Terugkeren naar China in coronatijden: ‘Één stap uit mijn hotelkamer en mijn quarantaineteller staat weer op nul’

Pieter Verstraete schrijft vanuit zijn verplichte hotelquarantaine over zijn terugkeer naar China, het land dat hij al 12 jaar zijn tweede huis noemt. ‘Elke mogelijke infectiecluster moet hier meteen de kop worden ingedrukt.’

Voor dag en dauw landt de Boeing 747-8 uit Frankfurt in Shanghai. Ik ben suf en moe, net als andere passagiers, na een vlucht van een kleine elf uur, waarbij dan nog eens om de vier uur de lichten van de cabine aangaan en het boordpersoneel rondgaat om je temperatuur op te meten. “In order to comply with the rules of the People’s Republic of China”, meldt de captain. Op de achterkant van je boarding pass moet je je temperatuur noteren. Ik weet ongeveer wat er me te wachten staat als ik als één van de eersten uitstap in Shanghai.

Uitvoerige formaliteiten

Vrienden die deze trip eerder aflegden hadden me gewaarschuwd voor de uitvoerige formaliteiten bij de terugkeer naar China, en ik wil er snel aan beginnen. Ik zet het op een drafje richting het ontvangstcomité van honderden mensen die ons staan op te wachten, allemaal in een beschermend pak van kop tot teen, masker en een spatscherm incluis.

Terugkeren naar China in coronatijden: 'Één stap uit mijn hotelkamer en mijn quarantaineteller staat weer op nul'
© Pieter Verstraete

Licht gepakt met enkel een rugzak houd ik halt bij één van de vele tafels met ambtenaren. Hij scant een QR-code in mijn WeChat app (denk aan een combinatie van WhatsApp en Facebook, maar Chinees). Hij overloopt mijn gezondheidsverklaring die ik vooraf online had doorgegeven. Waar ik woon, of ik bars heb bezocht de laatste weken of naar openbare evenementen was gegaan zonder mondmasker, en zo verder, met de noot onderaan op het formulier dat foutieve info verstrekken strafrechtelijk vervolgd kan worden. China lacht er niet mee.

“O, vertrokken vanuit Brussel.” Een eerste grimas verschijnt op het gezicht van de grensbeambte. “Recent een trip naar Portugal.” Tweede frons volgt. Ik word ingedeeld in hoogste risicocategorie en aan de volgende stop mag ik twee reageerbuisjes gaan ophalen.

De 3 T’s: testing, tracing, treating

Wie denkt dat China een enkeling is in deze aanpak en die neerzet als typisch voor een communistische, autoritaire staat, vergist zich. Ondermeer Zuid Korea, Japan, Thailand en Singapore implementeerden systemen van verplichte hotelquarantaine. De (Oost)- Aziatische aanpak van de crisis wordt gedreven door het motief om het aantal Covid19-gevallen naar nul te herleiden. Elke mogelijke infectiecluster moet meteen de kop worden ingedrukt. Hun strategie steunt op de drie T’s: testing, tracing en treating. Een besluitvormingsproces en een uitvoering die geschoeid zijn op militaire leest moeten die drie T’s naadloos integreren. Testen alleen, zonder opvolging door een nauwgezette tracing heeft immers weinig zin.

De recente ervaringen met uitbraken zoals SARS en MERS zorgden ervoor dat Oost-Aziatische landen beter voorbereid waren op de coronapandemie, maar waren er nog andere redenen, zoals een daadkrachtig beleid zonder oeverloze debatten (bijvoorbeeld over de zin of de onzin van mondmaskers), een regering met technocraten aan het hoofd (de vicepresident van Taiwan is bijvoorbeeld zelf epidemioloog), de sluiting van de grenzen of hun strategische stocks van beschermingsmateriaal.

Al die elementen leidden tot een succesvolle aanpak. Of zoals Chen Chien-Jen, de vicepresident van Taiwan, de situatie samenvat door de westerse visie tegenover de Aziatische mentaliteit te zetten: ‘Er is geen andere realistische uitweg uit Covid19 door ‘groepsimmuniteit’ op te bouwen via vaccinaties en infecties, wat volgens mij de wesetrse groepsimmuniteit-mentaliteit is. Het is een manier om de discussie te framen. Een alternatieve framing is dat er simpelweg geen andere realistische uitweg is dan het aantal virale transmissies te herleiden tot nul. Dat is hoe men de zaken ziet in Azië.’

Skateboardtrucs van 360° in mijn neus

En als je naar nul wilt, is de landgrens een belangrijke eerste verdedigingslinie bij het stoppen van het virus. Ik zet mijn weg voort naar de grootschalige testbatterij, die bestaat uit tientallen tafels op een rij, met mannen en vrouwen in infectiebeschermingskleding, en met ventilators in hun rug. Ik word toegewezen aan tafel nummer 34. Twee staafjes in neus, één in de keel. In België heb ik een negatieve test moeten voorleggen voor het boarden van het vliegtuig. Er wordt een staafje daadkrachtig in de neusholte geduwd, hier gevoelsmatig dubbel zo diep als in België en met vier rotaties van 360° die doen denken aan een skateboardtruc van Tony Hawk. Als ze het staafje terugtrekken en de tube afbreken, staan de tranen in mijn ogen. Een kermis is een geseling waard.

Het ontvangstcomité

Wat is die kermis dan? Waarom wil ik in deze tijden per se terug naar China? De beslissing om terug te gaan werd niet enkel gedreven door privéredenen zoals het terugzien van mijn geliefde, van vrienden en terugkeer naar het leven dat ik daar heb opgebouwd de laatste 12 jaar. Ook zakelijke motieven spelen: ik ben gedurende negen maand niet meer in China geweest. Mijn consultingopdrachten voor Chinese investeerders vanuit China droogden op. Chinees privékapitaal ging toch terug focussen op eigen markt nadat Covid19-uitbrak en kijkt nu met argusogen naar de economische toekomst van de ‘Oude Wereld’ die Covid-19 maar niet onder controle lijkt te krijgen. Die Chinese opdrachten inwisselen voor consultingopdrachten bij Belgische bedrijven bleek geen sinecure . Ik heb het laatste decennium een karrenvracht aan opdrachten uitgevoerd in China, in industrieën die gaan van mode tot vastgoed en mobiele technologie. Gevolg is dat ik een soort ‘Jack of all trades’ geworden ben, een generalist met een brede kennis maar zonder specialisme, behalve dan deals sluiten met Chinezen. Bij de verkennende en introductiegesprekken bij Belgische bedrijven bleef ik steeds toch de stempel ‘China-expert’ behouden. En China-experts, die moeten in China zijn. Dus heb ik de eerste mogelijkheid om terug te gaan, gegrepen

De ring rond Brussel in Shanghai

Ondertussen ben ik de grenscontrole gepasseerd en heb ik mijn valies opgehaald. En dit alles op 35 minuten tijd. Nog steeds heb ik geen idee waar ik de komende twee weken ga verblijven. Met de andere 20 mensen die klaar zijn met hun test in de vertrekhal wacht ik op een bus die ons naar ons quarantainehotel zal brengen. Op mijn paspoort wordt een grote QR-code gekleefd, die linkt met mijn online profiel. Ambtenaren houden onze paspoorten bij tot ons vertrek, zodat je niet op eigen houtje de luchthaven zou verlaten.

Terugkeren naar China in coronatijden: 'Één stap uit mijn hotelkamer en mijn quarantaineteller staat weer op nul'
© Pieter Verstraete

Buiten zie ik de chauffeur in pak zitten op de stoep onder een afdakje. Hij rookt. Hij heeft zijn kap van zijn hoofd gehaald en het zweet stroomt over zijn voorhoofd. Dit is de eerste menselijke blik tijdens deze trip tot nog toe. De bus vertrekt met een onbekende bestemming, en waar alles tot hier ontzettend vlot ging, zet de traagheid nu in. Het is miezerig regenweer in Shanghai en net zoals op de Brusselse ring, wil dat zeggen file. De rit van 70km door Shanghai naar de voorsteden duurt ruim twee uur.

Busje komt zo: transport naar het quarantainehotel

We komen aan bij een hotel naast een bouwwerf in de buurt van een ingenieurscampus. De buitenlanders worden als eerste van de bus gehaald om in te checken. Medewerkers zijn nog steeds in vol ornaat – beschermingspak, maskers en spatschilden.

Er is nu alleen nog maar een Chinees onlineformulier voorhanden. Het loopt al meteen spaak bij de eerste regel waar we onze naam moeten invullen: enkel Chinese karakters zijn toegelaten. We vinden ter plekke dan maar een Chinese naam uit voor de Servische jongelingen in ons gezelschap. Jele, een Servische jongedame op zoek naar vertier en het ‘normale leven’ in China, gaat vervolgens als Xiaolong (“kleine draak”) door het leven. Praktisch opgelost, ook dat is China.

Corona in je stoelgang

Iedereen die in het hotel aankomt, moet de verklaring met huisreglement ondertekenen. Als belangrijkste passage: indien je een stap buiten de hotelkamer zet, dan ga je terug naar start, net zoals op een ganzenbord, en gaat je quarantaineteller gaat terug naar nul, veertien dagen te goed. Verder krijgen we nog een pak desinfectiepillen in de handen geduwd, te gebruiken bij elke toiletbeurt. Ik denk eerst dat het is om de handen te ontsmetten is, maar er wordt me dan duidelijk gemaakt dat het is om in de toiletten te gooien.

Ik denk aan de berichten over sporen van coronavirus die gedetecteerd zijn in de stoelgang. Ik vertaal voor de andere buitenlanders en van het ongeloof op hun gezicht staat af te lezen dat ze elk vertrouwen in mijn Chinese vertalingsskills hebben verloren. Neem het hen maar eens kwalijk.

Thuiskomen, ondanks alles

Het verblijf dat de Shanghainese overheid willekeurig voor mij en mijn medepassagiers heeft geselecteerd is een IU Hotel, een keten van themahotels die volgens hun website “a fun way of living” nastreven. IU Hotels zijn nogal typische budgethotels voor beginnende handelsvertegenwoordigers en off-campus studentenromantiek. Veel “fun” is er niet te beleven, maar voor het thema ‘Hotel Quarantaine’ slagen ze met vlag en wimpel. De gangen zijn kaal, ze hebben alle decoratie van de muren gehaald, vloeren zijn bedekt met plastic, de muren komen tot heuphoogte en de kamermeubels zijn gestript tot het absolute minimum. Het personeel is ook volledig ingepakt. Kostprijs: 43 euro per nacht, alles inbegrepen.

Terugkeren naar China in coronatijden: 'Één stap uit mijn hotelkamer en mijn quarantaineteller staat weer op nul'
© Pieter Verstraete

De komende dagen komt het personeel twee keer per dag langskomen om mijn temperatuur te laten opnemen en krijg ik drie keer per dag op vaste tijdstippen een maaltijd. Het eerste harde gebonk om negen uur in de ochtend, gebruik ik ondertussen als wekker.

“Gezocht: Receptionist/gezondheidsmedewerker”

Gek genoeg voelt dit, na de lange trip Koksijde-Brussel-Frankfurt-Shanghai-voorstad, toch aan als thuiskomen. Ondanks al het gedoe ben ik oprecht blij dat ik terug in China ben. Ik trek de deur achter me dicht en de veertien dagen-teller begint te lopen. De komende twee weken heb ik tijd om na te denken over zin en onzin van de coronamaatregelen, de economische en politieke strubbelingen tussen de Europa en China, en ook de zakelijke kansen. Maar eerst wil ik even uitrusten en een lange warme douche nemen.

De geur van bloemetjeszeep vermengt zich met de indringende chloorgeur van een disinfectietablet die zijn werk doet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content