Vrije Tribune

‘Verliefd worden kan je overal, samenzijn niet’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

De visumaanvraag van de Iraanse vriend van Yannice De Bruyn werd afgewezen omdat vermoed werd dat hij niet enkel op vakantie zou komen naar België, maar zich hier zou willen vestigen door asiel aan te vragen of een procedure voor gezinshereniging op te starten. ‘Je kan van je leven maken wat je wil, maar toch net iets minder als je verliefd wordt op iemand van de foute nationaliteit.’

Hij leunde tegen de muur van de busterminal. De lichtreclame boven hem kleurde alles rood. Het leek een scène uit de film van David Lynch die we eerder samen hadden bekeken.

Het zou de laatste keer zijn dat ik hem zag. In het drama van een langeafstandsrelatie krijgt afscheid een hoofdrol. Alleen is dit verhaal geen drama, het is een tragedie. Het had namelijk ook anders kunnen aflopen.

Verliefd worden kan je overal, samenzijn niet.

Ik was verliefd op een jongen uit Iran. Mijn Belgisch paspoort maakte het heel eenvoudig voor mij om hem te bezoeken. Je boekt een vlucht en krijgt bij aankomst een visum voor dertig dagen. Voor hem duurt het dan weer zes weken om op afspraak te mogen bij de ambassade in Iran voor een Belgisch toeristenvisum.

Terwijl hij op me zat te wachten rolde ik mijn koffertje achter me aan door de luchthaven van Teheran, om er een half uur later alweer buiten te wandelen met mijn visum in de hand. Een reisverzekering kon ik me ter plekke nog aanschaffen. De enige vereiste was een contactpersoon of hotelreservatie kunnen voorleggen.

Hij moest daarentegen om een visum voor België aan te vragen een heel dossier samenstellen. Daarin zaten niet alleen een – pagina’s lange – uitnodiging en drie recente loonfiches van mij, maar ook zijn bankafschrift dat een kapitaal moest aantonen groter dan ik ooit bijeen heb kunnen sparen. Hij moest zijn diploma’s meenemen naar de ambassade, koopaktes van onroerende eigendommen en recente contracten om zijn inkomen aan te tonen. Alles in dure officiële vertaling.

Wanneer je als Iraniër met een toeristenvisum vrienden of familie in België wil bezoeken wordt er ook gevraagd die relatie te bewijzen. Afgedrukte foto’s, kopieën van brieven en kaartjes, het gaat allemaal mee het dossier in. De procedure voor een toeristenvisum is zo al enorm uitgebreid.

Zes weken na zijn gesprek op de ambassade kreeg hij een mailtje met de eenvoudige boodschap dat zijn visumaanvraag was geweigerd. De bijgevoegde motivatie was opgesteld in het Nederlands en gaf het volgende als voornaamste argument .

‘[…] betrokkene verklaart op bezoek te komen bij zijn vriendin, waardoor er een verhoogd risico op vestiging bestaat. Bovendien vraagt betrokkene de maximumduur van een kortverblijf.’

Zoekt u even mee de misdaad in deze aantijging? Ik vond er alleszins geen.

De overige redenen die werden opgesomd waren socio-economisch van aard. Bij een eerder bezoek aan Polen, toch ook een land uit de Europese Unie, hadden die nochtans geen bezwaar gevormd, hoewel hij toen het geluk had de Poolse ambassadeur te kennen. Zonder dat contact had hij waarschijnlijk toen ook al geen visum gekregen.

Dat was het dan. Deze weigering zal vijf jaar lang bewaard blijven in de Schengen-databank (dit betekent niet dat er geen nieuwe poging kan plaatsvinden in die vijf jaar, nvdr.).

Onze eerlijkheid speelde in de kaart van een discriminerende wet die een ambtenaar – geen rechter – toelaat met één muisklik je hele wereld op z’n kop te zetten.

Wij vroegen een visum aan voor kort verblijf. Als de attaché vervolgens oordeelt dat er een risico is op een langer verblijf – bijvoorbeeld als wij zouden trouwen – is dat reden genoeg om het visum te weigeren.

Dat zou volgens mij ook het arrest zijn geweest indien mijn vriend beroep had aangetekend bij de Raad van Vreemdelingenbetwistingen, wat daarnaast zomaar even 186 euro kost aan rolrecht. Punt andere lijn. Ik – medebelanghebbende, de reden van de weigering zelfs – kon helemaal niets doen.

Ik – medebelanghebbende, de reden van de weigering zelfs – kon helemaal niets doen.

Sommige mensen aan wie ik dit verhaal vertel zijn erg goed in het bedenken van verzachtende omstandigheden. Ze vinden het natuurlijk erg voor me, maar – zo zeggen ze – de overheid kan niet iedereen binnenlaten. Maar met een Pools lief had ik deze tekst niet moeten schrijven. Met een Braziliaans, Peruviaans of Amerikaans lief evenmin. Zij hebben geen visum nodig om naar of binnen de Schengenlanden te reizen.

Een ander excuus dat ik vaak hoor is dat enkele rotte appels het voor de anderen zouden verpesten. Los van de vraag wat een rotte appel juist is, is deze uitspraak minder logisch dan ze klinkt.

Of je een visum nodig hebt of niet is het gevolg van internationale verdragen en heeft weinig te maken met individuen. De criminaliteitscijfers liggen in Iran overigens lager dan in de Verenigde Staten. Toch moet een Iraniër een visum aanvragen en een Amerikaan niet. Logisch? Niet bepaald. Een rotte appel is dus geen verantwoording voor de huidige visumwillekeur.

Wie durft, vraagt me ook of ik hier dan geen vrijer kan zoeken. Maar daar gaat het niet om. Heb ik dan niet het recht om mijn leven in te richten zoals ik zelf wil? Nu is het alsof Vadertje Staat me heeft verboden uit te gaan met ‘die jongen’.

Je schrikt hoeveel mensen hetzelfde hebben meegemaakt zodra je erover begint te praten. Mensen uit een land dat op de Who-needs-a-Schengen-visa-lijst staat, Belgen die een relatie hebben met iemand uit een van die landen, of Belgen die eruit afkomstig zijn en hun familie op bezoek willen laten komen: zij worden allen stelselmatig gediscrimineerd.

Een koppel dat jarenlang had samengewoond in het buitenland en daar bewijs van kon voorleggen, werd er nog steeds van verdacht een schijnhuwelijk te willen afsluiten. Een man die om politieke redenen onmogelijk terug naar zijn land van herkomst kon trekken, werd een bezoek van zijn zus, zijn steun en toeverlaat, ontzegd. Ze hadden elkaar al bijna twintig jaar niet gezien.

Het persoonlijke leed veroorzaakt door deze politiek heeft geen stem en is onzichtbaar.

Je kan van je leven maken wat je wil, maar toch net iets minder als je verliefd wordt op iemand van de ‘foute’ nationaliteit.

Yannice De Bruyn is doctoraatsstudente aan de Universiteit Gent en schreef dit opiniestuk in eigen naam.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content