Jonathan Holslag
‘Rusland beseft dat het steeds meer het kleine broertje van Peking wordt’
‘Wat nu Oekraïne overkomt, zou op lange termijn ook Rusland kunnen overkomen’, meent Jonathan Holslag (VUB).
Deze week woont Vladimir Poetin de opening van de Olympische Winterspelen in Peking bij. Hij zal er meer samenwerking met China aankondigen en zo het Westen duidelijk maken dat Rusland niet geïsoleerd staat. In het Westen doet dat de vrees rijzen dat er een nieuwe as in de maak is, een nieuwe tweepolige wereld. Toch blijven de relaties dubbelzinnig en heeft China nog een rekening openstaan met Rusland.
Rusland en China worden naar elkaar gedreven door verschillende factoren, waarvan hun gezamenlijke afkeer van de Verenigde Staten de belangrijkste is. Daarnaast hebben de twee ook belang bij economische samenwerking. China lonkt naar energie en landbouwproducten. Rusland heeft China nodig als afzetmarkt en om de sancties van het Westen enigszins te neutraliseren. Ze verdedigen hun autoritaire model en vormen front tegen islamterrorisme in Centraal-Azië. Militair is het lonend om de Amerikanen in een spreidstand tussen Europa en Azië te houden.
China heeft Rusland vooralsnog gesteund in de campagne tegen Oekraïne. De recente marineoefening tussen de twee landen en Iran vormde een belangrijk signaal. De Chinese buitenlandminister Wang Yi adviseerde zijn Amerikaanse ambtsgenoot Antony Blinken dat hij Ruslands ‘redelijke veiligheidsbelangen ernstig in overweging moest nemen’. De komende dagen zal China ook nieuwe investeringen in de Russische energiesector aankondigen.
Wat nu Oekraïne overkomt, zou op lange termijn ook Rusland kunnen overkomen.
Toch blijft er argwaan bestaan. Rusland beseft dat het steeds meer het kleine broertje van Peking wordt. De Chinese economie is nu al tien keer groter. Ook laat China zich steeds meer gelden in de Russische invloedssfeer, zij het minder met harde allianties en meer door middel van handel en investeringen. Peking weet Rusland ook behendig te paaien. Het maakt geen bezwaar als Rusland nog maar eens soldaten naar Kazachstan of Tadzjikistan stuurt, zolang het China maar op de hoogte houdt. Maar de Russen zien dat de invloed van China in hun nabije omgeving onstuitbaar is.
De Russen zijn verdeeld over die evolutie. Sommigen zijn lovend over het volwassen partnerschap en het vooruitzicht van een autoritair front tegen het Westen. Andere strategen vinden dat Rusland niet te afhankelijk van China mag worden. De lijn van het Kremlin lijkt er nog steeds een van harde Euraziatische machtspolitiek. Het wil respect als grootmacht én het wil de centrale positie van Rusland tussen Oost en West verzekeren. Hoewel dat meer samenwerking met China betekent, zal het zich ervoor hoeden compleet afhankelijk van dat land te worden. De nucleaire afschrikking moet de soevereiniteit op lange termijn garanderen.
Moskou is heus niet blind voor het feit dat Chinese geschiedenisboekjes uitleggen hoe tsaar Alexander II in de negentiende eeuw ruim 1,5 miljoen vierkante kilometer Chinees gebied afhandig maakte in de verdragen van Aigun en Peking. Mantsjoerije, Mongolië en grote brokken van Centraal-Azië gingen van het verzwakte Qing-keizerrijk naar het Russische keizerrijk. De Chinese eeuw van de vernedering heeft een aanzienlijke Russische dimensie.
In een recent artikel stelt professor Feng Yujun van de Fudan Universiteit in Shanghai voor om die ongelijke verdragen eindelijk recht te zetten. Zijn collega Jin Canrong van de Renmin Universiteit in Peking is in een interview nog duidelijker: ‘Sommige mensen roepen nu dat we niet moeten vergeten dat Rusland onze voorvaderen heeft beroofd. Dat is een historisch feit, maar laten we er nu vooral voor zorgen dat wat we in ons bezit hebben niet opnieuw kan worden afgepakt en dan regelen we die zaak van onze voorvaderen later wel.’
Het Kremlin leest dat ongetwijfeld ook en kan niet om de akelige gedachte heen dat wat Oekraïne nu overkomt Rusland op lange termijn ook zou kunnen overkomen, als China nog machtiger wordt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier