Stemmen uit Oekraïne (5): ‘Ik heb mijn reisdocumenten maanden geleden in orde gebracht. Alles ligt klaar om te vluchten’

© REUTERS
Jeroen Zuallaert

Op reis door Oekraïne legt Knack zijn oor te luister bij Oekraïners. Hoe kijken zij naar de groeiende spanningen met Rusland? Vandaag, als laatste: Vika Vodjadina, de moeder van het dapperste dochtertje van Svjetodarsk.

‘Doodsbang.’ Ze kijkt me aan met grote ogen, en herhaalt de woorden als een soort mantra. ‘Iedereen in Svjetodarsk is doodsbang. Ik denk voortdurend aan wat ik ga doen als er opnieuw gebombardeerd wordt. Ik krijg het niet meer uit mijn hoofd. Ik ben voortdurend bang. Wanneer er vliegtuigen over vliegen, schreeuw ik soms van de schrik. Mijn dochtertje moet er altijd geweldig om lachen. Ze is letterlijk nergens bang voor. Ik denk dat ze ondertussen niet beter weet.’

Vika draagt een nauw aansluitende zwarte bodywarmer, met een kap die ze nauw over haar hoofd heeft gespannen. In een grijze zak draagt ze de groenten, en conservenblikken die ze in het winkeltje verderop is gaan halen. Ik ontmoet haar voor de ruïnes van de oude school van Semenivka, een dorpje net buiten de Oost-Oekraïense stad Slovjansk, op een boogscheut van haar geboortedorp Svjetodarsk. De linkerhelft van de gevel en het dak werd acht jaar geleden grotendeels weggeblazen tijdens een veldslag tussen het Oekraïense leger en de Russischgezinde rebellen. De rebellen werden uiteindelijk enkele tientallen kilometers teruggedreven. Slechts een van de appartementsblokken is acht jaar later hersteld. De oude school staat nog steeds te verkommeren.

Vika was op die beruchte dag buiten met haar dochtertje, die op dat moment nauwelijks negen maanden oud is. ‘Er vlogen eerst kleine vliegtuigjes over ons dorp. Kort daarna begonnen de bommen te vallen. Ik heb mijn dochtertje tegen me aangeklampt, en ben beginnen te rennen. Door het park, naar het dichtstbijzijnde huis. De granaten maakten een verschrikkelijk geluid.’

Naast de lagere school van Semenivka werd ook het plaatselijke psychiatrische ziekenhuis zwaar beschadigd. ‘Ze hebben er geen idee van wat ze doen’, zegt Vika. ‘Die Gradraketten schieten alle kanten uit. Ze weten amper waar hun raketten neervallen. En ze hebben de school gebombardeerd terwijl de examens er aan de gang waren.’

Net als de meeste inwoners van Svjetodarsk besluit Vika te vluchten. Ze kiest voor Moskou, omdat ze er familie heeft wonen. Haar ogen lichten op wanneer ze over haar tijd in Moskou vertelt. ‘We zijn er ontzettend goed ontvangen. Nadat we erkend waren als vluchteling, hebben ze ons ondergebracht in een resort aan de Zwarte Zee. We kregen er een huisje toegewezen, ik heb er drie jaar in een hotel gewerkt. Het was er fijn om te wonen, maar mijn loon was enorm laag: nauwelijks voldoende om te overleven.’ Ze zucht. ‘Ik heb een dochter te voeden, dus er zat niets anders op dan terug te keren.’ Om rond te komen, reist Vika geregeld voor enkele maanden naar Polen, waar de lonen gevoelig hoger liggen. Haar moeder past intussen op haar ondertussen acht jaar oude dochter. ‘Het is geen ideale situatie, maar het zorgt ervoor dat we eten hebben.’

In 2018 lijkt de rust min of meer teruggekeerd, en keert ze, zoals veel lokale bewoners, terug naar Svjetodarsk. ‘Ik ben vooral teruggekomen om voor mijn grootvader te zorgen. Ik ben vooral teruggekomen opdat hij niet alleen zou zijn. De jongeren zijn allemaal weg, enkel de ouderen zijn hier gebleven.’

In vogelvlucht ligt Svjetodarsk een zestigtal kilometer van de demarcatielijn die Oekraïne scheidt van de Volksrepubliek Donetsk. De meeste inwoners zijn Russischtalig. De oudere generaties, die bijna uitsluitend naar de Russische televisie kijken, neigen eerder naar Rusland. De jongeren kijken eerder naar Kyiv. Zelfs heeft Vika geen uitgesproken keuze. ‘Net als de meeste mensen wil ik gewoon thuis kunnen leven. Ik heb geen mening over de Maidanrevolutie, over onze president. Ik wil niet kiezen.’

‘Ik krijg elke dag berichten van vrienden uit Polen en Duitsland, die me smeken om te vluchten. Ze horen in hun media voortdurend dat hier opnieuw gebombardeerd zal worden. Eerlijk? Ik weet niet goed wat ik moet doen.’ Toch blijft ze voorlopig in Svjetodarsk. ‘Alles ligt klaar om te vluchten. Als het morgen weer begint, ben ik weg. Dan neem ik mijn moeder en dochter mee naar Polen, en blijf ik daar. Ik heb mijn reisdocumenten maanden geleden in orde gebracht. Ze liggen klaar in een kastje, vlak bij de deur. Als het opnieuw begint, ben ik weg.’

Partner Content