Professor discriminatierecht: ‘In principe geen nood aan asiel voor unieburgers’

Carles Puigdemont tijdens de plenaire zitting in het Catalaanse parlement op vrijdag 27/10/2017. © Belga

‘Men zet hier allerlei beginselen op de helling door een zekere politieke affiniteit met de separatistische beweging in Catalonië’, zegt Jogchum Vrielink, professor discriminatierecht aan de Université Saint-Louis in Brussel naar aanleiding van de mogelijke asielkwestie van de afgezette Catalaanse leider Puigdemont.

Dat een inwoner van een EU-lidstaat asiel aanvraagt in een ander land van de Europese Unie, is uitzonderlijk want dat gaat in tegen het beginsel dat asielaanvragen binnen de EU a priori onontvankelijk zijn. ‘Er is een vermoeden dat EU-lidstaten rechten en vrijheden respecteren, daarom is er in beginsel geen nood aan asiel voor unieburgers’, zegt Jogchum Vrielink, professor discriminatierecht aan de Université Saint-Louis in Brussel. ‘België is een van de weinige landen, zoniet het enige waar dat wel kan.’

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) liet zaterdag aan VTM NIEUWS verstaan dat de Catalaanse minister-president Carles Puigdemont, die riskeert vervolgd te worden in Spanje omdat het strafbaar is om je als deelstaat af te scheuren, bij ons politiek asiel zou kunnen aanvragen. In België is zo’n aanvraag mogelijk, aldus Vrielink. Als er een asielaanvraag gebeurt van binnen de EU, wordt dat op individuele basis en versneld beoordeeld door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS). ‘Diegene die de aanvraag doet, heeft dan een veel grotere bewijslast’, aldus Vrielink. ‘In de praktijk zie je dat dit bijna nooit wordt toegekend. Hier zie ik het in beginsel ook niet meteen gebeuren.’

De professor merkt namelijk op dat strafrechtelijke vervolging die proportioneel is, geen vervolging betekent in de zin van de Conventie van Genève. ‘Tenzij je die vervolging ruimer zal uitleggen, maar dan zou men dat ook in andere gevallen moeten gaan doen. Dat zal dan een aanzuigeffect hebben en dat wil men net niet’, aldus Vrielink. Voor de professor lijkt het erop dat Francken zegt geen vertrouwen te hebben in de Spaanse justitie. ‘Dat gaat dan weer in tegen wat de Europese Unie en ook wat de Belgische procedure veronderstellen, namelijk het vermoeden dat EU-lidstaten vrijheden respecteren. En als dat vermoeden hier eventueel onterecht zou blijken, dan zijn er nog instellingen zoals het Europees Mensenrechtenhof, die de beslissing kunnen toetsen aan de mensenrechten.’

Dat vermoeden is bovendien ook het uitgangspunt voor de Dublin-verordening, dat asiel wordt behandeld in het land van eerste aankomst. ‘En dat beginsel voert men wel weer hoog in het vaandel’, klinkt het nog. In het kader daarvan merkt de professor ook op dat als Puigdemont via Frankrijk of Andorra passeert, het begrip van veilige derde land kan worden toegepast. ‘Men zet hier allerlei beginselen op de helling door een zekere politieke affiniteit met de separatistische beweging in Catalonië’, besluit Vrielink.

Partner Content