Politieke repressie neemt hand over hand toe in Venezuela

Een bloemenkrans met de naam van Fernando Albán, leider van de Venezolaanse oppositiepartij Primero Justicia, die op 8 oktober stierf in het hoofdkwartier van de politieke politie, Caracas, 15 oktober 2018 © REUTERS
Humberto Márquez Journalist IPS

De dood van een oppositieleider in de lokalen van de politie zet weer de internationale schijnwerpers op de schending van de mensenrechten in Venezuela. Steeds meer mensen belanden er om politieke redenen in de gevangenis.

Fernando Albán, gemeenteraadslid in Caracas en leider van de oppositiepartij Primero Justicia (Gerechtigheid Eerst), stierf op 8 oktober terwijl hij werd vastgehouden in het hoofdkwartier van de Bolivariaanse inlichtingendienst Sebin, de politieke politie.

Drie dagen voordien was hij gearresteerd op de luchthaven van de hoofdstad bij zijn terugkeer uit New York, waar hij het beleid van president Nicolás Maduro had aangeklaagd.

Mislukte aanslag

Albán viel van de tiende verdieping van het Sebin-hoofdkwartier. Hij ‘stierf toen hij toestemming vroeg om naar het toilet te gaan en zich daar naar beneden wierp’, meldde procureur-generaal Tarek Saab eerst.

Minister van Binnenlandse Zaken en Justitie, generaal Nestor Reverol, zei nadien dat Albán zich uit ‘een wachtkamer’ op dezelfde verdieping van het gebouw had gegooid – sindsdien de officiële versie.

Albán was gearresteerd in het onderzoek naar de mislukte aanslag met drones tegen de president op 4 augustus. Daarvoor zijn twintig mensen gearresteerd. Volgens de regering is Julio Borges het brein achter de aanslag. Borges coördineert Primero Justicia in ballingschap vanuit de Colombiaanse hoofdstad Bogotá.

Gefolterd

Woordvoerders van de oppositie verwerpen de zelfmoord-thesis. Ze zeggen dat het gemeenteraadslid werd gefolterd en dan naar beneden werd geworpen. Mensenrechtenorganisaties en de top van de Katholieke Kerk hebben een onafhankelijk internationaal onderzoek geëist.

‘In Venezuela krijgt men geen eerlijk proces, opposanten worden gevangengezet en er is grote kans op foltering en op een wrede, onmenselijke en vernederende behandeling.’

Ook de Verenigde Staten, de twaalf Amerikaanse regeringen in de Groep van Lima (onder meer Argentinië, Brazilië, Canada, Chili, Colombia en Mexico) en de Europese Unie vragen een onderzoek. Frankrijk en Spanje sommeerden de ambassadeur van Venezuela en uitten hun bezorgdheid over de dood van Albán.

In Venezuela ‘past men selectieve repressie toe, zoals in het geval van Albán. Men krijgt geen eerlijk proces, opposanten worden gevangengezet waarbij hun verblijfplaats dagenlang onbekend is, en er is grote kans op foltering en op een wrede, onmenselijke en vernederende behandeling’, zegt Rafael Uzcátegui, coördinator van de mensenrechtenorganisatie Provea.

Naasten van Fernando Alban begraven de Venezolaanse oppositiepoliticus nadat hij omkwam in politiehechtenis, Caracas, 1O oktober 2018
Naasten van Fernando Alban begraven de Venezolaanse oppositiepoliticus nadat hij omkwam in politiehechtenis, Caracas, 1O oktober 2018 © REUTERS

Naar Spanje

Vier dagen na de dood van Albán haalde de regering de jonge activist Lorent Saleh uit een Sebin-gebouw en stuurde hem snel naar Spanje. Saleh had vier jaar in de gevangenis doorgebracht, op beschuldiging van het beramen van terreuraanslagen vanuit Colombia. Tot een proces was het nooit gekomen, 53 keer werd de eerste zitting in de rechtbank uitgesteld.

‘Voor de eerste keer in vier jaar kan ik de maan en de dageraad zien’, zei Saleh bij zijn aankomst in Madrid. Volgens zijn advocaten zat hij sinds zijn arrestatie in een kelder met alleen kunstlicht.

Saleh, die in 2017 de Europese Sacharovprijs voor de vrijheid van denken kreeg, zegt dat ook hij het slachtoffer van foltering is geworden en dat dit bij hem tot zelfmoordgedachten heeft geleid.

Venezuela oefent draaideurbeleid uit: telkens als men iemand vrijlaat die om politieke redenen wordt vastgehouden, worden anderen gevangengezet.

Draaideurbeleid

De vrijlating van Saleh ‘vond waarschijnlijk plaats om er politiek voordeel uit te halen, bijvoorbeeld opdat Spanje een nieuwe dialoog zou voorstellen of zou gaan onderhandelen met de Venezolaanse regering’, zegt Alfredo Romero van Foro Penal (Strafrechtforum), een organisatie die politieke gevangenen verdedigt. ‘Het is een bekend patroon, het gaat gepaard met nieuwe arrestaties, van andere politieke tegenstanders.’

Romero zegt dat in Venezuela al jarenlang een draaideurbeleid aan de gang is: telkens als men iemand vrijlaat die om politieke redenen wordt vastgehouden, worden anderen gevangengezet.

‘Sommigen zijn vrijgelaten, maar dit jaar zijn al meer dan vijfhonderd mensen om politieke redenen gearresteerd, sinds 2014 zijn dat er 12.400.’ In 2014 en 2017 waren er gedurende verschillende maanden straatprotesten.

Venezolanen verlaten hun thuisland om toevlucht te zoeken in buurland Colombia, 25 augustus 2018
Venezolanen verlaten hun thuisland om toevlucht te zoeken in buurland Colombia, 25 augustus 2018 © REUTERS

237 politieke gevangen

Volgens Foro Penal, dat al diverse internationale prijzen kreeg, zijn er momenteel 237 politieke gevangenen in Venezuela. Sinds 2014 vonden 7343 strafzaken plaats tegen mensen om politieke redenen of redenen die daarmee verband houden.

Gerecht en politie viseren leiders als Leopoldo López, hoofd van Voluntad Popular (Volkswil), Julio Borges (voormalig parlementsvoorzitter) en Antonio Ledezma, voormalig burgemeester van Caracas, die aan zijn huisarrest ontsnapte en naar het buitenland vluchtte.

Maar ook bescheiden opposanten worden aangepakt. Bijvoorbeeld twee brandweermannen in een stadje in de Andes, die een als een grap bedoelde video hadden gemaakt waarin Maduro met een ezel werd vergeleken. Op grond van een ‘wet tegen haat’ die buiten het parlement werd goedgekeurd, kijken ze tegen een straf tot 18 jaar cel aan.

Bepaalde burgemeesters en sommige parlementsleden hebben heimelijk het land verlaten of hun toevlucht gezocht in ambassades.

Land verlaten

Daartussen heb je politieagenten die veroordeeld zijn voor gebeurtenissen naar aanleiding van de staatsgreep van 2002, plaatselijke politieke leiders, studenten en bewoners die aan de straatprotesten van 2014 en 2017 hebben deelgenomen, en militairen die beschuldigd worden van poging tot opstand of van terroristische activiteiten zoals de mislukte aanslag van augustus.

Bepaalde politieke leiders van het middenniveau, zoals burgemeesters en sommige parlementsleden, hebben heimelijk het land verlaten of hun toevlucht gezocht in ambassades.

Rechter genegeerd

In sommige gevallen had de rechter de vrijlating bevolen maar legde leger of politie die beslissing naast zich neer. Dat is onder meer het geval bij 59 Colombianen die werden gearresteerd voor hun vermeende betrokkenheid bij de opstand van 2016.

Een rechter had in 2017 hun vrijlating bevolen maar nog steeds zitten ze gevangen. Sommigen zijn ernstig ziek, zegt Ravina Shamdasani, woordvoerster van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties.

Sinds augustus zit het jonge parlementslid Juan Requesens vast, op beschuldiging van medeplichtigheid aan de dronesaanval. Bij zijn arrestatie hield men geen rekening met de immuniteit die parlementsleden volgens de grondwet hebben. Op video’s die de eerste dagen na zijn arrestatie zijn opgenomen, heeft hij een afwezige blik en draagt hij alleen ondergoed, dat met uitwerpselen bevlekt is.

De Venezolaanse president Nicolas Maduro tijdens een rally in Caracas, 20 oktober 2018
De Venezolaanse president Nicolas Maduro tijdens een rally in Caracas, 20 oktober 2018© REUTERS

Internationale commissie

De Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten bepaalde op 12 oktober dat er beschermingsmaatregelen moeten komen voor Requesens en vroeg de Venezolaanse regering opnieuw een internationale commissie toe te laten om de omstandigheden van zijn aanhouding te onderzoeken.

Het hoofdkwartier van de Sebin is ‘een centrum waar mensen die om politieke redenen van hun vrijheid zijn beroofd, worden gefolterd en onmenselijk, wreed en vernederend worden behandeld’, stelden 65 Venezolaanse sociale en humanitaire organisaties deze maand in een verklaring.

Niet alleen treden militairen vaker op bij demonstraties, er is ook een toenemende inzet van militaire rechtbanken.

Ze vragen druk uit te oefenen op de regering om het Internationale Rode Kruis de situatie van politieke gevangenen in Venezuela te laten onderzoeken. In Venezuela “zijn de voorwaarden voor een onafhankelijk onderzoek van dit soort kwesties niet vervuld, daarom eisen we internationale medewerking die tot meer transparantie kan leiden”, zegt Uzcategui, wiens humanitaire organisatie een van de oudste en meest gerespecteerde van het land is.

Militaire rechtbanken

Een ander aspect is de militarisering van het optreden tegen acties van burgers. Niet alleen treden militairen vaker op bij demonstraties, ‘er is ook een toenemende inzet van militaire rechtbanken: van begin 2017 tot oktober 2018 zijn 811 burgers voor militaire rechtbanken gebracht’, zegt Romero.’Het optreden tegen leiders en politieke activisten en zelfs tegen gewone burgers heeft de bedoeling een klimaat van intimidatie te handhaven.”

‘Men probeert mensen te ontmoedigen, want in volle economische crisis zijn er steeds minder cliëntelistische mechanismen om de steun van de bevolking voor de regering te garanderen’, voegt Uzcategui daaraantoe.

Bij afwezigheid van sterke democratische instellingen, ‘en met een president die zijn macht versterkt ziet en het leiderschap niet zal delen bij de voltooiing van zijn eerste termijn, kan men opnieuw de doctrines van nationale veiligheid en de interne vijand naar voren schuiven.’

Dat is een slecht voorteken voor wie vanuit de oppositie aan politiek wil doen. Maduro is in mei al herkozen voor een nieuwe periode van zes jaar, bij verkiezingen waaraan het grootste deel van de oppositie niet deelnam.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content