De afgezette Catalaanse minister-president Carles Puigdemont zal donderdag en vrijdag voor een Spaanse rechter moeten verschijnen. Dat heeft het Spaanse gerecht dinsdag geoordeeld. Ook de andere gewezen Catalaanse ministers zullen zich dan moeten verantwoorden.
De Catalaanse leider en de leden van zijn regering worden in Spanje vervolgd voor rebellie, misbruik van overheidsgeld en opruiing. Daarop staat een maximumstraf van 30 jaar. De veertien moeten ook binnen de drie dagen een bedrag van 6,2 miljoen euro overmaken aan de Spaanse overheid. Dat zijn de geschatte kosten voor het illegaal verklaarde onafhankelijkheidsreferendum van 1 oktober.
Madrid is van oordeel dat er bij de organisatie van dat referendum misbruik is gemaakt van overheidsgeld. Mogelijk zal de rechtbank beslissen dat het bedrag moet worden terugbetaald.
Puigdemont had dinsdag nog verklaard dat zijn komst naar België niet dient om zijn gerechtelijke vervolging in Spanje te ontlopen. Hij wil wel dat er voldoende garanties komen voor een eerlijke rechtsgang.
Als de gewezen Catalaanse ministers niet ingaan op het verzoek van het gerecht, kan het parket om hun arrestatie vragen. Spanje zou ook een Europees aanhoudingsbevel kunnen uitschrijven als Puigdemont en co zich dan nog altijd in België bevinden.
