Spanje maakt werk van opgraving slachtoffers dictatuur

De Spaanse regering heeft ingestemd met een wetsvoorstel waarmee de opgraving van slachtoffers van de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) en de Franco-dictatuur een zaak van de overheid wordt. In massagraven verspreid over Spanje liggen naar schatting meer dan 100.000 slachtoffers van de oorlog en de daaropvolgende dictatuur.

De wet, die wel nog langs het parlement moet, maakt de opgraving een verantwoordelijkheid van de overheid en voorziet ook in een DNA-database om de menselijke overblijfselen te helpen identificeren. Door de staat gefinancierde instellingen mogen de dictatuur die eindigde in 1975 niet langer verheerlijken. ‘Herinnering, gerechtigheid en genoegdoening moeten staatszaken zijn’, twitterde premier Pedro Sánchez. Volgens hem kan Spanje nu ‘met meer waardigheid naar het verleden kijken’.

Voor dit jaar wordt 750.000 euro vrijgemaakt, waarvan 60 procent bestemd is voor het zoeken naar vermisten. Een eerdere linkse regering nam in 2007 een wet aan waardoor de overheid families ondersteunde bij het opsporen en opgraven van verwanten die in anonieme graven liggen.

Die steun werd echter ingetrokken toen in 2011 de conservatieve Partido Popular aan de macht kwam. Die zei dat er alleen maar oude wonden door zouden worden opengereten.

Sánchez wil de slachtoffers in ere herstellen. Hij liet de overblijfselen van Franco vorig jaar weghalen uit een in de rotsen uitgehouwen kerk in de Vallei der Gevallenen bij Madrid en overbrengen naar een familiegraf in een buitenwijk van de hoofdstad.

Volgens de nieuwe wet moet het voormalige Franco-mausoleum een educatieve plek worden over de oorlog en de militaire dictatuur. Na goedkeuring van de wet wordt een streep gezet door de veroordelingen van tegenstanders van het regime.

Partner Content