In Istanboel is, achter gesloten deuren, het proces begonnen tegen twee journalisten die vervolgd worden voor een artikel waarin Turkije ervan beschuldigd wordt wapens geleverd te hebben aan islamistische rebellen in Syrië.
Het proces start tegen een achtergrond van groeiende kritiek tegen het autoritaire optreden van president Recep Tayyip Erdogan. De rechtbank oordeelde bij de start dat het proces achter gesloten deuren zal plaatsvinden vanwege de “nationale veiligheid”.
Can Dündar, hoofdredacteur van de krant Cumhuriyet, en Erdem Gül, hoofd van het kantoor van Cumhuriyet in Ankara, uitten al vaker kritiek op het regime van Erdogan. De twee worden beschuldigd van spionage, onthullen van staatsgeheimen en poging tot staatsgreep. De aanklager heeft levenslang gevraagd.
Applaus
Bij hun aankomst aan het gerechtsgebouw klonk er applaus voor Dündar en Gül van ruim 200 aanhangers, collega’s, verkozenen van oppositiepartijen en gewone burgers. “We zijn hier om de journalistiek te verdedigen”, zei Dündar voor het begin van het proces. “Journalistiek is geen misdaad”, voegde Gül daaraan toe.
De twee zitten al meer dan drie maanden in voorhechtenis nadat ze in mei 2014 een lange tekst publiceerden. Daarin argumenteerden ze, aan de hand van foto’s en een video, dat vrachtwagens van de Turkse inlichtingendienst MIT in januari 2014 wapens geleverd hebben aan de islamistische rebellen in Syrië. Erdogan reageerde woedend op het artikel: “wie deze informatie heeft gepubliceerd zal een zware prijs betalen”. Ankara heeft altijd ontkend radicale organisaties te steunen die tegen Assad strijden. Erdogan, die zelf klacht indiende tegen de journalisten, heeft zich burgerlijke partij gesteld in het proces, net als de MIT. (Belga)
