Topman Europol: ‘België een failed state noemen is absurd’

Rob Wainwright © reuters

Rob Wainwright, baas van Europol, zei in de onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart dat België onterecht hard is aangepakt.

‘In de emoties meteen na de tragedie zijn veel zaken gezegd, zelfs door experts en toonaangevende experts,’ zei Wainwright in de commissie, ‘maar de kritieken aan België waren overdreven en veelal oneerlijk.’ De Europol-topman bevestigde dat België net ‘een van de meest productieve lidstaten’ is in het delen van inlichtingen en informatie in de strijd tegen terreur.

Na jaren van terughoudendheid in heel Europa is de massa aan gedeelde informatie de voorbije twee jaar vertienvoudigd en België behoort tot de top vier van de bijdragers. Van de achttien terrabyte aan gedeelde informatie rond de aanslagen van Brussel en Parijs is België – weinig verrassend – veruit de grootste leverancier.

Toch kunnen er volgens Wainwright nog zaken beter in de strijd terreur. Hij spitste het niet toe op België, maar gaf wel enkele cruciale succesfactoren aan. Zo noemde hij het werk van inlichtingendiensten cruciaal om in elke gemeenschap voldoende voeling te hebben en te begrijpen waar de middelen best worden ingezet. ‘De systemen die het best werken, zijn zij die veel geïnvesteerd hebben in intelligence‘, aldus de Europol-topman. ‘De aanpak die aangestuurd wordt door inlichtingen is duidelijk de meest doeltreffende. België doet dat al ten dele, maar zowat alle landen leren nog steeds bij om dat verder te verbeteren.’

Verbindingsofficieren

Wainwright hecht ook veel belang aan de meer dan tweehonderd verbindingsofficieren bij Europol, afkomstig uit meer dan veertig landen. Inclusief uit Turkije. ‘Traditioneel hebben landen vooral geïnvesteerd in bilaterale banden’, klonk het. ‘Ik denk dat het samenbrengen van verbindingsofficieren een zeer krachtige manier is om een Europees antwoord te bieden op een Europees probleem.’

Een opmerking die de onderzoekscommissie wellicht zal meenemen, met de hele heisa in het achterhoofd rond de Belgische verbindingsofficier in Turkije. Die was volgens minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) te laks met het doorspelen van informatie over de arrestatie aan de Syrische grens van Ibrahim El Bakraoui, één van de mannen die zich op 22 maart opblies op Brussels Airport. De verbindingsofficier zelf kwam zich intussen achter gesloten deuren verdedigen in de onderzoekscommissie, waarop de oppositie besloot dat hem niets te verwijten valt.

Wainwright beantwoordde daarnaast nog een hele reeks andere vragen van de Belgische parlementsleden. Zo verwacht hij dat er op relatief korte termijn een integratie zal komen tussen de gigantische SIS-databank van de Schengenzone en die van Europol. Iets wat om privacyredenen tot nu toe niet gebeurde, maar wat hij ten zeerste toejuicht.

Voorts vindt Wainwright een Europese inlichtingendienst niet noodzakelijk. ‘De EU werkt met een heel ander politiek kader dan de VS. We moeten de samenwerking binnen dat kader succesvol maken’, verduidelijkte hij. Het Verdrag van Lissabon laat een Europese CIA trouwens niet toe. ‘We moeten dus niet focussen op het ontwikkelen van een federale macht, maar in de ontwikkeling van een uniek platform voor informatie-uitwisseling.’

Partner Content