Staat Spanje aan de vooravond van een heuse metamorfose?

Spaans premier Mariano Rajoy. © Reuters

Dat na de parlementsverkiezingen van zondag het Spaanse politieke landschap ingrijpend veranderd zal zijn, staat vast: aan de tweepartijenhegemonie die het land heeft gekend sinds de dood van Franco, komt alleszins een einde. Of zich dat ook in een geheel nieuw beleid gaat vertalen, is minder zeker.

Niet alleen blijft de regerende conservatieve Partido Popular (PP) de peilingen leiden, ook met andere winnaars heeft Brussel nog steeds behoorlijk wat in de interne Spaanse melk te brokkelen, zeker wat het bezuinigingsbeleid betreft. Op dat vlak geldt: PIGS(-landen) will be pigs.

Risico op politieke instabiliteit

Heerste er in Eurokringen tot voor kort nog bezorgdheid over de “rode vloedgolf” die de Mediterrane landen zou overspoelen, dan is die angst inmiddels weggeëbd. In Griekenland ligt het “radicaal linkse” Syriza aan banden, in Italië voert de centrumlinkse premier Matteo Renzi een centrumbeleid en de coalitie van centrum- tot extreemlinks die onlangs Portugal veroverde, zal het wat de ‘austeriteit’ betreft ook niet verder kunnen schoppen dan als leverancier van pleisters voor op de houten benen.

Wat wel zorgen baart, is de kans dat Spanje na de stembusgang in een toestand van politieke instabiliteit verzeilt

Wat wel zorgen baart, is de kans dat Spanje na de stembusgang in een toestand van politieke instabiliteit verzeilt. Voor het eerst zal immers in termen van coalities moeten gerekend worden. Tot dusver was het Amerikaans simpel: de zege was of voor de conservatieven, of voor de sociaaldemocraten (de PSOE), meestal was dat de partij die met het minste aantal corruptieschandalen werd geconfronteerd.

De huidige constellatie telt vier hoofdspelers: de PP, de PSOE en de relatieve nieuwkomers Podemos (We kunnen het) en Ciudadanos (Burgers). Ciudadanos, een min of meer “liberale” partij gesmeed naar het Angelsaksische model, heeft van de twee neofieten de meeste wind in de zeilen, terwijl de ster van Podemos, een soort Spaans Syriza, eerder tanende is. Dat heeft mogelijk te maken met de schrikwekkende – en mogelijk exemplarisch bedoelde – manier waarop Brussel Syriza heeft platgeknepen.

Ciudanos en de PP van Rajoy

In de jongste peilingen blijft de PP de grootste partij, ondanks de impopulariteit (ook in eigen partijrangen) van regeringsleider Mariano Rajoy, die qua gebrek aan charisma enkel maar wordt overtroffen door zijn voorganger José Maria Aznar. In 2011 haalde de Volkspartij nog haar hoogste score ooit (een absolute meerderheid in de Cortes!), nu wordt een score tussen 25 en 30 procent verwacht.

De PP voelt ter rechterzijde de adem van Ciudadanos in de nek en heeft zich in de verkiezingscampagne dan ook gefocust op het afbreken van de Burgerpartij. Onder de slogan ‘Espana en serio’ (Spanje, ernstig) worden tegelijk de liberalen en hun voorman Albert Rivera onder de mat geveegd als populistisch, maar niet ernstig te nemen, én het eigen gebrek aan inhoudelijke voorstellen verdoezeld.

PP blijft de grootste partij, ondanks de impopulariteit van regeringsleider Mariano Rajoy, die qua gebrek aan charisma enkel maar wordt overtroffen door zijn voorganger

Behalve dan: sinds eind 2013 doet de Spaanse economie het iets minder slecht en dat wil de PP als haar verdienste beloond zien. Dat voor het “saneren” van de financiën en het terugbetalen van de Europese banken duizenden mensen uit hun woning gezet moesten worden en het sociale model voor onderwijs en gezondheidszorg zwaar aan kwaliteit moest inboeten, geldt daarbij als voetnootjes.

Rivera als nieuwe Spaanse messias

Rivera wordt in bepaalde media naar boven geschreven als Spanje’s nieuwe Messi(as). Met zijn fraai voorkomen, zijn jonge leeftijd (hij is 36), zijn gebrek aan politieke ervaring – een pluspunt in een land waar politicus vaak als synoniem van sjoemelaar wordt gebruikt en de vage, maar succesvolle slogan ‘con ilusion’ (met hoop) is hij de populairste van het land. Dat vertaalt zich in een score van ongeveer 18 tot 20 procent, waarmee de Ciudadanos de PSOE in de nek ademen.

De socialisten zouden op ergens tussen de 20 en de 22 procent belanden

. Politico vergelijkt Rivera zelfs met de “Europese grootheid” Guy Verhofstadt. Dat de PP in volle verkiezingen Ciudadanos viseert, verbaast niet: door de ideologische gelijkheid moeten vooral bij elkaar vliegen afgevangen worden.

Wordt het een PP-Ciudados-coalitie?

Na de stembusgang lijkt de tandem PP-Ciudadanos de meest voor de hand liggende coalitie, al zullen de Burgers wel wat water in hun sangria moeten doen: op het vlak van economisch beleid kan de PP best mee (de arbeidswetgeving versoepelen, verlagen van de belastingen voor de grote bedrijven en de grote inkomens, het ‘stimuleren’ van het ondernemerschap), op het vlak van normen & waarden zit het niet zo snor – Rivera wil bijvoorbeeld de legalisering van drugs en prostitutie, wat bij de voornamelijk katholieke achterban van de PP moeilijk te slikken valt.

Voor een gebeurlijke coalitie zal de PP vermoedelijk ook de “saaie” Rajoy moeten slachtofferen; naar verluidt heeft zijn plaatsvervanger Soraya Saenz de Santamaria wél een begin van charisma. Hoewel het model tot dusver niet heeft gewerkt – Spanje kampt met torenhoge werkloosheidscijfers en zit in vieze, want rode papieren – blijkt de bevolking dus de voorkeur te geven aan partijen die de neoliberale filosofie van Chicago School-econoom Thomas Friedman hoog in het vaandel voeren.

Zo storen zij zich niet aan het adagium ‘Nada es gratis’ (Niets is gratis) en verwachten zij enig heil van de tegen de praktijk worstelende theorie van het trickle down-effect. Tegenstanders zien in Ciudadanos een door het grootkapitaal, de topbedrijven van de beurs van Madrid, opgeklopte ‘frisse wind’, waarmee oeroude wijn in nieuwe zakken verkocht geraakt.

Wat met Podemos?

Die ‘nieuwe wind’ heeft alleszins Podemos de loef afgestoken, dat tussen de 15 en de 19 procent zweeft en, als die peilingen kloppen, afstevent op plaats vier. De partij van de intellectueel Pablo Iglesias (tot voor kort ook iemand die met het epitheton “charismatisch” rondliep) en raadgever Thomas Picketty wordt nu afgeschilderd als te radicaal en een partij die het Iberische land zou doen afglijden naar het Hellas-niveau.

Zijn de Indignados (Verontwaardigden) van weleer corderos (lammeren) geworden? Volgens directrice Belen Barreiro van het peilingsinstituut Myword doet Ciudadanos het beter dan Podemos “omdat Ciudadanos een positief discours voert en Podemos (ondanks de aan Obama ontleende kreet ‘Yes we can’) een pessimistisch”. En met optimisme kan je vele teleurgestelden verleiden, zowel in het linkse als in het rechtse kamp. Niet uit te sluiten valt dat, als de Spanjaarden maandag in een “nieuw tijdperk” ontwaken, zij gaandeweg moeten vaststellen dat “plus ça change…”. (Belga/NSK)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content