Politicoloog Joop Van Holsteyn: ‘Kiezers zijn niet gek’

© BELGAIMAGE
Jelle Dehaen
Jelle Dehaen Medewerker Knack, historicus, filosoof, auteur

We moeten kiezers krediet geven, ook zij die stemmen voor Trump of de brexit, vindt professor Joop Van Holsteyn. ‘Mensen hebben goed ontwikkelde politieke intuïties. En ze houden in hoge mate rekening met het algemene belang.’

Joop Van Holsteyn is is neerlandicus en politicoloog aan de Universiteit van Leiden en doet al jaren kiezersonderzoek. Door te peilen naar de drijfveer van kiezers bereikt Van Holsteyn opvallende conclusies die vaak de algemeen geldende waarheden tegenspreken.

In de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen waarschuwde Van Holsteyn dat de peilingen die beweerden dat Hillary Clinton zou winnen, gerelativeerd moesten worden. Meer nog, hij voorspelde dat de verkiezingen minder uitzonderlijk waren dan gedacht. Donald Trump was misschien een hoogst ongewone kandidaat, maar de meeste Republikeinen zouden sowieso voor hun partij stemmen, waardoor Trump een veel solidere basis had dan analisten dachten.

Veel commentatoren zagen in de verkiezingsoverwinningen van Trump en het brexitkamp het bewijs dat de kiezer op drift is. Dat hij onwetend is of dat het egoïsme zegeviert. Uw onderzoek lijkt dat tegen te spreken.

JOOP VAN HOLSTEYN: Mensen hechten veel waarde aan het algemene belang en hun omgeving. Als er in de politiek gekke dingen gebeuren, krijgt de kiezer daar wel eens de schuld van, alsof hij zich vreemd gedraagt. Maar dat klopt niet, kiezers zijn niet gek.

Hoe bedoelt u?

VAN HOLSTEYN: Mensen hebben misschien geen gedetailleerde kennis van partijprogramma’s, maar ze hebben vrij goed ontwikkelde politieke intuïties die ergens op gebaseerd zijn. We moeten de kiezer veel ernstiger nemen dan vaak gebeurt. Dat is niet gewoon een normatieve uitspraak, kiezersonderzoek bevestigt dat.

Zo kijken kiezers, als ze beslissen op wie ze zullen stemmen, vooral naar het verleden. Natuurlijk spelen beloftes een rol, maar mensen rekenen in de eerste plaats regeringen af op hun beleid. Als de kiezers raar stemmen, is dat vaak een reactie op wat er in de politiek gebeurt.

Wat doen politici verkeerd?

VAN HOLSTEYN:In de huidige verkiezingscampagne in Nederland (Nederland houdt op 15 maart parlementsverkiezingen, nvdr.) doen veel politici erg verregaande beloften, ook al beseffen ze dat ze die niet waar kunnen maken. Vervolgens zijn politici verwonderd dat de kiezers hen niet ernstig nemen, maar dat is begrijpelijk.

Als ze beslissen op wie ze zullen stemmen, kijken kiezers vooral naar het verleden.

In de aanloop naar de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten schreef u dat het Amerikaanse electoraat behoorlijk voorspelbaar was. Republikeinen en Democraten stemmen doorgaans voor de kandidaat van hun partij, wie dat ook is. Tegelijkertijd lijken verkiezingen, ook bij ons, onvoorspelbaarder dan ooit.

VAN HOLSTEYN: Het klopt dat verkiezingen volatieler zijn geworden. Vroeger kozen mensen vaak hun hele leven voor dezelfde partij, maar zeker jongeren doen dat niet meer. Toch kunnen stabiliteit en volatiliteit perfect samengaan. De onderliggende opvattingen en houdingen van mensen, de manier waarop ze naar partijen en verkiezingen kijken, blijven doorgaans stabiel. Maar op die stabiele basis kunnen ze heel andere keuzes maken. Ze denken immers na over hoe partijen het gedaan hebben en rekenen hen daarop af.

In opiniestukken benadrukt u regelmatig dat mensen in functie van het algemene belang stemmen.

VAN HOLSTEYN: Dat klopt. Kiezersonderzoek toont aan dat het algemene belang zwaarder doorweegt dan het eigenbelang en dat is vandaag niet anders dan vroeger. Politici zouden daar rekening mee moeten houden. Nu zeggen ze vaak alleen maar hoe mensen zouden profiteren van hun voorstellen. Partijen zouden echter beter uitleggen wat hun plannen voor Nederland of België in het algemeen zijn. Dat spreekt kiezers meer aan.

Pikken politici en de media de conclusies van uw onderzoek goed op? Begrijpen zij dat de kiezer best goed geïnformeerd is, dat hij veel waarde hecht aan het algemene belang en dat zijn diepste overtuigingen redelijk stabiel zijn?

VAN HOLSTEYN: Ik weet niet hoeveel expertise er in campagneteams aanwezig is, maar soms heb ik de indruk dat dat tegenvalt. Campagneteams in België en Nederland zijn nogal amateuristisch. Ze teren vaak op vrijwilligers en hebben niet, zoals in Amerika, professionals in dienst die weten waar ze op moeten letten. Het gebeurt geregeld dat politici dingen doen die in tegenspraak zijn met mijn onderzoek. Zo blijven ze kiezers erg concrete beloftes doen als ‘mijn plan zal je vijftig of honderd euro opleveren’, maar dat spreekt mensen te weinig aan.

Na Trump en de brexit hebben de media een grote mea culpa geslagen. Ze zouden voortaan veel zorgvuldiger omspringen met peilingen. Gebeurt dat ook?

VAN HOLSTEYN:Het is een moderne mythe dat de peilingen er zo ver naast zaten, want dat klopt niet. Ook de berichtgeving in kranten en tijdschriften was vooraf veel voorzichtiger dan we denken.

Toch is er iets veranderd. Zeker de kwaliteitsmedia springen zorgvuldiger om met peilingen, al blijft de bekoring om er onzorgvuldig over te berichten groot. Zeker als andere media een peiling wel brengen, kan jij dat als journalist moeilijk niet doen. Daar spelen allerlei mediadynamieken waar journalisten zich moeilijk aan kunnen onttrekken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content