Abdul Qadeer Khan, de grondlegger van het nucleair programma van Pakistan, is overleden. De nucleaire wetenschapper, die ook wel eens de ‘vader van de Pakistaanse atoombom’ werd genoemd, werd 85 jaar. Dat melden Pakistaanse media zondag.
Khan werkte in het verleden bij ultracentrifugefabriek Urenco in het Nederlandse Almelo (provincie Overijssel). De kennis over het verrijken van uranium die hij daar opdeed, gebruikte hij om in Pakistan een kernbom te ontwikkelen. Veel Pakistani bschouwen hem om die reden als een nationale held. Khan werd volgens Pakistaanse media eind augustus positief getest op het coronavirus.
De Pakistaanse minister van Defensie, Pervez Khattak, noemde Khans overlijden een ‘groot verlies’. ‘Pakistan zal hem altijd eren voor de verdiensten die hij heeft verricht voor zijn land’, aldus Khattak.
In 1983 veroordeelde de rechtbank in Amsterdam Khan bij verstek voor nucleaire spionage, maar in hoger beroep volgde vrijspraak door een vormfout. In Pakistan ging lang het verhaal rond dat Khan in de jaren 90 op eigen initiatief technologie had doorverkocht aan Iran, Libië en Noord-Korea, maar in 2013 zei de kerngeleerde dat hij kennis over nucleaire technologie in opdracht van toenmalig premier Benazir Bhutto aan enkele landen had doorgespeeld.
Khan werd in 1936 geboren in India en emigreerde na de dekolonisatie van het subcontinent met zijn familie naar Pakistan. Hij studeerde in de jaren 60 in Berlijn, Delft en Leuven. Daarna deed hij onder meer onderzoek in het Fysisch Dynamisch Onderzoekslaboratorium in Amsterdam en bij Urenco. Hij heeft later in zijn vaderland een politieke beweging opgericht.