Verkiezingen Rwanda: ‘Wie niet afzakt naar Kagame-meeting, maakt zichzelf verdacht’

© Reuters

De Rwandese president Paul Kagame wordt vrijdag herkozen als president, voor een derde termijn. Daar twijfelt geen enkele waarnemer aan, en ook de Belgische Rwanda-kenners Marc Hoogsteyns en Bert Ingelaere verwachten geen andere uitkomst. De Rwandese grondwet schreef voor dat Kagame na twee termijnen de macht zou doorgeven, maar op “massale vraag” van de bevolking werd de grondwet gewijzigd, zodat Kagame in theorie tot 2034 aan de macht kan blijven. “Er rust een zware sociale druk op de bevolking om deel te nemen aan de bijeenkomsten van de regeringspartij”, zegt Ingelaere over de campagne.

“Deze stembusgang wordt, net zoals de vorige verkiezingen in Rwanda, niet democratisch”, zegt Bert Ingelaere. De professor aan het Antwerpse Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer wijst daarvoor onder meer op het gebrek aan echte tegenkandidaten. “De enige echt onafhankelijke kandidaat was Diane Rwigara geweest, maar haar kandidatuur werd niet goedgekeurd. Omdat ze net als Kagame uit de Tutsi-elite komt, vormde zij, anders dan tegenstanders uit de Hutu-oppositie, wel een potentiële bedreiging voor de heerschappij van Kagames RPF.”

Uiteindelijk kregen drie kandidaten wel goedkeuring om campagne te voeren: Paul Kagame uiteraard, de groene Frank Habineza en de onafhankelijke Philippe Mpayimana. Maar die twee laatsten moeten het opnemen tegen de geoliede campagnemachine van de RPF.

Het grote verschil tussen de zittende president en zijn twee uitdagers mocht Marc Hoogsteyns, die in Rwanda werkt als cameraman voor enkele internationale media, meemaken tijdens meetings van de verschillende kandidaten. “Een meeting van Kagame in Ruhengeri werd bijgewoond door 40.000 Rwandezen, terwijl op meetings van de twee andere kandidaten hooguit vijftig mensen samenkwamen”, zegt Hoogsteyns. Die geringe opkomst heeft volgens Ingelaere veel te maken met de zware sociale druk om deel te nemen aan de campagne van de regeringspartij. “Wie niet komt opdagen, maakt zichzelf verdacht.”

Zo’n gigantische opkomst voor Kagames campagnebijeenkomsten kan de indruk wekken dat het Rwandese volk als één man achter zijn president staat. “Die beeldvorming is inderdaad wat het regime hoopt te bereiken, en waar ze de internationale gemeenschap ook van overtuigt”, zegt Ingelaere. “Dat is niet helemaal onterecht: het land is er sinds de genocide, en zeker sinds 2000, toen Kagame president werd, met rasse schreden op vooruitgegaan. Daarnaast is het voor de Tutsi-minderheid ook belangrijk dat het land veilig is, en dat heeft Kagame ook verwezenlijkt.”

Kigali is dus geobsedeerd door het beeld dat de buitenwereld van het land heeft, en het doet er alles aan om dat beeld te beïnvloeden, zegt Ingelaere. “Journalisten of wetenschappers kunnen er niet onafhankelijk werken – dat heb ik zelf ook meegemaakt.” Hoogsteyns beaamt dat Rwandese journalisten “in de pas moeten lopen”, maar meent dat buitenlandse journalisten meer vrijheid hebben. “Ik praat zowel met leden van het regime als oppositie, en leg mijn kaarten open en bloot op tafel. Daar ben ik nog nooit op aangepakt.”

Die beeldvorming is zo belangrijk voor Kagame omdat ze zijn legitimiteit als economisch performant leider bepaalt. “Als die legitimiteit op het spel komt te staan, riskeert Rwanda Congolese of Burundese scenario’s, maar in tussentijd wordt daar zo goed als niet aan getornd”, zegt Ingelaere. “Dat gebeurt niet omdat een grondige analyse van de economische resultaten heel technisch is, maar ook omdat het regime er dus heel goed in slaagt de beeldvorming te controleren.”

Ingelaere meent dat het beleid van het regime niet de beeldvorming centraal moet stellen, maar wel de ontwikkeling van Rwanda tot een open samenleving. In de entourage van Kagame zegt Hoogsteyns signalen op te vangen dat die openheid de komende zeven jaar er zou komen. “Hij heeft mij, en andere journalisten, gezegd dat dit zijn laatste mandaat wordt. Doel wordt nu de economische groei te consolideren. Een andere prioriteit wordt de toestand in Oost-Congo en Burundi aanpakken, in extremis met een inval.”

Over die openheid is Ingelaere minder optimistisch. “Daar hecht ik zelf niet zoveel geloof aan – Kagame heeft ook gezegd dat hij niet voor een derde termijn zou gaan. Hij leidt het land intussen eigenlijk al meer dan twintig jaar, maar Rwanda is nog altijd, net zoals voor de genocide, een heel autoritaire staat. Onder Kagame is er geen enkele garantie gekomen dat de staat zich niet weer tegen de bevolking zal keren.

Kansloze tegenkandidaten

De uitslag van de Rwandese presidentsverkiezingen van vrijdag ligt al vast: Paul Kagame wordt verkozen voor een derde termijn. In 2012 had hij zelf nochtans aangegeven dat hij het als een “persoonlijke mislukking” zou beschouwen als hij in 2017 geen opvolger zou hebben. In de plaats daarvan werd in 2015 een referendum gehouden waar de bevolking bijna unaniem (98 pct) instemde met een uitbreiding van de presidentiële mandaten, waardoor Kagame in theorie tot 2034 president kan blijven. Kagame neemt het donderdag op tegen twee kansloze tegenkandidaten.

De twee tegenkandidaten van Kagame, de onafhankelijke Philippe Mpayimana en de groene Frank Habineza, moeten het opnemen tegen de man die sinds 1994 vicepresident en sinds 2000 president is. Voor veel Rwandezen, die al drie weken lang vooral het rood-wit-blauw van Kagames RPF in het straatbeeld zien, zijn Mpayimana en Habineza nobele onbekenden. Slechts luttele uren voor de start van de campagne, half juli, kregen ze groen licht voor hun kandidatuur. Het was dan pas dat ze fondsen konden beginnen verzamelen om hun campagne te financieren.

Door die financiële achterstand en omdat ze niet over dezelfde steun uit het staatsapparaat als Kagame kunnen beschikken, is het twijfelachtig of zij zelfs maar een halve vuist zullen kunnen maken tegen de zittende president. Bij zijn twee verkiezingen, in 2003 en 2010, haalde Kagame stalinistische scores van meer dan 90 pct. Voornaamste vraag is daarom of de zittende president vrijdag weer zo’n monsterscore haalt.

“Veel mensen zijn het beu al 23 jaar dezelfde regering te hebben, maar ze zeggen niets omdat er een angstklimaat heerst”, zei Habineza, wiens partij de enige toegelaten oppositiepartij is, aan AFP. Hij heeft het over een “bijzonder moeilijk en zeer gevaarlijk pad”, sinds de oprichting van zijn partij in 2009. In 2010 kreeg de partij geen toestemming om deel te nemen aan de presidentsverkiezingen. Kort voor de stembusgang toen werd het bijna helemaal onthoofde lichaam van de ondervoorzitter teruggevonden in een moeras. “We moeten ons vrij kunnen voelen, ons kunnen uitdrukken zonder te moeten vrezen om uit ons huis gezet te worden of onze job te verliezen”, zei Habineza.

Andere mogelijke tegenkandidaten kregen van de kiescommissie geen toelating om zich kandidaat te stellen. De belangrijkste van hen is Diane Rwigara, die afkomstig is uit dezelfde leidende Tutsi-kringen als de president en daarom volgens waarnemers het best geplaatst is om de status quo te veranderen. Drie dagen nadat ze haar kandidatuur had bekendgemaakt, begin mei, lekten naaktfoto’s uit van de 35-jarige. Haar vader, een invloedrijke industrieel die Kagames RPF in de jaren 90 financieel steunde, kwam in 2015 om bij een verkeersongeval. Volgens de familie was dat eigenlijk een politiek gemotiveerde moord. Ze heeft zelf al aangegeven dat de dood van haar vader voor haar de motivatie was om als eerste vrouw Rwandese presidente te worden.

Deze en andere tactieken maken van Rwanda “de facto een eenpartijstaat”, analyseerde de Antwerpse Afrika-kenner Filip Reyntjens op African Arguments. In dat artikel wijst hij op de voorgeschiedenis van repressie en het gebrek aan politieke ruimte in het land. Het referendum van 2015 kwam er nadat maar liefst 3,7 miljoen Rwandezen, op een bevolking van goed 11 miljoen, een petitie hadden ondertekend waarin het parlement gevraagd werd de grondwet aan te passen, zodat Kagame langer aan de macht kan blijven. In buurlanden zoals Burundi en Congo kwam er massaal straatprotest tegen soortgelijke plannen van het regime, maar volgens Kigali gaven slechts tien mensen aan tegen zo’n grondwetswijziging gekant te zijn.

Na het referendum plaatste onder meer de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders kanttekeningen bij de grondwetsherziening, omdat er “geen echt open en vrij debat” aan het referendum voorafging. Tijdens zijn laatste bezoek aan het land, in juni vorig jaar, riep hij het regime op om een “open debat” toe te laten tijdens de campagne, maar dat advies lijken Kagame en co dus naast zich neergelegd te hebben.

Begin mei zei het hoofd van de EU-delegatie in Kigali, Michael Ryan, al dat “je geen geld verliest als je inzet op Kagame”. Dat weet Kagame zelf als geen ander: tijdens zijn eerste campagnemeeting zei hij ook al “dat het spel gespeeld is”.

Partner Content