Taant de aantrekkingskracht van IS?

© BELGAIMAGE
Wided Bouchrika
Wided Bouchrika Freelancejournaliste

Toen de Islamitische Staat afgelopen zomer na een blitzkrieg door Irak plots opdook in westerse media, leek het er zijn zwarte vlag voorgoed te hebben geplant. Toch lijkt de macht van de extremistische strijders in het land te tanen. Hoe aantrekkelijk is een ondergronds gedreven militie nog?

Een derde van Irak is vandaag nog steeds in de greep van een bloedige strijd, en sommige gevechten worden nog steeds door Islamitische Staat (IS) gewonnen. Maar, zo menen analisten in de New York Times, de dagen van snelle en gemakkelijke overwinningen voor de jihadisten naderen hun einde in Irak.

‘IS is verward’

‘De luchtaanvallen van de coalitie hebben erg geholpen en nu zijn de IS-strijders verward, ze weten niet waarheen’, zegt generaal Hamad Namis al-Jibouri van de Salahuddin-provincie in Irak in de Amerikaanse krant. Daar strijden veiligheidsdiensten en sjiitische milities tegen de jihadisten bij de stad Baiji.

Daar waar IS de macht gegrepen had, heeft de groep zijn operaties herzien. Bases en ziekenhuizen werden geëvacueerd en in woningen van burgers ondergebracht, die moeilijker te identificeren en dus te bombarderen zijn. Dat verklaren Iraakse autoriteiten in New York Times. De konvooien die even geleden door de woestijn trokken, hebben plaats geruimd voor kleine groepjes die zich met de motor verplaatsen.

Toch is de belemmering van de soennitische extremisten van IS niet enkel te danken aan de internationale coalitie, die luchtaanvallen uitvoert in de regio. De analisten aangehaald in de krant zeggen dat andere factoren belangrijke effecten hebben: zoals de sectarische en politieke demografie in Irak, verweer van overwonnen gemeenschappen, de financiële basis van de groep in Syrië die aan het wankelen is gebracht en lichte vooruitgang van de grondtroepen in Irak.

Soennitische gebieden uitgeput

Demografie is een van de belangrijkste factoren geweest in de verzwakking van de terreurgroep. IS werd populair in arme, soennitische gebieden die afgesloten waren van de centrale staat. In Syrië ontstonden zulke opportuniteiten toen een soennitische rebellie tegen president Bashar al-Assad (alawiet, sjiitisch) ontstond. In Irak lagen de gebieden die door toenmalig premier Nuri Kamal al-Maliki aan hun lot overgelaten werden, voor het grijpen.

‘IS kan zijn macht enkel uitbreiden door partnerschappen aan te gaan met de lokale bevolking, wat de invloed van de groep vooral beperkt tot soennitische, achtergestelde gebieden’, legt Lina Khatib, directeur van het Carnegie Midden-Oosten Centrum in Beirut, in de krant uit.

Na maanden zijn de meeste van die gebieden in Irak al onder controle van IS gekomen. Het onder controle krijgen van de niet-soennitische bevolkingsgroepen blijkt moeilijker. In Syrië komt de Islamitische Staat dan weer tegenover rivaliserende rebellengroepen te staan, die het de jihadisten bemoeilijken daar nog meer gebied te controleren.

Koerden organiseren een mars langs het Turks-Syrische grensdorp Caycara om te protesteren tegen Islamitische Staat (IS). In solidariteit met de bevolking van het Syrische Kobane.
Koerden organiseren een mars langs het Turks-Syrische grensdorp Caycara om te protesteren tegen Islamitische Staat (IS). In solidariteit met de bevolking van het Syrische Kobane.© Reuters

Eigen retoriek slaat terug

In sommige gebieden onder controle van IS, zouden de soennitische gemeenschappen die macht proberen te ondermijnen. Zo haalt New York Times het voorbeeld van de Diyala-provincie aan, ten noordoosten van Bagdad, waar grondtroepen IS van bevoorrading hebben afgesneden en enkele lokale leiders hebben gedood met de hulp van informatie van boze burgers. Dat nieuws komt van veiligheidsdiensten ter plaatse die onder overheidsvoorschriften anoniem wensten te blijven.

Nog anderen beweren in de krant dat de retoriek van de groep, IS zo kwetsbaar heeft gemaakt. Wat IS namelijk onderscheidt van al-Qaida en andere terreurbewegingen, is dat de groep beweert het kalifaat te hebben opgericht. De leider van IS, is zo ook de spirituele leider van moslims overal ter wereld. Veel moslims in het buitenland hebben echter al duidelijk laten verstaan zich van de groep te distantiëren. Maar de visie van IS kan nog sterker uit elkaar vallen als de strijders tot ondergrondse acties worden gedreven.

‘De kern van de aantrekkingskracht van IS, is hun vermogen om zo uit te breiden’, zegt Noah Bonsey, analist bij de International Crisis Group, in de Amerikaanse krant. ‘Maar van zodra dat wegvalt, is het hele verhaal minder overtuigend.’

Vooral in Irak heeft IS aan terrein verloren. Grondtroepen hebben er de regio van Zumar in het noorden en Jurf al-Sakr ten zuiden van Bagdad teruggewonnen. Dat opende belangrijke wegen in het centrum van het land en weerhield IS ervan andere gebieden in te nemen.

‘Die veranderingen hebben het territorium van IS opgebroken’, meent Hisham Alhashimi, IS-expert in Irak, in New York Times. ‘Het is moeilijker geworden om hun troepen te verplaatsen en hun boodschappers kunnen berichten niet meer zo gemakkelijk overbrengen tussen de leiders en de mensen op het terrein.’ De propagandamachine van IS lijkt op die manier een deuk te hebben gekregen.

Luchtaanvallen op Kobane.
Luchtaanvallen op Kobane.© Reuters

‘Verzwakt, maar aangepast’

Op het eerste gezicht lijkt IS echter geen controle over gebieden in Syrië te verliezen. Toch hebben de luchtaanvallen door de Verenigde Staten en een coalitie van een aantal Arabische landen de groep er gedwongen hun hoofdkwartier in voormalige regeringsgebouwen te verlaten. Ook patrouilles in de stad Raqqah werden verminderd. Aanvallen op oliebronnen en raffinaderijen van IS hebben hun economische basis in het land geraakt, waardoor de olieprijzen stegen.

Maar hoewel die luchtaanvallen IS wat verzwakt lijken te hebben, de groep past zich aan. ‘En dat zal het nog moeilijker maken om hen te bekampen zonder effectieve grondtroepen’, zegt Alhashimi nog.

De strijders verplaatsen zich in kleine groepen die minder kwetsbaar zijn bij luchtaanvallen en in plaats van steden te bestormen, richten ze er slapende cellen op. ‘Ooit probeerden krachten van buitenaf een stad te doen vallen’, verklaart Alhashimi in de krant. ‘Nu komen die krachten binnen de stad zelf op om die ten val te brengen.’

IS wordt dus zeker niet enkel door achteruitgang getekend. Er zijn onvoldoende grondtroepen in Irak en zo kreeg IS nog de controle over Anbar, waar het ondertussen meer dan 300 stamleden doodde. In Syrië is er nog minder weerstand: overheidstroepen en rebellenmilities zijn uitgeput na drieënhalf jaar burgeroorlog. Het door de VS bewapenen van bepaalde rebellengroepen heeft weinig effect getoond en het programma waarbij 5.000 strijders jaarlijks getraind zouden worden, staat nog niet op punt.

Analisten door de New York Times aangehaald, besluiten dat in vele gebieden die nog gedomineerd worden door IS, burgers nog steeds niet kunnen geloven dat er een kracht bestaat die de jihadisten er weg kan drijven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content