Speciale rapporteurs van de Verenigde Naties beschuldigen Israël van ‘domicide’

De nederzetting van Ramot op de bezette Westelijke Jordaanoever © REUTERS

‘De systematische vernieling van Palestijnse huizen, de bouw van illegale Israëlische nederzettingen en de systematische weigering van bouwvergunningen voor Palestijnen op de bezette Westelijke Jordaanoever komt neer op “domicide”.’ Dat zeggen drie speciale rapporteurs van de Verenigde Naties (VN) maandag in een verklaring van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Mensenrechten (OHCHR).

Met de term ‘domicide’ verwijst professor en advocaat Balakrishnan Rajagopal, speciaal rapporteur over geschikte huisvesting, naar de wijdverspreide of systematische vernietiging van burgerhuizen in gewelddadige conflicten. Zijns inziens moet die praktijk in het internationaal recht erkend worden als misdaad. Hij is een van de speciale rapporteurs die aan het rapport gewerkt hebben. Zij zijn gemandateerd door de Mensenrechtenraad van de VN, maar spreken zich niet uit in naam van de VN.

De speciale rapporteurs hebben de internationale gemeenschap opgeroepen actie te ondernemen om een einde te maken aan de ‘systematische en doelbewuste sloop en verzegeling van woningen, willekeurige verplaatsing en gedwongen uitzetting van Palestijnse mensen in de bezette Westelijke Jordaanoever’, klinkt het in de verklaring.

In de Westelijke Jordaanoever wonen naast 2,8 miljoen Palestijnen, ook 475.000 Israëliërs in kolonies. Volgens het rapport hebben de Israëlische autoriteiten in januari alleen al 132 Palestijnse structuren gesloopt in 38 gemeenschappen op de Westelijke Jordaanoever, waaronder 34 residentiële en 15 door donoren gefinancierde structuren. Dat is een stijging van 135 procent ten opzichte van januari vorig jaar.

Ze herhalen hun bezorgdheid over de situatie in Masafer Yatta, in het zuiden van de Westelijke Jordaanoever, ‘waar meer dan 1.100 Palestijnse inwoners nog steeds risico lopen op gedwongen uitzetting, willekeurige verplaatsing en vernietiging van hun huizen, bestaansmiddelen, watervoorzieningen en saneringsvoorzieningen’.

‘Directe aanvallen op de huizen, scholen, bestaansmiddelen en waterbronnen van het Palestijnse volk zijn niets anders dan pogingen van Israël om het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen in te perken en hun bestaan zelf te bedreigen’, besluiten de experten. ‘De Israëlische tactieken om het Palestijnse volk gewelddadig te verdrijven en uit te zetten lijken geen limieten te kennen’, klinkt het nog. 

Ook in bezet Oost-Jeruzalem zouden tientallen Palestijnse gezinnen het risico lopen uitgezet en verplaatst te worden door discriminerende ruimtelijke ordening, die de uitbreiding van Israëlische nederzettingen zouden begunstigen, wat volgens de experten “illegaal is volgens het internationaal recht en neerkomt op een oorlogsmisdaad”.

Ze spraken ook hun verontrusting uit over de goedkeuring en de escalatie van als straf bedoelde uitzettingen en vernielingen, evenals andere strafmaatregelen, door de Israëlische regering. Dergelijke maatregelen zouden gericht zijn tegen vermeende daders van zogenaamde terroristische aanslagen en hun familieleden. Zo zouden identiteitsdocumenten, sociale uitkeringen en burgerschap- en verblijfsrechten ingetrokken worden.

Partner Content