidaten. 39 procent van de Franse kiezers beweren dat ze op hem zouden kunnen stemmen tegenover slechts 32 procent voor Marine Le Pen en 28 procent voor François Fillon. Alleen Emmanuel Macron doet beter met 46 procent potentiële kiezers.

De reactie van de Parijse beurs op deze peiling en de stijgende rente op de Franse overheidsobligaties is misschien wat voorbarig, maar is in elk geval een goede indicatie voor de stijgende ongerustheid in financiële kringen.

De laatste peilingen: Macron en Le Pen nek aan nek, Mélenchon benadert Fillon

In de dagelijkse peiling “rolling” Ifop/Fiducial voor Paris Match/Cnews en Sud Radio van 10 april verliezen Macron en LePen weer een half procent en komen uit op respectievelijk 23 procent en 24 procent. Hier heeft Fillon (18,5 procent) nog een halve procent voorsprong op Mélenchon (18 procent) en komt Benoît Hamon niet verder dan 9 procent.

Volgens een andere peiling van het peilinginstituut BVA/Salesforce voor Orange, Midi Libre en La Presse régionale, op 7 april uitgebracht, deelt Mélenchon de derde plaats met de rechtse kandidaat François Fillon, de voormalige eersteminister van Nicolas Sarkozy (2007-2012). Beide kandidaten halen 19 procent van de kiesintenties. Mélenchon wint hier 4 procent tegenover de vorige peiling, terwijl Fillon status quo blijft. Ook de twee koplopers, de extreem-rechtse Marine LePen en de sociaalliberaal Emmanuel Macron staan in deze peiling op gelijke hoogte met allebei 23 procent van de stemmen, maar ze geven wat voorsprong prijs. Macron verliest 2 procent en LePen 1 procent. De grootste verliezer is de officiële PS-kandidaat Benoît Hamon die 3 procent inlevert en uitkomt op 8,5 procent. Toch zijn nog steeds maar 62 procent van de Fransen zeker van hun keuze.

Volgens een vierde peiling, die wekelijks wordt afgenomen van Odoxa – Dentsu Consulting voor Le Point verliest Emmanuel Macron 2,5 procent en komt uit op 23,5 procent, maar behoudt een halve procent voorsprong op LePen (23 procent) die twee procent inlevert. Hier wint Fillon anderhalve procent en stijgt naar 18,5 procent, terwijl Mélenchon twee procent wint en uitkomt op 18 procent. Benoît Hamon zakt hier naar 9 procent.

Partner Content