Niki J.P. Alsford

‘Waarom de twee Korea’s waarschijnlijk nooit meer samensmelten’

Niki J.P. Alsford Directeur van het International Institute of Korean Studies aan de University of Central Lancashire.

De toenadering tussen de twee Korea’s betekent lang niet dat de landen kans maken op een hereniging, integendeel, schrijft Niki Alsford, directeur van het International Institute of Korean Studies aan de University of Central Lancashire.

Het lijkt al eeuwen geleden, de lange handdruk over de demarcatielijn die Noord- en Zuid-Korea scheidt. Sindsdien is veel gebeurd, tot en met het ondenkbare met een top tussen de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un en de Amerikaanse president Donald Trump. Maar tussen al het koortsachtige nieuws over die top – die een akkoord opleverde dat door velen als anemisch bestempeld wordt – is het makkelijk te vergeten dat het vredesproces tussen de Korea’s al een tijdje bezig was.

Inter-Koreaanse top

Een aantal beloftes werden al in april 2018 gedaan, tijdens de Inter-Koreaanse top tussen Moon Jae-in, president van Zuid-Korea, en Kim Jong-un. Ze beloofden er samen te werken aan de denuclearisering van het Koreaanse schiereiland en de wapenstilstand om te vormen tot een echt vredesverdrag en daarmee een formeel einde te bekomen van de Koreaanse Oorlog na 65 jaar.

Waarom de twee Korea’s waarschijnlijk nooit meer samensmelten

Niki Alsford, directeur van het International Institute of Korean Studies aan de University of Central Lancashire.

Een Koreaans vredesverdrag zou naar alle waarschijnlijkheid drie elementen bevatten: een formele erkenning van de grenzen van beide Korea’s (waarschijnlijk zoals ze nu zijn), een formeel proces om toekomstige meningsverschillen op te lossen, en mogelijk ook de ontsluiting van het noorden voor economische investeringen en een einde van de huidige sancties.

Maar wat met de hereniging? Zou een vredesverdrag het vooruitzicht daarop beëindigen als elk land het bestaan van de ander erkent, of kan zo’n verdrag een systeem van bestuur uittekenen dat beide landen kunnen delen, bijvoorbeeld een federale constructie?

De cruciale vraag daarbij is wat Kim echt wil. Als hij tevreden is met een louter ceremoniële rol, zonder macht maar met al het uiterlijk vertoon dat bij een ‘opperste leider’ hoort, dan zou een verenigd Korea kunnen lijken op een constitutionele monarchie. Kim zou dan een rol kunnen krijgen zoals Mohammed VI van Marokko, of helemaal geen macht meer krijgen, zoals de Japanse keizer Akihito. Zoals in het Verenigd Koninkrijk zou het een ‘soeverein die niet heerst’ kunnen worden.

Toch is dat erg onwaarschijnlijk, om verschillende redenen.

Een evenwicht vinden

Kim heeft nog geen enkele indicatie gegeven dat hij bereid is de macht af te geven over zijn deel van het schiereiland – ook Moon overigens niet. Het gevolg is dus waarschijnlijk een schiereiland met twee Korea’s, hoe goed de verstandhouding tussen de landen ook mag zijn.

Tenslotte is het al weer 65 jaar gelden dat Korea nog één land was. En zelfs toen was het nooit echt geformaliseerd na de Japanse overgave aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. Jongere Koreanen hebben geen enkele herinnering aan de eengemaakte staat, en meer en meer jonge mensen in Zuid-Korea lijken tevreden met het idee van twee Korea’s. Het is perfect normaal dat twee landen een historische erfenis en gemeenschappelijke taal delen zonder zichzelf te bestempelen als een ‘verdeeld land’.

Het past ook in de globale trend naar een wereld met meer kleinere landen, in tegenstelling tot nieuwe grote landen. De enige landen die groeien in oppervlakte doen dat met geweld of onderwerping, zoals Rusland deed met de annexatie van de Krim.

Als er een stabiele eengemaakte staat zou moeten komen, zouden beide zijden een aantal ongemakkelijke waarheden moeten accepteren. Om te beginnen is Noord-Korea een kernmacht, en zal het dat in zekere zin altijd zijn omdat het nu de kennis bezit een nucleair wapen te bouwen. De Verenigde Staten zullen van hun kant nooit het schiereiland helemaal verlaten, omdat het nog een ander belangrijk motief heeft: een strategische voet aan de grond houden in de regio om de invloed van China te temperen.

Vasthouden

Dus wat wil Kim op korte termijn, en wat heeft hij nodig? In het kort: een weg vooruit voor Noord-Korea zonder zijn macht in gevaar te brengen. De conventionele wijsheid leert dat als een land zijn economie moderniseert, democratie automatisch volgt, zoals in Zuid-Korea en Taiwan in de jaren 1980. Maar ondanks voorspellingen in die richting is dat effect in China nog niet zichtbaar.

Kim heeft nog geen enkele indicatie gegeven dat hij bereid is de macht af te geven over zijn deel van het schiereiland

In de plaats daarvan verstevigt de Chinese Communistische Partij onder de huidige president Xi Jinping haar macht: dit jaar nog werd aangekondigd dat de limiet op het aantal ambtstermijnen geschrapt wordt, waardoor Xi voor het leven kan regeren. Dat nieuws zal Kim ongetwijfeld hoop gegeven hebben dat hij de noodlijdende Noord-Koreaanse economie kan moderniseren zonder zijn greep op de macht te verslappen.

Naarmate de wereldorde meer en meer gedomineerd wordt door twee supermachten, kan Noord-Korea opnieuw China proberen uitspelen tegen zijn belangrijkste rivaal, zoals het dat ook deed in de jaren zestig tijdens de verdeeldheid tussen China en de Sovjetunie.

Maximaal voordeel

Zo kan Kim een maximaal voordeel halen op het vlak van economische, politieke en mogelijk ook militaire hulp – allemaal elementen die hem aan de macht kunnen houden terwijl Noord-Korea groeit en de levensomstandigheden verbeteren.

Zich aan de zijde van de VS scharen zou een gewaagde zet zijn. Maar Trumps trots op zijn ‘deal making’, hoe dun die deal ook is, speelt Kim in de kaart. Het geeft hem de manoeuvreerruimte die hij nodig heeft om vooruit te geraken zonder zijn regime in gevaar te brengen.

Maar: er zijn geen zekerheden meer: zoals de laatste maanden hebben aangetoond, kan alles plots weer veranderen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content