Verenigde Naties willen geen DNA opvragen aan personeel

VN-peacekeepers in Zuid-Soedan © Belga Image
Thalif Deen
Thalif Deen Journalist voor IPS

In de strijd tegen seksuele uitbuiting en misbruik door personeel van de Verenigde Naties werd even gedacht aan de oprichting van een DNA-database. Die is er nog niet gekomen. De bescherming van de privacy van de personeelsleden blijkt belangrijker.

De strijd tegen seksuele uitbuiting en misbruik door VN-peacekeepers en andere stafmedewerkers zoals administratief personeel bij verschillende missies, is er een van lange adem. Tot nu toe leidde ze slechts tot een handvol effectieve veroordelingen.

Een voorstel om, onder het toezicht van de VN, een DNA-database op te zetten is er niet gekomen. Zelfs niet op een moment dat de VN 16 dagen van activisme lanceerde (op 25 november), om geweld tegen vrouwen te elimineren.

Betalen bij bewezen vaderschap

Een DNA-database is nochtans een instrument dat met succes in veel landen wordt ingezet om daders van misdaden te kunnen opsporen.

Volgens Anne Marie Goetz, hoogleraar aan het Centre for Global Affairs School of Professional Studies in New York, zijn er ook andere maatregelen die alvast kunnen worden genomen om seksuele uitbuiting en misbruik te verminderen. Zij denkt daarbij aan het inzetten van meer vrouwelijke peacekeepers, betere training en meer bewustmaking, naast een vlottere toegang tot de diensten die slachtoffers nodig hebben om misbruik te melden.

‘Maar een zeer effectief afschrikkingsmiddel dat weinig besproken wordt, is het voorafgaand inzamelen van DNA-stalen van peacekeepers, met en zonder uniform’, weet ook Goetz. Een staal nemen via een eenvoudig speekselstaafje volstaat volgens haar om in geval van verkrachting een DNA-match te vinden, of later het DNA van een baby te vergelijken met dat van de mogelijke vader.

‘Alleen al het verzamelen van DNA kan mensen bewust maken van de verhoogde kansen om te worden betrapt na seksueel geweld of in een betwisting rond het vaderschap’, zegt ze. ‘De landen die troepen sturen naar conflictgebieden, kunnen dit ook als een kans aangrijpen om de peacekeepers erop te wijzen dat ze aansprakelijk zullen gehouden worden in geval van geweld of misbruik, of dat ze mee verantwoordelijk zullen worden gesteld voor de kosten van een kind in geval van bewezen vaderschap.’

Verzet tegen database

Maar het voorstel van een DNA-database is op fel verzet gestoten van stafleden en van lidstaten die troepen leveren voor VN-vredesoperaties. Het belangrijkste bezwaar is dat het voorstel in tegenspraak is met de privacywetten en -normen van de meeste landen.

‘Bovendien zou de database gecontroleerd moeten worden door een derde partij’, zegt Paula Donovan van Aids-Free World en activiste tegen seksueel geweld binnen de VN. ‘En zelfs dan is DNA een nuttig middel maar geen oplossing. Zelfs als het vaderschap wordt aangetoond, is dat niets waard tenzij een rechtbank alimentatie beveelt en de VN dat bekrachtigen.’

Allemaal potentiële verkrachters

‘Als medewerkers in dienst komen van de VN, zouden ze geen DNA moeten overhandigen’, zegt Ian Richards, president van het Coördinerend Comité voor Internationale Personeelsbonden en -verenigingen binnen de VN (CCISUA). ‘Dit voorstel zou ervan uitgaan dat elk personeelslid een potentiële verkrachter is. Geen enkele werknemer, en geen enkel land, vraagt z’n personeel of burgers om DNA te overhandigen, en daar bestaan goede redenen voor, zoals de bescherming van de privacy en de bescherming tegen het misbruik van persoonlijke informatie.’

De Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom (WIPO), een VN-agentschap in Genève, werd onlangs nog veroordeeld omdat het geprobeerd had om DNA van medewerkers op te vragen om een klokkenluider te kunnen ontmaskeren.

‘We willen niet dat dit gebeurt bij de VN. Er is een sterke waarschijnlijkheid dat een DNA-databank gehackt kan worden door buitenstaanders, wat tot heel andere problemen kan leiden’, zegt Richards, wiens organisatie meer dan 60.000 man personeel telt in buitenlandse missies en in het VN-hoofdkwartier in New York.

40.000 misdaden opgelost

Desoxyribonucleïnezuur (DNA) is een drager van biologische informatie. Het is een molecule die de genetische instructies bevat die worden gebruikt bij de groei, ontwikkeling, functioneren en reproductie van levende organismen en virussen.

Volgens een BBC-rapport was Groot-Brittannië het eerste land om DNA in te zetten als een instrument voor misdaadbestrijding. De Britse nationale database werd gelanceerd in 1985. Die bevat momenteel gegevens van meer dan vijf miljoen mensen en heeft al jaarlijks ongeveer 40.000 misdaden kunnen oplossen.

De Verenigde Staten, Canada, Australië en de meeste Europese landen hebben het voorbeeld van Groot-Brittannië gevolgd. Internationale DNA-profilering is een van de belangrijkste doorbraken in het moderne politiewerk van de laatste jaren. Tot nu toe is er echter weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het feit of dergelijke databanken misdaad ook echt helpen verminderen, zegt het rapport.

Volgens perswoordvoerder Stéphane Dujarric hebben de VN tussen 1 juli en 30 september al 31 beschuldigingen van seksueel misbruik ontvangen. ‘Niet alle zijn geverifieerd en sommige bevinden zich in de voorlopige beoordelingsfase’, zegt hij.

Van de 31 beschuldigingen zijn er 12 afkomstig van peacekeepingoperaties en 19 van agentschappen en programma’s. 10 klachten werden gecategoriseerd als seksueel misbruik, 19 als seksuele uitbuiting, en twee zijn onbekend.

Volgens Dujarric vonden 12 van deze beschuldigingen plaats in 2017, twee in 2016 en zes in 2015 of eerder. Van 11 gevallen is de datum onbekend.

Slachtoffer centraal

‘Ondertussen worden wel inspanningen geleverd om het misbruik tegen te gaan’, zegt Dujarric. ‘De strategie zoals uitgestippeld werd door de secretaris-generaal wordt ingezet.’

Er wordt onder meer slachtofferhulp aangeboden en met de vrijwillige bijdragen van de lidstaten zal het VN-Fonds ter ondersteuning van slachtoffers van seksueel geweld en uitbuiting groeien tot 1,5 miljoen dollar.

‘We willen de straffeloosheid beëindigen en zijn onder meer een elektronisch systeem aan het ontwikkelen om personeel waartegen een aanklacht loopt of personeel dat ontslag nam tijdens een lopend onderzoek, beter te screenen’, zegt hij.

‘We geven ook extra trainingen aan personeel, waaronder deze maand in de Democratische Republiek Congo over betere ondersteuning van slachtoffers en snellere acties die kunnen ondernomen worden bij vermeend misbruik.’

Op een bijeenkomst over VN-peacekeeping in Canada half november werd seksuele uitbuiting door VN-medewerkers streng veroordeeld. De lidstaten en het VN-Secretariaat werden aangespoord om de inspanningen op te drijven om preventief te werken, aansprakelijkheid na te komen en slachtofferhulp te verbeteren. De verklaring die na deze bijeenkomst werd opgesteld sprak over ‘een vernieuwde aanpak waarbij het slachtoffer centraal staat, met inbegrip van het aanstellen van een advocaat voor het slachtoffer en het streven naar een standaard voor slachtoffers van zulke gruwelijke daden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content