Unesco gaat cultureel patrimonium in Mali beschermen

© Reuters

Door de niet eindigende oorlogen tussen Toearegs en de andere delen van de islamitische bevolking in Mali zijn al heel wat hoogstaande culturele erfenissen vernield.

Het was in 1998 dat de jonge fotograaf Sebastian Schutyser (Brugge, 1968) met de financiële hulp van de stichting Roeping voor de tweede keer naar Mali reisde. Tijdens zijn eerste tocht (per fiets) was hem de verscheidenheid van de vele Moskeeën opgevallen, religieuze bouwsels uit leem opgetrokken die eeuwenlang en tot op vandaag of gisteren door de plaatselijke gemeenschap gerestaureerd werden nadat de felle regens het leem hadden aangetast.

Enkele jaren later doorkruiste hij het land opnieuw, ditmaal uitgerust met een technische camera en toebehoren, vaak in een prauw om op de meest afgelegen plaatsen deze unieke architecturale werken te inventariseren. Het resultaat werd zichtbaar in een uitzonderlijk fotoboek (Banco, mosquées en terre du delta intérieur du fleuve Niger. Uitg. Milaan, 5 Continents, 2003 ISBN 88-7439-054-8). waar in zwart/wit beelden de schoonheid en de diversiteit van deze architectuur zonder architecten voor het eerst werd samengebracht.

De originele foto’s werden met succes ten toon gesteld in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (Tervuren), het Maison européenne de la photographie (Parijs), het Deutsches Architektur Museum (Frankfurt) en de collectie, ditmaal in open lucht en op grote billboards, was ook de blikvanger op de Rencontres de la Photographie Africaine in de Malinese hoofdstad Bamako. Schutyser heeft met zijn prachtige foto’s ontelbare Europeanen gefascineerd laten kijken naar deze onbekende rijkdom die verscholen ligt in een van de armste Afrikaanse landen.

Oorlogen
Dat Mali de jongste jaren opnieuw in de belangstelling kwam had helaas andere redenen. De niet eindigende oorlogen tussen Toearegs (7%) en de andere delen van de islamitische bevolking (80%) waren slechts marginaal nieuws in de media al tastten ze wel de infrastructuur van het land aan en werden duizenden doden opgeofferd. Ook marginaal in de media bleek de bewuste vernietiging van hoogstaande culturele erfenissen die te maken hadden met religieuze tegenstellingen die allemaal nochtans geparenteerd waren aan de islam. Maar dat bleek geen hinderpaal te zijn om eeuwenoude kostbare manuscripten en moskeeën te verbranden en/of te verminken. Er heeft in Mali een beeldenstorm gewoed met fundamentele gevolgen. Een deel van het geheugen van een volk werd uitgewist zoals bladzijden uit een boek worden gescheurd waardoor het onleesbaar werd.

Dat is gelukkig niet voorbijgegaan aan de UNESCO die zich voortdurend zorgen maakt over de instandhouding van het wereldwijde culturele patrimonium. Op haar vergadering van 18 februari jongstleden werd daar dan ook een internationaal actieplan aangenomen dat voorziet in een bedrag van 7,5 miljoen euro om de bescherming te verzekeren van het Malinese cultureel patrimonium dat bedreigd werd en wordt door de islamitische rebellen. “De heropstanding van Mali zal via het cultureel patrimonium gebeuren” verklaarden eensgezind Irina Bokova, directeur-generaal van de UNESCO, Bruno Maïga, de Malinese minister voor cultuur en Aurélie Filippetti, zijn Franse collega. En die laatste onderstreepte nog maar eens dat die vernieling van mausolea en de jacht op manuscripten andermaal bewijzen dat het fanatisme de oude vijand van de ratio blijft. Het is niet zonder reden dat Frankrijk zich in deze zaak op het voorplan werkt want Mali was tenslotte van 1893 tot 1960 door dat land gekoloniseerd geweest en levert nu militairen om de inheemse strijdkrachten bij te staan.

Drie objectieven
De UNESCO heeft drie objectieven vooropgesteld. Eén, samen met de actieve medewerking van de plaatselijke bevolking, het cultureel patrimonium herstellen dat tijdens de recente oorlogsgebeurtenissen beschadigd werd. Er worden maatregelen voorzien die betrekking hebben op de sites die tot het wereldpatrimonium behoren en culturele artefacten die een nationale bescherming genieten. Bijzondere acties worden voorzien voor Timboektoe, de graven van de Askia’s in Gao, de oude steden Djenné en de kliffen van Bandiagara in het land van de Dogons maar ook voor de musea en de plaatsen beschermd door de nationale wetgeving.

Twee, te nemen maatregelen om de oude manuscripten die in de regio’s bewaard worden te beschermen. Praktisch wordt beloofd om het gebouw van het Instituut voor hogere islamitische studies Ahmed Baba in Timboektoe (vernield door de islamieten) her op te richten en de classificatie van de documenten die er berustten en konden gered worden.

Drie, specialisten bijstaan om opnieuw de gepaste omstandigheden te creëren om de conservatie en het beheer van het cultureel patrimonium te organiseren vooral wat betreft de manuscripten. Het gaat dan vooral om de conservatie van het cultureel erfgoed blijvend te waarborgen via de opleiding van professionelen binnen de plaatselijke gemeenschappen en daarbij de strijd aan te gaan tegen de ongeoorloofde handel van kunstwerken.

Ongekende schatten
Frankrijk van zijn kant benadrukte Aurélie Fillipetti zal, op verzoek van de Malinese autoriteiten en het centrum van het wereld patrimonium, aan een aantal gespecialiseerde instellingen vragen om een plan van coöperatie op te stellen en ook van realiseerbare acties op langere en kortere termijn te ondernemen om de reconstructie van het patrimonium van Noord Mali in partnership met het centrum voor het wereldpatrimonium te bestuderen. Het gaat in eerste instantie om een missie te organiseren die een evaluatie moet opstellen van de vernielingen die tijdens het tien maanden durende strijd werden aangericht. Tenslotte zal Frankrijk, in het kader van de conventie Frankrijk/Unesco, deelnemen aan de herwaardering en de bescherming van de historische stedelijke centra.

Dat gaat allemaal veel geld kosten maar de UNESCO en Frankrijk vinden het hun plicht om de ongekende schatten van een tragisch land zover als mogelijk voor de toekomst te vrijwaren.

Ludo Bekkers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content