Sturen we straks nog studenten op uitwisseling naar Suriname?

© Dino
Zoë Deceuninck
Zoë Deceuninck Freelancejournalist

Enkele Vlaamse onderwijsinstellingen twijfelen of ze nog studenten naar Suriname zullen sturen voor een buitenlandse stage. ‘Ze hebben er nauwelijks nog contact met niet-Europeanen’, klinkt het. Al kan het ook anders.

Suriname is het populairste stageland buiten Europa voor hogeschoolstudenten. Slechts twee van de dertien Vlaamse hogescholen sturen geen studenten naar Suriname. Dat blijkt uit een analyse die Renilde Knevels van de Vlaamse Hogenscholenraad (Vhlora) vorig jaar maakte op basis van cijfers geregistreerd in de Databank Hoger Onderwijs (DHO) voor het academiejaar 2015-2016. De registratiemethode in de DHO is nog niet dezelfde als die in de onderwijsinstellingen zelf. Ook universiteiten werden niet meegerekend in de analyse.

Daarom vroeg Knack cijfers op bij de instellingscoördinatoren ontwikkelingssamenwerking binnen de verschillende HO-instellingen. Vier universiteiten en negen hogescholen in Vlaanderen gaven inzicht in de uitgaande mobiliteit van hun studenten. Uit die gegevens blijkt dat er dit academiejaar al minstens 179 studenten in Suriname stage lopen. Minstens, omdat nog niet alle onderwijsinstellingen over de cijfers van het tweede semester beschikken. Het is een lichte daling tegenover vorig academiejaar, toen 192 studenten naar Suriname trokken. Arteveldehogeschool Gent en de UC Leuven Limburg (UCLL) sturen de meeste studenten.

Bij het verzamelen van de cijfers werd duidelijk dat de verschillende onderwijsinstellingen elk op hun manier data bijhouden. Enkele opmerkingen

  • VIVES beschikte alleen over cijfers sinds de start van de hogeschool, drie jaar geleden.
  • Door een fusie kon Hogeschool Odisee geen gegevens op tafel leggen van voor het academiejaar 2014-2015.
  • Het International Office van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) geeft aan dat het aantal studenten dat op eigen middelen naar Suriname gaat, wordt bijgehouden door de faculteiten zelf of door het VUB Career Center.
  • Studenten van de Universiteit Antwerpen die minder dan 2 maanden naar Suriname gaan, vallen onder de categorie ‘kort verblijf’ en worden niet in de databank van de Cel Ontwikkelingssamenwerking geregistreerd.

Over het exacte aantal studenten dat jaarlijks naar Suriname gaat, is er dus veel onduidelijkheid. De cijfers die Knack verzamelde, geven in ieder geval een goede indicatie van de werkelijkheid.

We krijgen meer inzicht in het soort studenten dat naar Suriname trekt door de databank van de VLIR-UOS, die bijhoudt hoeveel studiebeurzen er per land worden aangevraagd. Jaarlijks biedt de organisatie, een onderdeel van de Vlaamse Interuniversitaire Raad, 500 studenten verbonden aan een Vlaamse onderwijsinstelling een beurs van 1000 euro aan om een stage te doen in het Zuiden.

De gegevens bevestigen dat voornamelijk hogeschoolstudenten naar Suriname trekken. Van de 80 studenten in 2015, goed voor 16 procent van het totaal aantal studiebeurzen dat VLIR-UOS uitreikt, waren er slechts 15 afkomstig van een universiteit. Opvallend is dat veel meer vrouwen dan mannen naar Suriname gaan, maar liefst tachtig procent van de studenten is vrouw. De meesten willen een stage in de verpleegkunde of het onderwijs.

Ongetwijfeld komen die Belgische studenten elkaar tegen in Paramaribo. De kleine hoofdstad van Suriname heeft die slechts 250.000 inwoners heeft. Ter vergelijking: er wonen dubbel zoveel mensen in Antwerpen. Dat stagiairs bij elkaar hangen om ervaringen te delen is een logisch gevolg. De Belgisch-Nederlandse studenten vormen tussen de verschillende etnische groepen in Suriname, vormen de Belgisch-Nederlandse studenten een eigen gemeenschap.

Stagiairs integreren zich bijna niet, want ze kunnen hier alles doen wat ze thuis ook doen.

Jasper Wijnands, student

Jasper Wijnands kan ervan meespreken. In februari ging hij naar Suriname in het kader van zijn opleiding leerkracht middelbaar onderwijs aan de UC Leuven-Limburg. De eerste weken werd hij helemaal ondergedompeld in de leefwereld van de stagiairs, die zich in de hotspots van Paramaribo verzamelen. ‘Ik hield me vast aan de andere stagiairs, het zorgde voor een comfortabel gevoel’, zegt Jasper. Zijn huis deelt hij met twaalf Nederlandse vrouwen en één studiegenoot.

Maar al snel merkte Wijnands op dat hij zich op deze manier niet aanpaste aan het Surinaamse leven. ‘Grote groepen stagiairs creëren de ideale wereld voor zichzelf en blijven in een westerse bubbel hangen. Ze integreren zich bijna niet, want ze kunnen hier alles doen wat ze thuis ook doen’, vertelt hij op het terras van zijn kamer in Paramaribo.

Door de grote toevloed van zowel Belgische als Nederlandse stagiairs is door de jaren heen een stage-industrie ontstaan in de toeristensector. Die focust enkel op de jonge studenten, die maar al te bereid zijn een stapje in de wereld te zetten. Wekelijks worden er voetbalwedstrijden, filmavonden en bierpongtornooien georganiseerd en partybussen worden ingeschakeld om de stagiairs naar hun favoriete club te brengen.

Supermarkten, bars en taxi’s

Het mag niet verwonderen dat Surinaamse ondernemers hun pijlen richten op onze studenten. De Surinaamse dollar (SRD) is acht keer minder waard dan een euro. Door die torenhoge wisselkoers maakt Suriname economisch moeilijke tijden door. Studenten kijken niet op een dollar meer of minder en hebben gemakkelijk toegang tot – voor Surinamers – vreemde valuta.

Toerisme-expert Martin Panday berekende in het verleden dat tweeduizend stagiairs samen ongeveer 600.000 euro per jaar uitgeven. De kamerverhuur profiteert daar volop van, maar ook touroperators, restaurants, kleine supermarkten, bars en taxi”s pikken hun graantje mee. De stage-industrie is zo populair, dat enkele ondernemers zich volledig afhankelijk stellen van onze studenten. Want naast geld brengen zij ook een ander groot voordeel met zich mee.

‘Wanneer de stagiairs in juni naar huis gaan, kan ik bijna de huur niet betalen.’

Faya-Rico Donoe, eigenaar Cafu0026#xE9; Loco

‘Mannen die passeren en mijn café vol vrouwen zien komen sneller binnen en trakteren hen op drankjes’, zegt Faya-Rico Donoe, eigenaar van Café Loco, een stagiaire-hotspot in centrum Paramaribo. De maanden februari tot juni, het zogenaamde stagiaireseizoen, zijn voor Donoe een gunstige tijd. Zijn café heeft meerder malen per week een activiteit, waaronder een eetfestijn op dinsdagavond. Stagiairs kunnen hier smullen van de Westerse keuken, waarbij vooral lasagne goed scoort op het menu. ‘Het is eens wat anders dan elke dag rijst’, grapt Donoe vrolijk terwijl hij de eerste schotel uit de oven haalt. Hoewel zijn café regelmatig vol staat met Belgisch-Nederlandse stagiairs, wil hij niet spreken van succes. ‘Wanneer de stagiairs in juni naar huis gaan, kan ik bijna de huur niet betalen.’

Jasper vindt het allemaal maar niets. In februari sloeg hij nog een uitnodiging af om deel te nemen aan de carnavalstoet van de Braziliaanse gemeenschap. ‘De authentieke sfeer werd verpest door een praalwagen volgestampt met gillende stagiairs’, zegt Wijnands. Op karaokeavonden wordt luidkeels meegezongen met de Marco Borsato’s en Clouseaus van deze wereld. Zelfs in de paasvakantie komen touroperators aanzetten met speciale acties. ‘Veel plaatsen worden commercieel uitgemolken voor en door stagiairs. We worden in een stroom gehouden’, zucht Jasper.

Ook Phedra en Korneel, studenten in de lerarenopleiding, zul je niet zien in de gekende hotspots. Na amper vier weken in de hoofdstad hadden ze het gehad met de grote groepen stagiairs. ‘De Surinaamse cultuur blijft verborgen als je altijd alles samen doet’, zegt Korneel. De twee vrienden zijn op zoek naar een unieke ervaring, wat hier niet voor de hand liggend lijkt. ‘We keren alle grote tourbedrijven de rug toe, we geven liever ons geld aan een lokaal iemand’, zegt hij.

Zo leerden ze Nilio kennen, een zelfstandige gids die voor een goedkopere prijs een intiemere ervaring bezorgt. Samen met nog vier andere vrienden brachten ze een weekend door, waarna ze enkele dagen later werden uitgenodigd op het verjaardagsfeestje van de gids. Geen al te grote luxe onder een partytent die half op de zandweg tussen de regenplassen werd geïnstalleerd, maar een échte Surinaamse ervaring volgens de twee vrienden. ‘Dat hij zijn huis voor ons openstelde, heeft echt ons hart geraakt. Het was een avond die ik nooit zal vergeten’, zegt Phedra. Ook Korneel is helemaal onder de indruk: ‘Hij stelde ons voor aan zijn oma en we konden een kijkje nemen in een Surinaams huisgezin. Zo’n ervaring krijg je moeilijk als je in grote groepen blijft hangen.’

Snel veel geld verdienen

Het aantal zelfstandige gidsen groeit mee met de komst van stagiairs. Zij staan volgens stagiairs synoniem voor originaliteit. ‘Omdat we niet gebonden zijn aan vaste programma’s, kunnen we het hele weekend afstemmen op de wensen van de stagiair’, zegt Xavier Soekhnandan, die naast zijn werk als natuurkundeleraar ook binnenlandse trips voorziet. ‘Op die manier is geen enkele trip dezelfde en hebben stagiairs de mogelijkheid om ook eens andere dingen te zien’, aldus Soekhnandan. Maar meegaan met een zelfstandige gids die in de straten van het centrum klanten ronselt, brengt ook wat risico’s met zich mee.

Levenslessen in zelfredzaamheid gaan gedeeltelijk verloren als grote groepen medestudenten samen afreizen, samen stage lopen en daarbij ook nog eens hun vrije tijd samen doorbrengen. Dan wordt het al snel één grote schoolreis.

Wannes Verbeeck, programmabeheerder Suriname bij VLIR-UOS

Een groepje stagiairs ging met een goedkoop busje naar Brownsberg, één van de druk bezochtste plaatsen in de jungle. Halfweg werd het tripje plots een heel pak duurder. Zulke verhalen doen razendsnel de ronde in de stagiairhuizen van Paramaribo. Niet iedereen is dan ook te vinden voor het onbekende avontuur.

‘De meeste stagiairs gaan nog steeds met de grote tourbedrijven op trip’ zegt Soekhnandan. Hij vindt het jammer dat zelfstandige gidsen krijgen een slechte naam krijgen. ‘Elk jaar in februari, wanneer een nieuwe lichting stagiairs aankomt, zien zogenaamde gidsen hun kans om snel veel geld te verdienen’, klinkt het teleurgesteld.

Levenslessen in zelfredzaamheid

Enkele onderwijsinstellingen zien het met lede ogen aan. Elk jaar overweegt Hogeschool Odisee of ze nog studenten naar Suriname zal sturen. ‘Studenten hebben in Suriname nog nauwelijks contact met niet-Europeanen’, zegt An De Moor, Coördinator Internationale Relaties van Hogeschool Odisee. Voor een stagebemiddelaar betaalt een student al snel 300 euro, inclusief een pick-up op het vliegveld, accommodatie en een lokale begeleider. Volgens De Moor is de kwaliteit van deze faciliteiten de laatste jaren gedaald. Bemiddelingskantoren worden commerciëler en de return naar studenten kleiner. ‘Stageplaatsen zijn een handel geworden. De huur van kamers stijgt voortdurend en regelmatig moeten studenten in allerijl verhuizen omdat de kamer niet veilig of hygiënisch is.’

‘Levenslessen in zelfredzaamheid gaan gedeeltelijk verloren als grote groepen medestudenten samen afreizen, samen stage lopen en daarbij ook nog eens hun vrije tijd samen doorbrengen. Dan wordt het al snel één grote schoolreis’, vindt ook Wannes Verbeeck, programmabeheerder Suriname bij VLIR-UOS.

Ik merk dat onze studenten heel wat lessen van de mentoren overnemen. Dat zie ik minder in andere landen.

Leen Van Craesbeek, contactpersoon internationalisering voor onderwijs (VIVES)

Verbeeck staat wel niet negatief tegenover Suriname als stagebestemming. Vlaamse studenten krijgen over het algemeen een veel grotere verantwoordelijkheid op stage in Suriname dan bij gelijkaardige stages in België. Bij een lokaal televisiestation in Paramaribo zijn studenten al verantwoordelijk voor het inblikken van bepaalde items voor het journaal, terwijl hun studiegenoten in België soms niet verder komen dan kabels dragen en koffie zetten voor de journalisten. ‘Stages in Suriname zijn bijzonder leerrijk en inhoudelijk interessant voor de studenten in kwestie.’

Leen Van Craesbeek, contactpersoon internationalisering voor onderwijs aan de campus Brugge van VIVES, is pas terug van een bezoek aan de stageplaatsen in Suriname. Ze erkent de talrijke aanwezigheid van stagiairs maar vindt Suriname nog steeds een zeer interessant stageland. ‘In Suriname is Nederlands een schooltaal, geen thuistaal. Dit vraagt een specifieke onderwijsmethode, wat ze hier in Vlaanderen zal helpen wanneer ze met anderstalige kinderen werken. Ik merk dat onze studenten heel wat lessen van de mentoren overnemen. Dat zie ik minder in andere landen.’

Daarnaast haalt de Nederlandse taal Vlaamse studenten over de drempel om toch op buitenlandse stage te gaan, die dit anders niet zouden doen. Een troef die ervoor zorgt dat de meeste onderwijsinstellingen in Vlaanderen Suriname nog niet meteen van hun landenlijst haalt.

Ligt de oplossing op het platteland?

Hogeschool Gent (HoGent) stuurde de afgelopen vijf jaar 147 studenten naar Suriname. Zij komen voornamelijk uit de faculteit Mens en Welzijn, waar onderwijs, verpleegkunde en orthopedagogie deel van uitmaken. Het merendeel van deze studenten loopt stage in de jungle, waar ze de kans krijgen om nauw samen te leven met de lokale bevolking.

Zo ook Joni, Quiara, Sarah en Fleur, studenten lerarenopleiding aan HoGent. Na vier geïsoleerde weken in het binnenland krijgen ze een verlengd weekend vrij in de stad. De eetkaart op het terras van hotspot Sidewalk Café ’t Vat wordt enthousiast onthaald door de vier vrouwen, die na een avond stappen toe zijn aan wat vettigheid. Het duurt dan ook niet lang voor de porties bitterballen, frikandel en friet achter hun kiezen verdwijnen. ‘In het binnenland eten we alleen maar blikvoer’, lacht Joni verontschuldigend.

We stellen vast dat sommige lerarenopleidingen in Suriname begeleidingsonkosten beginnen te vragen voor onze stagiairs omdat de groep steeds groter wordt. Daar gaan wij niet op in

Hilde Van Puyenbroeck, diensthoofd onderwijsontwikkeling en internationalisering (Arteveldehogeschool Gent)

Toen de student een maand geleden voor het eerst inkopen deed met haar vriendin Quiara, kwam ze de winkel buiten met een rekening die langer was dan haarzelf (1 meter 56).’ ‘We kochten bijna de hele winkel leeg’, vertelt Quiara vrolijk, ‘niet alleen voor ons hoor, ook de kinderen in het binnenland gaven we wat lekkers mee.’

De meisjes trokken grote ogen tijdens hun avondje stappen de vorige avond, waar ze na enkele uren op een houten bootje voor het eerst in contact kwamen met andere stagiairs. ‘Ze voelden zich echt helemaal thuis in de club, die helemaal wit kleurde door alle stagiairs’, zegt Sarah verbrouwereerd. Feesten is voor de vrouwen geen wekelijks gebeuren in het binnenland, waar ze rond negen uur al in hun hangmat kruipen. ‘Na de zonsondergang is er gewoon niets meer te doen’, verteld Joni. De mogelijkheden die in de stad voor hen opengaan, worden dan ook met een shock onthaald. ‘Er wordt zoveel georganiseerd speciaal voor de stagiairs’, zegt Fleur.

Ze zijn alle vier heel tevreden over hun verplichting om in het binnenland stage te lopen, waar ze alleen elkaar hebben. ‘Hierdoor komen we veel meer in contact met de Surinaamse cultuur dan wanneer we in de stad zouden verblijven’, zegt Sarah zelfverzekerd.

Door de vele Vlaamse en Nederlandse studenten die neerstrijken in centrum Paramaribo, gaat ook de Arteveldehogeschool Gent op zoek naar stageplaatsen in het binnenland. ‘We stellen vast dat sommige lerarenopleidingen in Suriname begeleidingsonkosten beginnen te vragen voor onze stagiairs omdat de groep steeds groter wordt. Daar gaan wij niet op in’, zegt Hilde Van Puyenbroeck, diensthoofd onderwijsontwikkeling en internationalisering van Arteveldehogeschool Gent, die al meer dan zeven jaar studenten naar Suriname stuurt.

‘Er moet orde en structuur komen in de huidige wildgroei aan stages’, vindt Usha Adhin, hoofd Bureau Internationale Betrekkingen Suriname, dat een stafbureau is van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. ‘Surinaamse studenten, ouders en leerkrachten klagen dat onze studenten geen stageplaats krijgen omdat buitenlandse stagiairs voorkeur genieten, omwille van het financiële voordeel. Ook inspecteurs klagen dat ze een belasting vormen voor het onderwijs’, aldus Adhin. In hoeverre de klachten terecht zijn, moet nog onderzocht worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content