Tien vergeten conflicten in de wereld

Annelies Van Erp
Annelies Van Erp Medewerker van ngo Memisa

De nationale actiedag van 12-12 brengt het gruwelijke conflict dat al twee jaar aansleept in Syrië onder de aandacht. Belgen worden gevraagd massaal een bijdrage te leveren, maar tegelijkertijd zijn er een heleboel oorlogen die niemand wil zien. Slachtoffers die het nieuws niet halen en vluchtelingenstromen die onder de radar blijven. Tien vergeten conflicten op een rijtje.

1. In het dichtstbevolkte land van Afrika, Nigeria, wonen 158 miljoen inwoners en 450 etnische groepen bij elkaar. De grootste conflicthaard ligt in het noorden van het land waar de Islamitische Boko Heram de plak zwaait. De groep vergelijkt zichzelf met de Taliban uit Afghanistan en wijst alle Westerse levensstijlen af. Boko Heram heeft het gemunt op christenen en op overheidsinstellingen en pleegt continu aanslagen op hen. Als reactie op deze aanslagen volgen dan weer vergeldingsacties door zowel de christengemeenschap als de overheid. De organisatie is verantwoordelijk voor meer dan duizend doden in de laatste drie jaar.

2. De Tsjeteense republiek (Tsjetsjenië) is een autonome Russische provincie in de Kaukasus. Sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie proberen de Tsjetsjenen zich af te scheuren van Rusland. Tot tweemaal toe leidde dit tot regelrechte oorlog. De Russen sloegen de opstand in 2002 definitief neer en installeerden er een pro-Russisch regime. Moslimrebellen voeren sindsdien een guerrillastrijd vanuit de bergen. Officieel is de oorlog afgelopen. De Russische troepen zijn weg, maar de Tsjetsjeense president Ramzan Kadyrov, die zijn macht te danken heeft aan de Russische president Vladimir Poetin, heeft de strijd overgenomen. In feite heerst er nu een kleine burgeroorlog. Kadyrov handhaaft bruut geweld en intimidatie als hij dat nodig vindt. Ook de rebellen treden agressief op en gebruiken ontvoeringen als onderhandelingsmiddel. Hoewel de strijd in eerste instantie ging om een onafhankelijke (seculiere) staat, begint het geloof, de islam, een steeds grotere rol te spelen bij de rebellen.

3. West-Papoea is een provincie van Indonesië gelegen op het westelijke deel van het eiland Nieuw-Guinea. Het Indonesische leger kent een lange geschiedenis van mensenrechtenschendingen ten opzichte van de inwoners van Papoea. De Indonesische soldaten beschouwen de Papoea’s over het algemeen als weinig meer dan dieren. De exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen van Papoea is zeer winstgevend voor de Indonesische regering, maar gaat ten koste van de volken en het grondgebied van Papoea. Zelfs vandaag, vijftien jaar nadat een democratisch bestuur de Indonesische dictator Suharto verving, is West-Papoea een plek met ontzettend veel gestationeerde militairen. Ongeveer 30.000 veiligheidsmannen moeten de orde van slechts twee miljoen inwoners garanderen. Volgens Amnesty International is West-Papoea tegelijkertijd een van de meest brutale plekken ter wereld. “De mensenrechten worden met de voeten getreden. Zo zijn er gedwongen verdwijningen, wordt er gemoord is er totaal geen vrijheid van meningsuiting”, klinkt het.

4. Oeganda is jarenlang geteisterd door geweld van de Lord Resistance Army (LRA) van Joseph Kony. Hij ziet zichzelf als een profeet en wil een eigen staat richten op basis van de Tien Geboden. Het Internationaal Gerechtshof wil Kony vervolgen, maar tot nu toe is hij niet gearresteerd. De LRA maakte op grote schaal gebruik van kindsoldaten, in ruim twintig jaar ontvoerden de volgelingen van Kony ongeveer 25.000 kinderen. Jongens worden, na het doorstaan van gruwelijk initiatieriten, opgeleid tot soldaten. Meisjes spelen een belangrijke rol in de ondersteuning van de strijdende mannen en worden als seksobject gebruikt. Naar schatting zijn er tot op heden nog steeds 1.500 tot 3.000 kinderen actief voor de LRA. Veel kinderen sterven door barre leefomstandigheden: ondervoeding en ziektes. Hoewel hooggeplaatste LRA-leiders zich in de afgelopen jaren hebben overgegeven of zijn omgekomen tijdens gevechten, blijft de LRA nog steeds actief in verschillende Afrikaanse landen. In plaats van enkel in Oeganda actief te zijn, heeft de LRA zich ontpopt tot een regionale speler die zowel in Oeganda, DR Congo, Sudan en de Centraal Afrikaanse Republiek voor onrust en geweld zorgt.

5. Zowel India als Pakistan claimen het gebied Kasjmir dat geografisch verspreid ligt over de drie landen: India, Pakistan en China. De scheidingslijn wordt langs beide zijden sterk bewaakt door het leger. Op dit moment heerst er officieel een wapenstilstand, maar toch vallen er nog steeds doden onder veiligheidstroepen uit India en onafhankelijkheidsstrijders. Voor dorpsbewoners nabij de grens is het nog steeds uitkijken voor militaire repressie. Het dodental wordt geschat op 60.000 sinds de start van het conflict in 1989.

6. De oorlog in Somalië startte met een opstand tegen dictator Siad Barre in 1991. Verschillende clans verdreven hun leider, maar zij slaagden er daarna niet in een akkoord te bereiken om de macht te herstellen of te herverdelen. De situatie escaleerde al gauw in een humanitaire crisis en een staat van anarchie. Verschillende delen scheurden zich af, het relatief vredige Puntland en Somaliland, terwijl de rust in Somalië maar niet terugkeerde. De opkomst van de islamieten van Al-Shabaab bedreigde het onstabiele land nog meer. Zij namen de controle over in het zuiden en in de hoofdstad Mogadishu. Na verkiezingen in 2012 kreeg Somalië voor het eerst in twintig jaar opnieuw een president, Abdi Farah Shirdon Saaid, en een regering, maar aanslagen bleven niet uit. De strijders van Al-Shabaab zijn zeer wendbaar. Met landmijnen, autobommen en geïmproviseerde explosieven richten ze nog steeds ontzettend veel schade aan.

7. Opper-Karabach is de kleine regio gelegen tussen Armenië en Azerbeidzjan en wordt bevolkt door Armeniërs. Met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 heeft het gebied zich onafhankelijk verklaard. De internationale gemeenschap en zelfs Armenië erkennen de onafhankelijkheid van Nagorno-Karabach formeel niet, omdat ze de huidige vredesonderhandelingen tussen Armenië en Azerbeidzjan wil bevorderen. In 1992 en 1993 werd 70 procent van Karabach veroverd door Azerbeidzjan, waarop de Armeniërs de tegenaanval startten en bijna al het verloren gegane terrein heroverden. De oorlog kostte het leven aan 30.000 mensen en bracht een miljoen vluchtelingen op de been. In 1994 werd een wapenstilstand uitgeroepen, maar officieel werd de oorlog nog niet beëindigd en beide legers zijn nog steeds op post. Geklemd tussen twee ruziënde buren, kan Opper-Karabach niet genieten van de voordelen van de snel transformerende EU-gerichte Armeense economie, noch van de voordelen van de olie van Azerbeidzjan.

8. In Myanmar eisen verschillende etnische groepen meer autonomie. Onder meer de Karen voert met haar Karen National Liberation Army (KNLA) een gewapende strijd tegen de overheid. 200.000 personen van het Karen volk leeft verborgen in de bossen. Voor hen is schuilen en de constante dreiging om ontdekt te worden, een ‘normale’ manier van (over)leven geworden. Nog eens 120.000 Karen leven in een vluchtelingenkamp net over de grens met Thailand. Deze groepen Karen zijn staatloos en hebben daardoor geen recht op onderwijs, gezondheidszorg of andere elementaire voorzieningen. Karenvrouwen in het bijzonder, zijn erg kwetsbaar. Regeringsmilitairen weten immers dat bestraffing en een eerlijke rechtspraak uitblijft in Myanmar en vergrijpen zich daarom vaak aan vrouwen van etnische minderheden.

9. In Mali vechten verschillende opstandelingen tegen de regering voor de onafhankelijkheid van de Azawad-regio in het noorden, waar het Toeareg volk woont. Door de Franse interventie kon het Malinese leger het noorden van het land heroveren op de militanten van Al Qaeda in de Islamitische Maghreb (AQIM), maar nog steeds heerst er chaos in het West-Afrikaanse land. Naarmate de Franse troepen zich terugtrekken duiken andere problemen op. Zo zijn er een heleboel vermiste kinderen. Rebellen misbruiken ze of rekruteren de jongeren als kindsoldaten. Maar ook Malinese soldaten plegen misdrijven. Sommigen mishandelen Toearegs en de Arabische bevolking die uit het noorden van het land terugkeren. Ook vluchtelingen met een lichte huidskleur vrezen voor vergeldingsacties indien zij terugkeren naar Mali. De Arabisten sloten immers een pact met de islamisten. Volgens een rapport van International Crisis Group is het daarenboven erg belangrijk om niet alleen te focussen op het terrorisme, maar zijn corruptie en slecht beleid net zo goed verantwoordelijk voor de oorlog in Mali.

10. Het armste land van het Arabische schiereiland Jemen kent verschillende conflicten tegelijkertijd. De sjiitische Houthi’s uit de noordwestelijke provincie Sa’ada organiseren sinds 2004 opstanden tegen de staat, die ze als te pro-Amerikaans (en te pro-Saoedi’s) beschouwen. Het conflict heeft zijn littekens achtergelaten in het hele noordelijke deel van Jemen en grote delen van de infrastructuur verwoest. Het conflict, dat zich ondertussen uitbreidde naar de omliggende gouvernementen, heeft ongeveer 7.000 mensen het leven gekost en bracht een binnenlandse vluchtelingenstroom op gang. Jemen ontstond in 1990 toen Noord- en Zuid-Jemen werden samengevoegd. De Zuid-Jemen Beweging, bestaande uit vroegere leiders van het zuiden, wil terug naar de toestand van voor 1990. Ze voelen zich gediscrimineerd en gemarginaliseerd door het huidige regime. Hoewel de beweging staat voor vreedzaam protest, escaleren de protesten geregeld. Tot slot heeft de Arabische Lente ook in Jemen voor opstanden gezorgd. (AVE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content