Recep Tayyip Erdogan legt op hoogtepunt macht eed af als Turks president

© reuters

Twee weken na de president- en parlementsverkiezingen in Turkije heeft de oude en nieuwe president Recep Tayyip Erdogan zijn ambtseed afgelegd en is nu op het hoogtepunt van zijn macht beland.

Erdogan, die de geschiedenis van Turkije al bijna 16 jaar lang bepaalt, is nu niet meer alleen staatshoofd, maar ook leider van de regering. De eedaflegging in het parlement in Ankara deze namiddag bezegelde de hervorming van de staat in een presidentieel systeem. Erdogan had daar jarenlang naartoe gewerkt.

Tijdens een korte plechtigheid zwoer Erdogan dat hij loyaal zal zijn tegenover de rechtsstaat, de democratische en seculiere republiek zal beschermen en zijn functie onpartijdig zal uitoefenen. Hij zal niet afwijken van ‘het ideaal dat iedereen in het land van fundamentele vrijheden en mensenrechten kan genieten’.

De eedaflegging als president aan het hoofd van een nieuw presidentieel systeem is de bekroning van een carrière, die voor Erdogan niet in de wieg was gelegd.

Maandagavond nog wil hij zijn nieuw kabinet op een persconferentie voorstellen, waarvoor hij de toestemming van het parlement nu niet meer nodig heeft. Eerder nemen rond de 10.000 gasten deel aan een pompeuze plechtigheid in het presidentieel paleis. Volgens gezagsgetrouwe media werd 22 presidenten en 28 eerste ministers uitgenodigd op een feestelijk dinner. Het Kremlin bevestigde de komst van de Russische premier Dmitri Medvedev. Op de gastenlijst zouden ook de namen prijken van vertegenwoordigers van de EU en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), de Pakistaanse president Mamnoon Hussain, de Venezolaanse president Nicolás Maduro en de Hongaarse premier Viktor Orban.

De eedaflegging als president aan het hoofd van een nieuw presidentieel systeem is de bekroning van een carrière, die voor Erdogan niet in de wieg was gelegd. Hij werd in 1954 geboren in de Istanboelse arbeiders- en armenwijk Kasimpasa en moest als kind op straat bagels verkopen om bij te dragen in het gezinsonderhoud. Politieke merites verdiende hij vanaf 1994 als burgemeester van Istanboel. Later werd hij tot driemaal toe eerste minister. Omdat hij het ambt volgens de statuten van de AKP geen vierde keer mocht uitoefenen, liet hij zich in 2014 tot president verkiezen. In april 2017 stemden de Turken in een omstreden referdum voor de overgang naar een presidentieel systeem. Op 24 juni won Erdogan de presidentsverkiezing met 52,6 procent.

Tot dusver heeft niets Erdogan tegengehouden, ook een bloedige couppoging in juli 2016 niet. Kort daarop vaardigde hij de noodtoestand uit, waaronder hij tienduizenden politieke tegenstanders en critici liet ontslaan of opsluiten. Zondag nog werden opnieuw 18.000 ambtenaren per decreet ontslagen.

Het is een van de redenen waarom velen zich niet gemakkelijk voelen over zijn nieuwe almacht. Ook volgens het Westen is Erdogan erg veranderd. In 2004 werd hij als premier nog tot ‘Europeaan van het Jaar’ verkozen. De toenmalige bondskandelier Gerhar Schröder prees Erdogan voor zijn ‘inspanningen voor meer vrijheid, voor een betere beschermig van de mensenrechten en minder paternalisme van de overheid’. Volgens critici is Erdogan vandaag nu net tegen al deze waarden gekant. De oppositie waarschuwt voor de ‘heerschappij van één man’. Een van Erdogans verkiezingslogans was: ‘Een groot Turkije heeft een sterke leider nodig’.

Partner Content