De Verenigde Naties (VN) vinden dat België de Palestijnen in bezet gebied zou moeten vergoeden voor de schade die ze geleden hebben door de bouw van Israëlische nederzettingen gefinancierd door Dexia.
Volgens de Verenigde Naties zou België de bezette Palestijnse gebieden moeten vergoeden voor de schade die ze geleden hebben door de bouw van Israëlische nederzettingen gefinancierd door Dexia. Dat bericht De Standaard, dat een rapport van de speciale VN-rapporteur over de mensenrechten in de bezette gebieden kon inkijken.
Volgens het rapport verstrekt de bank Dexia Israël kredieten aan gemeenten en lokale overheden om de illegale bouw van nederzettingen op Palestijns grondgebied mogelijk te maken.
Mensenrechtenverdrag met voeten treden
VN-rapporteur Richard Falk zegt dat Dexia Groep mee schuldig is aan de schending van de mensenrechten, omdat ze met 65 procent de grootste aandeelhouder van Dexia Israël is.
Falk wijst ook België en Frankrijk met de vinger. Beide landen zijn sinds de herstructurering van de bank hoofdaandeelhouder van de restholding Dexia. Daarom hebben ze de opdracht om een einde te stellen aan die praktijken.
‘Door daarin te falen, treden die landen de mensenrechtenverdragen met de voeten.’ De VN-rapporteur vindt daarom dat Frankrijk en België de benadeelde Palestijnen moeten compenseren.
Geen nieuwe lening sinds 2008
Dexia ligt al jaren onder vuur voor zijn activiteiten in Israël. Toenmalig Dexia-voorzitter Jean-Luc Dehaene beloofde in 2001 al om de omstreden Israëlische bank te verkopen. Ook zei hij dat alle rechtstreekse leningen aan bezette gebieden sinds juni 2008 waren stopgezet.
“Wij blijven vandaag nog altijd achter die verklaring staan”, zegt woordvoerster Caroline Junius. “Sinds juni 2008 zijn geen nieuwe leningen meer verstrekt.” De verkoopprocedure ligt stil wegens een reeks lopende rechtszaken in Israël. (Belga/AVE)
