‘Surveillanceonderzoek in Europa is geen spionage’

© Thinkstock
Wided Bouchrika
Wided Bouchrika Freelancejournaliste

Het controversiële surveillanceonderzoek ‘Indect Project’ dat door de Europese Commissie met 11 miljoen euro gesponsord werd, loopt in juni 2014 ten einde. Het project dat in 2009 van start ging, doet in tijden van NSA-onthullingen al snel aan spionage denken, al doen de onderzoekers dit af als onzin.

Het samenwerkingsverband van universiteiten en onderzoekcentra in twaalf EU-lidstaten (België doet niet mee), zou systemen creëren die bijdragen tot de veiligheid van de burgers. Maar het ‘Indect Project’ werd al snel aan spionage gelinkt met mogelijke schending van de privacy en twijfel in het Europees Parlement over het respect voor de mensenrechten. Het project zou informatie van Facebook, zoekmachines, overheidsdatabanken, communicatie en beelden van bewakingscamera’s op straat combineren in een groot surveillanceproject.

Geen controle Facebook

Vijf jaar later hebben de onderzoekers een antwoord klaar. Zij stonden voor het eerst de Belgische pers te woord: MO* sprak in het kader van het privacy-dossier met Jan Derkacz van de AGH Universiteit voor Wetenschap en Technologie in het Poolse Krakau, de coördinator van het project.

In het interview doet Derkacz de spionagebeweringen als onzin af. Indect zou geen persoonsgegevens verzamelen of camerabeelden gebruiken om mensen te vinden op sociale netwerken. Facebook wordt niet door het project gecontroleerd.

Kinderporno bestrijden

Maar wat doet Indect dan wel? Volgens Derkacz moet het project bestaande surveillance-videosystemen beter laten reageren in crisissituaties zoals bij geweld in treinstations, massapaniek of hooligans bij voetbalwedstrijden. Het moet de analyse van de enorme hoeveelheid data helpen automatiseren.

De Europese Commissie gelooft erin dat het project de massapaniek tijdens de Loveparade in het Duitse Duisburg en het Heizeldrama in Brussel had kunnen helpen voorkomen en heeft Indect dan ook een steun van 11 miljoen euro gegeven. Bovendien werd het project na vijf jaar nog enkele maanden verlengd: Hoewel het al in januari 2014 had moeten worden afgerond, is de einddatum nu verschoven naar 30 juni 2014, schrijft MO*.

Een concrete toepassing die uit het project voortvloeide is ‘Inact’ of Indect Advanced Image Catalog Tool. Die software moet de politie helpen om misdaad gerelateerd aan kinderporno te bestrijden. Het programma biedt een opslagplaats voor foto’s die nadien met beelden uit verdachte databanken kunnen worden vergeleken. Enkel de metadata worden daarbij bewaard, niet de foto’s zelf.

Verantwoordelijkheid lidstaten

Europol en politiediensten van Spanje, Malta, Letland en Roemenië zouden al interesse in de resultaten hebben getoond. Indect werd ook voor tests beschikbaar gesteld aan de lokale politie van Tsjechië en de Poolse politie testte de toepassing Inact.

Hoewel de sociale, politieke en wettelijke aspecten van de systemen worden onderzocht door een speciaal ethisch comité, verduidelijkt Derkacz nog in MO* dat Indect slechts een onderzoeksproject is en niet verantwoordelijk is voor toepassing van de aangeboden systemen. Die verantwoordelijkheid ligt bij de overheden van de lidstaten die er uiteindelijk gebruik van maken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content