Poolse mijnwerkers: ‘Europese klimaatvoorstellen boezemen ons angst in’

Reddingswerkers rusten uit vlakbij de Halemba mijn een dag nadat een ontploffing aan minstens acht mensen het leven kostte in Ruda Slaska, vlakbij Katowice, 22 november 2006. © Reuters
Natalie Sauer
Natalie Sauer Journalist Climate Home News

Katowice, de gaststad voor de VN-klimaattop (COP24) in december, toont zich graag als groene stad in volle transformatie uit het steenkooltijdperk. Maar onder de bevolking is de sfeer gemengd, en de steenkoolsector heeft nog steeds heel wat invloed op het beleid in Polen.

Tijdens een rondleiding met journalisten in Katowice volgen brochures, video’s en flitsende presentaties elkaar in sneltempo op. Allemaal vertellen ze het groene succesverhaal van Katowice, de gaststad voor de klimaatgesprekken. De verplaatsingen gebeuren in elektrische auto’s.

In het midden van de jaren tachtig telde de stad nog veertien actieve steenkoolmijnen. Nu zijn dat er nog maar twee, en op de voormalige mijnsites zijn musea en concertgebouwen verschenen, en ook het enorme conferentiecentrum dat in december dertigduizend vertegenwoordigers zal ontvangen uit de hele wereld in het kader van de klimaattop van de Verenigde Naties.

Maar ondanks al die sluitingen blijft Polen nog steeds voor het overgrote deel afhankelijk van steenkool, de goedkoopste en meest vervuilende fossiele brandstof. In 2015 haalde het land nog 81 procent van zijn elektriciteit uit steenkool, en de industrie heeft een sterke invloed in de politiek. Dat blijkt ook uit de keuze voor Katowice als plek voor de klimaatonderhandelingen, een keuze die veel klimaatactivisten in de gordijnen joeg.

Bloeiende regio

Michal Kurtyka, voorzitter van de COP24-top, heeft geen tijd voor dergelijke kritiek. ‘Ik stel voor dat ze eens naar Katowice komen’, zegt hij. ‘Het is een bloeiende regio op het vlak van economische activiteit, moderniteit, digitale industrie, auto-industrie … 42 procent van het stedelijke grondgebied bestaat uit groen.’

Inwoners van Katowice beamen dat de stad in vijfentwintig jaar tijd enorm veranderd is. Schoonheidsspecialiste Joanna Strekowska wijst op de helderblauwe lucht. ‘Vroeger zouden mijn armen en benen er na drie uur wandelen in de stad, zoals ik vandaag heb gedaan, helemaal anders uitzien’, vertelt ze. ‘We konden de lucht zien die we inademden. Er waren geen sterren te zien aan de hemel.’

Vakbondslui

Maar een korte wandeling van het stadscentrum naar het hoofdkwartier van de Confederatie van Mijnwerkersvakbonden in Polen is genoeg om te beseffen dat de transitie nog verre van compleet is.

Voor elke baan in de mijnbouw moet je vier mensen bijtellen die er afhankelijk van zijn.

Skawomir Kukasiewicz, reddingswerker

De de 51-jarige Piotr Luberta, een vakbondsman en reddingswerker in de mijnen, vertelt: ‘Ondanks mijn werk werd ik verliefd op deze industrie.’

Luberta ziet er bedrukt uit tijdens ons gesprek over het klimaatbeleid, maar klaart op als zijn persoonlijke relatie met steenkool ter sprake komt. Bovenal houdt hij ervan om met de natuur te werken, zegt hij.

‘We noemen het zwart goud’, zegt zijn collega Skawomir Kukasiewicz. ‘Dit is de broodwinning voor duizenden mensen – niet enkel de mijnwerkers. Voor elke baan in de mijnbouw moet je vier mensen bijtellen die er afhankelijk van zijn.’

Volgens Euracoal stelt de sector in Polen zo’n 100.000 mensen te werk.

De vakbondslui zien de Europese Unie en de internationale actie tegen de klimaatverandering puur als een bedreiging voor hun manier van leven. ‘De klimaatvoorstellen van de Europese Unie boezemen ons angst in’, zegt Luberta.

Uitstootvermindering

Hoewel de voorstellen geen bepaalde brandstof of technologie viseren, heeft de Europese Unie een van de meest ambitieuze klimaatdoelstellingen in de wereld. In juni pleitte Europees Commissaris Miguel Arias Canete voor een uitstootvermindering van 45 procent tegen 2030. Daarmee nam de druk op de lidstaten toe om hun meest vervuilende sectoren aan banden te leggen.

‘We beseffen natuurlijk dat energie uit steenkool niet erg schoon is’, zegt Luberta. ‘Daarom hebben we druk uitgeoefend op de regering om te investeren in schone uitstoottechnologie, eerder dan de mijnen te sluiten.’

Maar hoewel dergelijke ‘schone’ technologieën de meest ongezonde partikels uit de verbranding kunnen filteren, blijft steenkool aanzienlijk meer broeikasgassen uitstoten dan de alternatieven.

Toch vindt het pleidooi van de vakbonden wel gehoor bij de heersende partij Recht en Rechtvaardigheid. De Poolse president Andrej Duda steunde in augustus een ‘sociale pre-COP’, een voorbereidende conferentie die door de vakbonden werd gehouden om de werkgelegenheid in de steenkoolsector op de agenda te houden.

Het is tegen deze achtergrond dat Kurtyka zijn moeilijke evenwichtsoefening moet maken: het naar de buitenwereld opnemen voor de prille Poolse schone energiebronnen, en tegelijk de bezorgdheden van de eigen steenkoolsector sussen.

Hernieuwbare energie

‘Er is een snelle stijging van de hernieuwbare capaciteit in Polen’, zegt hij. Polen heeft voor 6000 megawatt aan windmolenparken gebouwd. Volgens Kurtyka haalde het land op Kerstmis 40 procent van zijn energieconsumptie uit hernieuwbare energie, en de overheid heeft nog eens voor 2000 megawatt aan hernieuwbare energieprojecten goedgekeurd in 2018.

Tegelijk is een van de drie prioriteiten op de COP24 de ‘rechtvaardige transitie’: codetaal voor de bescherming van de mijnwerkers tegen de disruptieve kracht van schone energie. Maandag publiceerde Climate Home News een ontwerpverklaring van het Poolse voorzitterschap waarin werd opgeroepen een ‘waardige toekomst te garanderen’ voor de mijnwerkers.

De spanning is ook merkbaar in de straten van Katowice. Strekowska wil dat de mijnen schoner worden maar wil niet dat ze dichtgaan. ‘We hebben onze industrie ook nodig – er is niets anders’, zegt ze.

‘Steenkool heeft geen toekomst’, zegt bediende Teresa Zlotos-Sobzak. ‘Maar anderzijds is onze maatschappij te arm om over te schakelen op schone verwarmingssystemen. Laat ze nog twee mijnen in Katowice. Waar zullen mensen anders werk vinden?’

Lokale milieuactivisten zien COP24 als een kans om de toon van het debat te veranderen. Patryk Bialas, voorzitter van de burgerorganisatie BoMiasto, hoopt dat hij de greenwashing kan ontmaskeren.

Tijdens de sociale pre-top van de vakbonden hield BoMiasto een alternatieve mediabriefing aan de ingang. Hoewel ze enkele radio- en krantenjournalisten konden bereiken, bleven de tv-camera’s binnen op de officiële persconferentie.

Samen met zijn collega Jaroslaw Makowski komt Bialas op in de lokale verkiezingen. BoMiasto leidt ook lokale klimaatleiders op en strijdt samen met Katowice Smog Alert voor schonere lucht in de stad.

‘De waarheid is dat politici de macht hebben om heel wat boodschappen te verkondigen op de top, inclusief het wegzetten van de klimaatcrisis als absurd’, zegt hij. ‘Maar als ik luister naar de mensen op het terrein, zie ik dat ze klaar zijn voor verandering.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content