Politoloog Francis Fukuyama: ‘Woke denken is een aanval op liberale principes’

Francis Fukuyama: 'Liberalen geloven dat alle mensen gelijk zijn en dezelfde rechten hebben, maar veel linkse politici zien dat anders.' © Karoly Effenberger

Francis Fukuyama, een van de invloedrijkste intellectuelen ter wereld, ziet de democratie in haar bestaan bedreigd. Het gevaar komt volgens hem niet alleen van rechtse populisten. ‘De Franse filosoof Michel Foucault is de kwade genius achter veel van die woke dingen.’

De professor arriveert in een witte pick-up, een gevaarte dat eerder in Texas zou passen dan in Palo Alto, het mekka van de mondiale tech-elite. Tesla is gevestigd in deze stad aan de Baai van San Francisco, maar ook Stanford University, waar de politoloog al meer dan tien jaar doceert. Francis Fukuyama (69) is een van ’s werelds meest invloedrijke intellectuelen. In 1989 publiceerde hij Het einde van de geschiedenis en de laatste mens, een essay dat hem in één klap beroemd maakte, maar hem later ook de kritiek opleverde dat hij zich compleet had vergist. In het voorjaar verschijnt in de VS zijn nieuwe boek Liberalism and Its Discontents. Het is een verdediging van de liberale democratie, die volgens Fukuyama van twee kanten belaagd wordt: door rechtse populisten als Donald Trump, maar ook door een links identiteitsbeleid dat het geloof in de waarden van het Westen heeft verloren.

Zelfs Trump lijkt de controle over het monster dat hij heeft gecreëerd te hebben verloren.

The Washington Post publiceerde onlangs een essay van voormalig Republikeins regeringsadviseur Robert Kagan, die een apocalyptisch beeld schetste van de Amerikaanse democratie. Volgens hem is de situatie nu even slecht als tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog in het midden van de 19e eeuw, en bestaat het gevaar dat de staatsorde in de komende jaren ineenstort. Moet de wereld zich zorgen maken over de toestand van Amerika?

Francis Fukuyama: We zitten in een ernstige constitutionele crisis, en het ergste is dat de meeste kiezers daar helemaal niet van wakker liggen. Voor hen is de bedreiging van de democratie geen prioriteit. Ze vinden zaken als overheidssubsidies voor het levensonderhoud of de ziektekostenverzekering veel belangrijker. Het probleem is onze nalatigheid.

Wie vormt de grootste bedreiging voor de Amerikaanse democratie? Donald Trump?

Fukuyama: Een paar maanden geleden bezocht Trump Alabama en adviseerde zijn aanhangers zich te laten vaccineren, met als gevolg dat hij werd uitgejouwd. Dat was waanzin. Zelfs hij lijkt de controle over het monster dat hij heeft gecreëerd te hebben verloren.’

Wat kan de Amerikaanse democratie ten val brengen?

Fukuyama: In de Amerikaanse staten verlenen Republikeins gedomineerde parlementen zichzelf gewoon het recht om in laatste instantie te beslissen wie verkiezingen heeft gewonnen. Dat is echt gevaarlijk. De Republikeinen willen overdoen wat ze na de laatste presidentsverkiezingen in november al geprobeerd hebben. Alleen zullen ze de volgende keer meer succes hebben omdat ze veel beter georganiseerd zijn.

Twijfelt u eraan dat Trump zich bij de presidentsverkiezingen van 2024 opnieuw kandidaat zal stellen?

Fukuyama: Zijn ego is zo enorm groot dat het moeilijk voor te stellen is dat hij zomaar van het toneel verdwijnt. Tenzij hij ziek wordt of er iets anders gebeurt.

Is Trump de oorzaak of slechts een symptoom van de crisis van de Amerikaanse democratie?

Fukuyama: Beide. Amerika was al sterk gepolariseerd voordat Trump aan de macht kwam. Maar hij heeft het nog veel erger gemaakt. Intussen kunnen de Amerikanen het zelfs over de simpelste dingen niet meer eens worden.

Bijvoorbeeld dat vaccinatie helpt tegen covid-19.

Fukuyama: Wat het beste voorbeeld is van de belachelijke toestand waarin onze politiek is verzeild geraakt. En het feit dat de mensen die hier sterven aan covid-19 voor het overgrote deel niet gevaccineerd zijn en in Republikeinse staten wonen, verandert daar niets aan. Dat lijkt helemaal niet door te dringen.

Twee op de drie Republikeinen geloven dat de Democraten de verkiezingen gestolen hebben. Hoe heeft Trump zo veel mensen van die leugen kunnen overtuigen?

Fukuyama: Ik denk dat je dat alleen kunt verklaren in termen van sociale psychologie. Het heeft te maken met identiteit. De kiezers van Trump zien hem als een symbool van wie zij zijn. Ze geloven dat hij voor hen vecht, zelfs als hij liegt.

Waarom durft het Republikeinse establishment zich niet tegen Trump te verzetten?

Fukuyama: De Republikeinse Partij is een partij van de persoonlijkheidscultus geworden. Ze baseert zich niet meer op principes, maar gelooft alles wat Donald Trump zegt.

Hebben het internet en de sociale media bijgedragen aan de crisis van de Amerikaanse democratie?

Fukuyama: Het internet heeft een gigantisch informatiesysteem gecreëerd waar iedereen zijn eigen feiten uit kan halen. Als je in het Google-zoekveld intikt ‘hebben de Democraten de presidentsverkiezingen gestolen?’, dan krijg je miljoenen hits die zeggen: natuurlijk hebben ze dat gedaan!

Moet het internet gereglementeerd worden om de democratie te redden?

Fukuyama: Vorig jaar leidde ik een werkgroep hier in Stanford die zich met die kwestie bezighield. Wij stelden voor om software te creëren, een soort filter die tussen de gebruiker en een website zoals Facebook kan worden geïnstalleerd. Het idee erachter is dat niet het platform bepaalt welke inhoud de gebruiker te zien krijgt, maar de gebruiker zelf. Ik beweer niet dat het de perfecte oplossing is, maar het zou op zijn minst een manier zijn om de internetplatforms iets minder invloed te geven.

U werkt aan een boek waarin u het klassieke liberalisme verdedigt. Kunt u beschrijven wat u bedoelt met liberalisme?

Fukuyama: Liberalisme als politiek begrip is gebaseerd op het idee van de universele gelijkheid. Liberalisme verdedigt het recht van de mensen om hun eigen keuzes te maken: bij verkiezingen, op religieus vlak, maar ook als het gaat om het uiten van een mening. Liberalisme is een individualistisch idee. Het gaat ervan uit dat rechten aan individuen toebehoren, niet aan groepen.

Is Donald Trump niet het product van een liberaal exces? Veel Amerikaanse arbeiders zijn de voorbije jaren naar de Republikeinen overgegaan omdat ze zich overgeleverd voelden aan het mondiale kapitalisme.

Fukuyama: Een van mijn centrale argumenten is dat liberale ideeën, die in de kern juist zijn, de afgelopen dertig, veertig jaar te ver doorgeschoten zijn. Het neoliberalisme zag de staat alleen nog als een hindernis voor de economische groei. En in het linkse politieke spectrum leefde de idee dat vrijheid niet alleen betekent dat je gebruikmaakt van je stemrecht en vrijheid van meningsuiting, maar dat je jezelf op alle mogelijke manieren kunt heruitvinden. Dat geldt voor praktisch alle aspecten van het leven: je levensduur, je intelligentie, maar ook voor je geslacht, bijvoorbeeld, waarvan vroeger werd aangenomen dat het door de natuur was bepaald.

Francis Fukuyama, Liberalism and Its Discontents, Profile Books, 192 blz., 14,68 euro (verschijnt in maart 2022)
Francis Fukuyama, Liberalism and Its Discontents, Profile Books, 192 blz., 14,68 euro (verschijnt in maart 2022)

Het neoliberalisme heeft voor dalende lonen en enorme ongelijkheid gezorgd en heeft zo de weg vrijgemaakt voor Trump. Maar het culturele liberalisme heeft ook felle tegenreacties uitgelokt. Het heeft ertoe geleid dat linkse mensen het beginsel van gelijke kansen fundamenteel in twijfel zijn gaan trekken.

Wat bedoelt u daar precies mee?

Fukuyama: ‘Woke’ progressief denken is in wezen een aanval op liberale principes. Liberalen geloven dat alle mensen gelijk zijn en dezelfde rechten hebben, maar veel linkse politici zien dat anders. Zij gaan ervan uit dat een persoon in de eerste plaats wordt gedefinieerd door zijn geslacht of huidskleur. En pas in de tweede plaats door zijn individualiteit. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat de prestaties van een student minder belangrijk zijn dan de vraag of hij of zij al dan niet zwart is.

Welke gevolgen heeft dat voor het dagelijks leven?

Fukuyama: In New York City worden scholen afgeschaft die met een toelatingsexamen werken. Iets soortgelijks gebeurt in Californië, waar men het wiskundecurriculum op openbare scholen minder zwaar maakt omdat zwarte en Latijns- Amerikaanse leerlingen er moeite mee hebben. Ik denk dat dit een negatieve ontwikkeling is, en wel om twee redenen. Ten eerste ontneem je leerlingen de kans om wetenschapper of ingenieur te worden als je ze geen integraalrekening leert. Maar in de tweede plaats heeft het ook een politieke consequentie. De meesten van mijn conservatieve vrienden houden niet van Trump, maar ze hebben een nog grotere hekel aan links, omdat die mensen zich bezighouden met zulke idiote plannen als de wijziging van de leerplannen voor wiskunde. Dat soort identiteitspolitiek lokt een tegenbeweging uit.

Het oude links was geïnteresseerd in de tegenstelling tussen kapitaal en arbeid. Nu is het belangrijker of je vrouw, zwart of homoseksueel bent.

Veel linkse mensen argumenteren dat liberalisme niets heeft veranderd aan de discriminatie van minderheden. Zo kregen zwarten in de VS in 1964 met de Civil Rights Act wettelijke gelijkheid, maar zij zijn gemiddeld nog steeds veel armer dan blanken en belanden vaker in de gevangenis.

Fukuyama: Ik ken dat argument. Maar je kunt onrechtvaardigheid erkennen zonder het kind met het badwater weg te gooien. Als je politiek alleen organiseert rond de belangen van groepen, is het resultaat niet langer een liberale orde.

Maar misschien een meer rechtvaardige orde?

Fukuyama: Daar ben ik niet zo zeker van. De metamorfose van politiek links is begonnen in de jaren zestig. Het oude links was geïnteresseerd in het klassenvraagstuk, in de tegenstelling tussen kapitaal en arbeid. Vandaag is het belangrijk of je tot een etnische minderheid behoort, of je vrouw, lesbisch of homoseksueel bent. Deze verandering heeft ook te maken met het feit dat de linkse politiek, vooral in Europa, zo’n succes heeft gekend en voor de uitbreiding van de verzorgingsstaat heeft gezorgd. Dus zochten mensen naar andere vormen van onrechtvaardigheid om tegen te strijden.

Wat is daar mis mee?

Fukuyama: Mijn belangrijkste argument tegen identiteitspolitiek is dat ze afleidt van echt sociaal beleid dat het leven van mensen zou kunnen verbeteren. Als we in Amerika een universele ziektekostenverzekering zouden invoeren, zou dat de ongelijkheid verminderen. In plaats daarvan moeten de belangen van bepaalde groepen worden gediend. Dat is een grove fout.

Aan Amerikaanse universiteiten durven velen blijkbaar niet meer vrijuit te spreken vanwege de vele woke studenten. Hoe komt het eigenlijk dat we zo gevoelig geworden zijn voor fout taalgebruik?

Fukuyama: Ik denk dat de Franse filosoof Michel Foucault de kwade genius achter veel van die dingen is. Het is de kern van het postmoderne gedachtegoed dat taal een uitdrukking is van machtsstructuren. Mensen worden door taal geketend. Daar is die gevoeligheid door ontstaan. Een vriend vertelde me onlangs dat een professor zich tegenover zijn studenten verontschuldigde voor het gebruik van het woord blindsided, omdat het denigrerend zou zijn voor blinden. Dat is natuurlijk totaal belachelijk.

U klinkt nogal geïrriteerd.

Fukuyama: Het is niet de eerste keer dat zoiets gebeurt. Mijn mentor was de filosoof Allan Bloom, die in 1987 het boek The Closing of the American Mind publiceerde, dat in die tijd de grote tegenaanval op het links-liberalisme was.

Wat is het verschil met de huidige linkse tijdgeest?

Fukuyama: Toen we het in de jaren tachtig over ongelijkheid tussen verschillende etnische groepen hadden, was het mogelijk een intelligent debat over de oorzaken te voeren: zijn er structurele belemmeringen? Komt het door een gebrek aan onderwijs? Aan de kansen op een job? Dat is tegenwoordig moeilijk.

Hoezo?

Fukuyama: Begin dit jaar heb ik een cursus gegeven waarbij ik met de studenten naar concrete oplossingen zocht voor concrete politieke problemen. Ik vroeg bijvoorbeeld: ‘Als we het politiegeweld tegen Afro-Amerikanen willen verminderen, hoe kunnen we dat aanpakken? Is het alleen een probleem van Minneapolis, waar George Floyd werd vermoord? Betreft het alle Amerikaanse steden? Is er ongelijkheid in het onderwijs? Moeten we de situatie in de scholen erbij betrekken?’ Daar kwamen heel wat verbazingwekkende reacties op.

Zoals?

Fukuyama: Er waren studenten die zeiden: ‘Waarom hebt u deze kwestie aangekaart zonder ons eerst te waarschuwen? Wij kunnen dit emotioneel niet aan.’ Een andere student zei: ‘Als u armoede of gebrek aan onderwijs ter sprake brengt, dan ontstaat misschien de gedachte dat racisme niet de enige verklaring is voor de achterstand van minderheden.’ De studenten hebben dus het enorm simpele idee dat alles terug te voeren is op racisme, en dat de problemen wel zullen verdwijnen als dat racisme eenmaal verdwenen is.

In uw nieuwe boek noemt u liberalisme het antwoord op de aanval tegen de democratie, die volgens u van rechts én links komt. Maar is Trump niet het beste voorbeeld om aan te tonen hoe weerloos de liberale democratie is als zij een tegenstander heeft die zich niets aantrekt van fatsoen en alle regels aan zijn laars lapt?

Fukuyama: Ja, ik ben me bewust van dat probleem. Liberalen hebben altijd moeite gehad om hun eigen principes te verdedigen. Maar het is niet onmogelijk. Je kunt liberalisme verbinden met nationale identiteit die tot uitdrukking komt in het respecteren van de rechtsstaat, de grondwet en de democratische instellingen. Trump heeft een heel ander idee van nationale identiteit. Hij zegt het niet zo openlijk, maar hij gelooft dat blanken het fundament vormen van Amerika. Dat is een idee dat we radicaal moeten bestrijden.

Francis Fukuyama

– 1952 geboren in Chicago, VS

– 1970-1974 studeert klassieke filologie en literatuurwetenschappen aan Cornell University en Yale

– 1981 doctoreert in de politieke wetenschappen aan Harvard University

– Sinds 2010 professor internationale politiek aan Stanford University

– Auteur van The End of History and the Last Man (1992), Trust (1995), The Great Disruption (1999), After the Neocons (2006), The Origins of Political Order (2011), Identity (2018)

Partner Content