Topmagistrate Eliane Liekendael overleden

Eliane Liekendael © Belga

Eliane Liekendael is op 8 oktober op 90-jarige leeftijd overleden. Dat vernam L’Echo. Liekendael was de eerste vrouw die opklom tot de top van de Belgische magistratuur. Ze speelde onder meer een belangrijke rol in de affaire-Dutroux en in de zaak Agusta-Dassault.

Liekendael raakte vooral bekend door het zogenaamde ‘spaghetti-arrest’. Als procureur-generaal bij het Hof van Cassatie vroeg ze om onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte van de zaak-Dutroux te halen, nadat die was ingegaan op de uitnodiging voor een spaghettifeestje van enkele slachtoffers van Marc Dutroux.

De onderzoeksrechter zou zich daarmee partijdig hebben opgesteld. Liekendael werd op 12 december 1928 in Etterbeek geboren. Ze begon haar loopbaan in de magistratuur in november 1955 op het Brusselse justitiepaleis als substituut van de procureur des konings. In december 1973 werd ze benoemd tot eerste substituut en in 1975 werd ze substituut van de procureur-generaal bij het hof van beroep van Bergen.

In maart 1978 werd ze advocaat-generaal bij datzelfde hof van beroep. Op het einde van dat jaar keerde ze naar Brussel terug waar ze als advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie aan de slag ging. Op 18 september 1996 volgde ze er Jacques Velu op als eerste vrouwelijke procureur-generaal bij Cassatie. Op 12 december 1998 ging ze met emeritaat. Het mandaat van Liekendael bij het Hof van Cassatie stond bol van gebeurtenissen die het hof meer dan ooit tevoren in de schijnwerpers plaatsten. Van bij haar aantreden kreeg ze te maken met het verzoek van de advocaat van Marc Dutroux dat op 14 oktober 1996 leidde tot het ‘spaghetti-arrest’, waarbij de zaak-Dutroux uit handen van onderzoeksrechter Connerotte werd genomen.

Liekendael verklaarde destijds dat ze dat ‘met spijt’ had gepleit. In november 1996 kreeg ze als procureur-generaal twee andere uiterst delicate dossiers voorgeschoteld: zedenzaken waarbij de namen van de toenmalige ministers Elio Di Rupo en Jean-Pierre Grafé vielen. Beiden werden uiteindelijk van elke verdenking vrijgesproken.

Vervolgens werd ze belast met het dossier Agusta-Dassault. In november 1997 vroeg ze aan de Kamer van volksvertegenwoordigers de inbeschuldigingstelling van Guy Coëme. Ze vroeg en verkreeg van de parlementen van het Waals parlement en de Franse Gemeenschap ook de opheffing van de onschendbaarheid van Guy Spitaels. Op het Agusta-Dassault-proces vorderde de procureur-generaal dat alle beklaagden schuldig zouden worden verklaard, maar eiste ze een milde straf.

Voor Liekendael hoefde geen van de twaalf naar de cel. De meest opgemerkte passus uit haar requisitoir waren echter de hervormingsplannen voor justitie. Volgens Eliane Liekendael vormden die een bedreiging voor de rechtsstaat. Van Liekendael blijft het beeld bij van de vrouw die in september 1998 voor de televisiecamera’s en fotografen op de vlucht slaat op de eerste dag van het Agusta-Dassault-proces. Anderzijds bracht ze het Hof van Cassatie dichter bij de burger door interviews te geven aan de VRT, RTL, en RTBF. Het was de eerste keer dat de hoogste autoriteit van het openbaar ministerie zich rechtstreeks voor de camera’s uitsprak.

Partner Content