Van Rompuy schiet voorstel van Bogaert over religieuze kentekens aan flarden

Herman van Rompuy in Terzake © /

‘Ontoepasbaar’, ‘onvoorstelbaar’, ‘intriest’ en ‘rechtser dan het Vlaams Belang’. Oud-premier en gewezen Europees president Herman Van Rompuy kwam in “De Afspraak op vrijdag” woorden tekort om het voorgestelde verbod van CD&V-Kamerlid Hendrik Bogaert op het dragen van grote en zichtbare religieuze tekens af te kraken.

Bogaert lanceerde begin deze week het voorstel om het dragen van grote en zichtbare religieuze symbolen te verbieden voor godsdiensten die meer dan 5 procent van de bevolking vertegenwoordigen. Bogaert voorziet in zijn voorstel wel uitzonderingen, bijvoorbeeld voor priesters en imams en voor kleinere religieuze tekens (bv. een kruisje of hamsa).

Het voorstel van Bogaert kreeg meteen een pak tegenwind, ook vanuit zijn eigen partij. En ook Herman Van Rompuy is niet mals. ‘Ik heb het niet gesnapt, maar voor zover ik het snap, vind ik dit eigenlijk een ongelooflijk voorstel’, zo zei hij in ‘De afspraak op vrijdag’. ‘Je kan in de politiek natuurlijk veel middelen gebruiken om op te vallen en ik begrijp dat men daar af en toe behoefte aan heeft. Maar als je een voorstel doet dat zich rechts van Vlaams Belang situeert, dan heb je toch een probleem. Dan zou men in het modern Nederlands zeggen dat gij niet goed bezig zijt.’

Van Rompuy bestempelt het voorstel ook als ‘ontoepasbaar’ en ‘onvoorstelbaar’. Een hoofddoekenverbod in openbare dienstverlening is volgens Van Rompuy wel bespreekbaar. ‘Maar hier heeft men (Bogaert, nvdr.) zich willen onderscheiden van al degenen die een soort van anti-islam- en anti-migrantendialectiek ontwikkelen. Door een heel verregaand zogenaamd voorstel te maken. Hij weet trouwens perfect dat daar niets van komt.’ Hij noemt het ‘intriest’ dat zijn partijgenoot met een dergelijk voorstel naar voor is gekomen.

Partner Content