De sancties van de VN-Veiligheidsraad tegen Noord-Korea kunnen de situatie van de burgers in het land verslechteren. Dat zegt de VN-gezant voor de mensenrechten in Noord-Korea, Tomas Ojea Quintana.
Vanwege de uitvoerbeperkingen en handelsembargo’s kunnen Noord-Koreanen moeilijker toegang hebben tot chemotherapie of rolstoelen, zei Ojea voor de algemene vergadering van de Verenigde Naties, bij de voorstelling van zijn jaarverslag. Humanitaire werkers hebben vanwege de sancties ook problemen om voor de nodige materialen te zorgen, en financiële transacties door te voeren die nodig zijn voor hun werk.
De Veiligheidsraad vaardigde de voorbije jaren talrijke sancties uit tegen Pjongjang als reactie op zijn nucleaire en rakettentesten. In september besliste de raad om olieleveringen aan Noord-Korea te beperken en textielexport te verbieden.
Er moet voor gezorgd worden dat sancties geen ‘collectieve straffen voor de gewone burger’ zijn, zei Ojea. Maar in de eerste plaats is het aan de Noord-Koreaanse regering om te waken over de mensenrechten in het communistische bestuurde land, klonk het.
