Turkije zegt ‘installatie van chemische wapens’ van Syrische overheid te hebben vernield

Erdogan verwijt Arabische landen "verraad" vanwege plan-Trump © belga

Turkije heeft naar eigen zeggen een ‘installatie van chemische wapens’ van de Syrische overheid in het noordwesten van het land vernield, als reactie op de luchtaanvallen waarbij donderdag een dertigtal Turkse militairen is omgekomen.

Volgens een hooggeplaatste Turkse functionaris vernietigden Turkse troepen in de nacht van vrijdag op zaterdag de installatie, op 13 kilometer ten zuiden van Aleppo, ‘net als een groot aantal andere doelwitten van het regime’. De functionaris trad niet in detail. Volgens het Syrische Observatorium van de Mensenrechten (SOHR) viel Ankara de militaire luchthaven Kweires aan, ten oosten van Aleppo, waar volgens de ngo geen chemische wapens waren.

Damascus is al meermaals beschuldigd van het gebruik van chemische wapens sinds het conflict in Syrië in 2011 uitbrak. De Syrische regering ontkent en stelt zich te hebben ontdaan van chemische wapens, waar veel waarnemers echter aan twijfelen.

In de Syrische provincie Idlib zijn donderdag zeker 33 Turkse militairen omgekomen bij een luchtaanval. Ankara schreef de actie toe aan het Syrische leger en kondigde aan vergeldingsbombardementen te zullen uitvoeren. De escalatie tussen Ankara en Damascus zette ook de relatie tussen Turkije en Rusland,een van de belangrijkste bondgenoten van de Syrische regering, onder druk. Vrijdag spraken de Turkse president Recep Tayyip Erdogan en de Russische president Vladimir Poetin elkaar via de telefoon en drukten hun bezorgdheid uit. Volgens het Kremlin ontmoeten ze elkaar mogelijk volgende week in Moskou.

Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken zei zaterdag ook dat Rusland en Turkije een afname van de spanningen in Syrië willen. Hoge verantwoordelijken van beide landen spraken elkaar de afgelopen dagen. ‘Van beide kanten is de nadruk gelegd op de afname van de spanningen op het terrein, en tegelijk de strijd voort te zetten tegen de terroristen als dusdanig erkend door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties’, aldus het ministerie in een persbericht.

Partner Content