Honderden ultraconservatieve nationalisten hebben zaterdag een pridefestival in de Georgische hoofdstad Tbilisi bestormd en zware vernielingen aangericht. De presidente, de Europese Unie en de Verenigde Staten hebben het geweld veroordeeld.
De LGBTQ+-happening werd bruut verstoord door de nationalisten, die regenboogvlaggen en affiches verbrandden en een podium vernielden. Er vielen volgens de politie geen gewonden.
De organisatoren van het Tbilisi Pride Festival noemden zondag het ministerie van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk voor de tekortkomende politiebescherming bij het aangemelde evenement, dat vervroegd moest worden stopgezet.
De Georgische presidente Salome Zoerabisjvili schreef op Twitter dat “zowel de vrijheid van meningsuiting als de vrijheid van vereniging geschonden werd”. De veiligheidsdiensten zijn er niet in geslaagd het pridefestival te beschermen en namen geen maatregelen om het geweld te voorkomen, zegt ze nog.
Zoerabisjvili, die als presidente amper machtsbevoegdheden heeft, geldt als pro-Westers, terwijl ze de regering al meermaals verweet pro-Russisch te zijn.
De ambassade van de Europese Unie in Tbilisi reageerde “ontgoocheld”. “Diegenen die tot geweld oproepen en gewelddadig zijn, moeten voor de rechtbank gedaagd worden”, klonk het. De Amerikaanse ambassade riep de regering op om de fundamentele mensenrechten van alle Georgiërs te verzekeren. Het is ondemocratisch om met geweld en intimidatie andere opvattingen het zwijgen op te leggen, aldus de VS-ambassade.
