VN ‘extreem ontgoocheld’ door verbreken van humanitaire wapenstilstand in Soedan
De chef van de VN-missie in Soedan, Volker Perthes, heeft maandag verklaard dat hij extreem ontgoocheld is door het leger en de paramilitairen die slechts gedeeltelijk de drie uur durende humanitaire wapenstilstand hebben nageleefd. Die was pas zondag afgesproken, nauwelijks enkele uren voor het hernemen van het geweld.
Perthes zei nog in een persbriefing dat ‘de gevechten maandagmorgen opnieuw geïntensifieerd zijn’, en dit terwijl het Artsensyndicaat al een honderdtal burgerdoden en tientallen gedode militairen telde, voornamelijk in Khartoem en Darfour, sinds het begin van de vijandelijkheden tussen het leger en de paramilitairen die zaterdag waren gestart.
Leider paramilitairen vraagt internationale hulp tegen rivaal
Intussen vraagt de leider van de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) en vicepresident, Mohamed Hamdane Daglo, om internationale hulp tegen legerleider en president Abdel Fattah al-Burhan. Die laatste is volgens de RSF-leider ‘een radicale islamist die burgers vanuit de lucht bombardeert’.
Troepen van RSF en het reguliere leger zijn sinds zaterdag slaags geraakt, en daarbij worden ook artillerie, tanks en gevechtsvliegtuigen ingezet. In Khartoem namen de geluiden van geweervuur en explosies maandag verder toe. Het is onduidelijk welke partij de bovenhand heeft. Antonio Guterres, secretaris-generaal van de VN, riep maandag alvast op tot een onmiddellijk einde van de gevechten.
In hoofdstad Khartoem concentreert het geweld zich rond strategische punten, zoals het hoofdkwartier van het leger, het presidentieel paleis en de luchthaven, die zich in dichtbevolkte delen van de stad bevinden. RSF zegt de luchthaven te controleren en in het presidentieel paleis binnengedrongen te zijn, maar het leger ontkent dat. Zij voeren luchtaanvallen uit op RSF-stellingen, en volgens bewoners en waarnemers in Khartoem heeft RSF posities ingenomen in woningen.
‘Democratie’
RSF-leider Daglo beschuldigt zijn tegenstander ervan het op een akkoordje gegooid te hebben met radicale islamisten. Die laatsten vormden een belangrijke steunpilaar van de in 2019 afgezette dictator Omar al-Bashir, en bleven ook na 2019 een rol van belang spelen binnen het leger. Daglo weet nu dat zij erop hopen ‘Soedan te isoleren en ver van de democratie te houden. We zullen al-Burhan blijven vervolgen en hem voor het gerecht brengen.’
Al-Burhan sprak zich afgelopen zaterdag voor het laatst publiekelijk uit. Hij liet toen enkel weten dat het leger de situatie onder controle heeft. Daglo en de RSF zijn in het verleden al meermaals beschuldigd van ernstige mensenrechtenschendingen. De troepen zijn de voortzetting van de Janjaweed-milities die tijdens het conflict in Darfoer dood en vernieling zaaiden onder de bevolking.
In 2019 grepen Daglo en al-Burhan massaal volksprotest aan om al-Bashir van de macht te verdrijven, en in 2021 volgde een nieuwe staatsgreep van het duo, toen om een burgerregering af te zetten. Recent werd een nieuwe burgerregering in het vooruitzicht gesteld in het derde grootste land van Afrika, en in afwachting daarvan zouden de RSF in het leger opgenomen worden. Dat leidde echter tot een conflict tussen de twee generaals, dat afgelopen weekend escaleerde in een open conflict.