Twee gestolen werken Vincent Van Gogh zijn na 14 jaar terecht

Zeegezicht bij Scheveningen © /

Twee schilderijen van Vincent van Gogh, die in 2002 waren gestolen uit het Van Gogh Museum in Amsterdam, zijn terecht.

Het gaat om de doeken Zeegezicht bij Scheveningen (1882) en Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen (1884/85). De werken, die op 7 december 2002 verdwenen, zijn teruggevonden tijdens een groot onderzoek in Italië, uitgevoerd door een speciaal team dat onderzoek doet naar georganiseerde criminaliteit.

Zeegezicht bij Scheveningen is het enige schilderij in de museumcollectie uit Van Goghs periode in Den Haag, het andere maakte hij voor zijn moeder.

Volgens de conservator die de werken voor het Italiaanse gerecht onderzocht, zijn het de echte. De werken zitten niet meer in hun lijst, maar zijn in ‘redelijk goede conditie’. Bij schilderij Zeezicht bij Scheveningen is in de linkeronderhoek de verf afgebroken. Het andere doek lijkt ongeschonden, afgezien van wat kleine beschadigingen aan de doekranden.

Een half jaar na de roof in 2002 had het museum nog een beloning van 100.000 euro beloofd voor de gouden tip. De schilderijen hadden destijds een gezamenlijke waarde van enkele miljoenen euro’s. Ze waren niet verzekerd omdat ze bezit zijn van de Nederlandse staat.

Wanneer de werken terugkomen naar Amsterdam, is nog niet bekend. De schilderijen moeten worden opgevoerd als bewijslast in de strafzaak, maar het onderzoek loopt nog dus is niet duidelijk wanneer de zaak zal worden behandeld. ‘We hebben 14 jaar gewacht op dit moment. En dan wil je ze natuurlijk gelijk meenemen’, zegt museumdirecteur Axel Rüger. ‘We zullen nog enig geduld moeten uitoefenen, maar ik ben ervan overtuigd dat we kunnen rekenen op de steun van de Italiaanse autoriteiten.’

In 2005 waren voor de diefstal nog twee mensen veroordeeld. Octave D. en Henk B. kregen in hoger beroep respectievelijk 3,5 jaar en drie jaar en twee maanden cel opgelegd. Ook werden de twee veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van 350.000 euro. Het hof baseerde zich voor de veroordeling onder meer op DNA-sporen die bij het Van Gogh-museum werden gevonden, getuigenverklaringen en afgeluisterde telefoongesprekken.

De mannen ontkenden tijdens het proces stellig iets met de roof van de schilderijen te maken te hebben. Volgens hun advocaten waren de twee erin geluisd. Een pet en een muts waarin DNA-sporen werden gevonden zouden met opzet zijn achtergelaten door de werkelijke daders, om de autoriteiten op een dwaalspoor te zetten

Later vrijdagochtend geeft de Italiaanse hoofdofficier van justitie in Napels uitleg op een persbijeenkomst. (Belga/KVDA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content