Polarisering in Amerika: ‘Er is een soort nieuwe rassenscheiding ontstaan’

© iStock
Jeroen Kraan
Jeroen Kraan Correspondent in de Verenigde Staten

De kloof tussen Democraten en Republikeinen is groter dan ooit, terwijl de partijen zelf homogener zijn dan ooit. Volgens politicologe Lilliana Mason zien Amerikanen hun politieke gezindheid als een steeds belangrijker deel van hun zelfbeeld. ‘Deze strijd draait om de diepgewortelde identiteit van mensen.’

Sinds de verkiezing van Donald Trump tot president is het duidelijker dan ooit dat de Verenigde Staten (VS) tot op het bot verdeeld zijn. Republikeinen en Democraten zijn het niet alleen met elkaar oneens, maar leven haast in aparte werelden. Ze hebben hun eigen bubbels op sociale media, hun eigen nieuwszenders, min of meer hun eigen versie van de werkelijkheid.

In haar boek Uncivil Agreement: How Politics Became Our Identity laat politicologe Lilliana Mason (University of Maryland) zien dat de polarisering van de VS niet is begonnen met Trump. Democraten en Republikeinen wijken als bevolkingsgroepen steeds verder van elkaar af: Republikeinen zijn gemiddeld genomen wit, christelijk en wonen op het platteland. De Democraten worden juist gesteund door etnische minderheden, niet-christenen en stedelingen.

Dat patroon is in de afgelopen vijftig jaar steeds sterker geworden. Het zorgt ervoor dat Democraten en Republikeinen elkaar steeds minder vaak tegenkomen. Waar een kerk of kroeg eerder vol kon zitten met aanhangers van beide partijen, is dat nu steeds minder het geval. Daardoor identificeren Amerikanen zich steeds sterker met hun partij, ook al zijn hun politieke standpunten inhoudelijk niet extremer geworden.

Volgens Mason begon dit proces in de jaren zestig, toen de Democratische president Lyndon Johnson de Civil Rights Act door het Congres loodste. Die wet was het begin van het einde van institutioneel racisme in het zuiden van de VS, maar de zuidelijke partijgenoten van Johnson wilden de racistische ‘Jim Crow’-wetten net in stand houden. In de decennia na de Civil Rights Act verdween deze factie bijgevolg uit de Democratische Partij, en sloten de conservatieve christenen zich aan bij de Republikeinen: nota bene de partij van Abraham Lincoln, de man die het zuiden juist tegen zich in het harnas had gejaagd tijdens de burgeroorlog.

‘Er is nu in feite een soort nieuwe rassenscheiding tussen de partijen ontstaan’, zegt Mason. ‘We verbinden al lang bestaande sociale kloven aan onze verkiezingen. Dat is schadelijk en gevaarlijk.’

U schrijft dat de overlap tussen politieke partij enerzijds en raciale en religieuze identiteit anderzijds ervoor zorgt dat het land zo verdeeld is in twee kampen. Hoe zit dat?

LILLIANA MASON: Partij, ras en religie zijn extreem sterke identiteiten, misschien wel de sterkste die we hebben. Als tijdens een verkiezing alleen de politieke identiteit op het spel staat, heb je bij een verlies altijd nog je raciale en religieuze identiteit om je aan vast te klampen. Maar als je raciale en religieuze identiteit verbonden zijn aan je politieke identiteit, en jouw partij verliest een verkiezing, dan is een enorm deel van je zelfbeeld betrokken bij dat verlies. De gevolgen zijn dan veel groter, het voelt slechter, en mensen reageren veel emotioneler op een strijd waarin zo’n groot deel van hun identiteit op het spel staat.

We verbinden al lang bestaande sociale kloven aan onze verkiezingen. Dat is schadelijk en gevaarlijk.

Wat voor effect kan die verbinding tussen politieke en raciale identiteit hebben op de toekomst van rassenrelaties in de VS?

MASON: We bevinden ons in feite op onontgonnen terrein. De vorige keer dat de partijen op basis van ras gescheiden waren, was tijdens de burgeroorlog. Bij de totstandkoming van de Civil Rights Act waren de meningen nog verdeeld binnen de partijen. Mensen aan verschillende kanten van het debat zaten in beide partijen.

Het feit dat we een tweepartijensysteem hebben, zorgt ervoor dat er altijd een kloof bestaat tussen de partijen. En als de belangrijkste maatschappelijke problemen verschuiven, dan nemen de partijen tegenovergestelde posities in over elke kwestie.

Wat de partijen vandaag verdeelt zijn kwesties van sociale gerechtigheid. Voor het eerst hebben we een politieke kloof die draait om de vraag of onze maatschappij alle burgers gelijk moet behandelen. De laatste keer dat dat gebeurde, ging het over slavernij. Ik zeg niet dat dit een oorlog zal veroorzaken, maar het zorgt er wel voor dat we voor het eerst in lange tijd expliciet over burgerrechten en raciale gerechtigheid spreken. Mogelijk met positieve gevolgen, afhankelijk van de uitkomst. De vraag is: hoe kunnen we dit debat voeren en kunnen we dat op een beschaafde manier doen? Het antwoord daarop is momenteel ‘nee’.

Beschaafdheid lijkt in Washington niet erg hoog op de agenda te staan.

MASON: Nee, inderdaad. Deels ook omdat het extreem persoonlijk is, ? Deze strijd draait om de diepgewortelde identiteit van mensen.

De vorige keer dat de partijen op basis van ras gescheiden waren, was tijdens de burgeroorlog.

U wijst erop dat de twee partijen in Amerika altijd tegenovergestelde standpunten innemen. Maakt het tweepartijensysteem de verdeeldheid erger?

MASON: Het meerderheidsstelsel (waarbij de partij met de meeste stemmen de zetel in een bepaald district verovert, nvdr.) maakt het absoluut erger. De psychologische manier om naar een meerpartijenstelsel te kijken is dat je niet altijd dezelfde tegenstander hebt. Soms worden de mensen waar je tegen strijdt je bondgenoten in een coalitie. Dat vermindert conflicten. Als je niet constant zeker bent van wie je vijand is, dan zal je niet zo boos worden op je huidige tegenstander. In de VS zitten we vast aan dit tweepartijensysteem, waardoor we altijd weten wie de vijand is. Dat verandert nooit.

Een verrassend aspect van uw boek is dat u vaststelt dat mensen zich weliswaar steeds sterker identificeren met hun partij, maar dat ze het nog altijd vaak oneens zijn met hun eigen partij. Hoe verklaart u dat?

MASON: Dat komt vooral voor onder conservatieven. Eerder onderzoek wijst uit dat Amerikanen gemiddeld gezien liberale meningen hebben, maar zichzelf identificeren als conservatief. Uiteindelijk willen de meeste mensen assistentie van de overheid. Maar ‘liberal’ is een paar decennia geleden een scheldwoord geworden.

Toch is de Republikeinse Partij in het afgelopen decennium, sinds de opkomst van de ‘Tea Party’ in 2010, een stuk rechtser geworden. Hoe kunnen ze met zo’n programma stemmen blijven winnen als mensen eigenlijk relatief links zijn?

MASON: Dat is de kracht van deze nieuwe politieke identiteit. In het laboratorium zijn experimenten gedaan waarin mensen te horen krijgen dat de positie van hun partij het tegenovergestelde is van de werkelijke positie. Dat accepteren ze volledig. Mensen schrijven zelfs redenen op waarom ze die mening steunen, en zeggen dat het standpunt van hun partij geen invloed had op hun eigen mening.

Een perfect voorbeeld hiervan is de huidige crisis aan de grens. Ik kan geen enkele persoon bedenken die het acceptabel zou vinden dat kinderen worden gescheiden van hun moeders. Maar als dat de positie van de partij is, dat families uit elkaar moeten worden gescheurd, dan zeggen ze dat dat gedaan moet worden.

Verklaart dat ook waarom Trump kon winnen als Republikein, terwijl hij bijvoorbeeld over vrijhandel heel anders denkt dan traditionele Republikeinen?

MASON: Ja, in feite wel. Hij beloofde ook universele gezondheidszorg tijdens de campagne. De discrepantie tussen het politieke standpunt en de identiteit maakte niet echt uit, want de meeste mensen hebben diezelfde discrepantie. De opiniepeiler van Trump zei dat hij een ‘post-ideologische kandidatuur’ achter de rug had. Eerst zegt hij dat Mexico voor de grensmuur gaat betalen, maar als hij eenmaal president is betaalt Mexico er niet meer voor. Maar wat maakt het uit, we moeten toch gewoon een muur bouwen? Zo lang hij wint, zo lang hij zegt dat hij wint, dan gaan de mensen die belang hebben bij het succes van de partij daarin mee.

In een opiniestuk voor de New York Times schreef u dat die belofte van Trump om te winnen – ‘jullie zullen moe worden van al het winnen’ – essentieel was voor zijn succes. Kunt u dat uitleggen?

MASON: Een van de redenen dat zijn campagne zo effectief was, is dat hij niet alleen beloofde dat hij zo vaak zou winnen, maar ook dat wij losers zijn. Hij sprak het deel van het electoraat aan dat zichzelf zag als verliezers, dat geloofde dat er dingen van ze werden afgenomen, dat ze werden uitgelachen, werden vernederd door de stedelijke elite en Hollywood. Hij zei vrijuit: wij zijn momenteel losers. Geen enkele politicus spreekt dat ooit uit, maar het sloeg echt aan bij zijn aanhangers, want hij beloofde vervolgens dat ze weer zouden winnen. Hij speelde in op een diepe onzekerheid en zei: jij kunt weer een winnaar worden door je bij mij aan te sluiten. Dat was een extreem krachtige boodschap.

Lilliana Mason, Uncivil Agreement, uitg. University of Chicago Press, 192 blz., 20 dollar
Lilliana Mason, Uncivil Agreement, uitg. University of Chicago Press, 192 blz., 20 dollar

De verdeeldheid in de Verenigde Staten groeit, maar de politieke meningen van kiezers worden niet merkbaar extremer. Geeft dat hoop voor de toekomst? Betekent het dat er toch nog compromissen kunnen worden gesloten?

MASON: Ik koester momenteel geen optimisme. Het probleem is dat het duidelijk niet gaat om de inhoud. We zijn bereid om veel op te offeren om een gevoel van overwinning te behalen. Hoe belangrijker de winst is voor ons identiteitsgevoel, hoe meer we opofferen. Amerikanen zijn het al decennialang eens over allerlei beleid. We zijn het eens over het belang van achtergrondcontroles (bij de aankoop van vuurwapens, nvdr.), maar daar maakt niemand wetgeving voor. Want als dat gebeurt, wordt het afgeschilderd als een overwinning voor de Democraten of Republikeinen. Bij alle wetgeving die tot stand komt heeft iemand gewonnen en iemand verloren.

Dat levert een interessante vraag op: wie wint de democratie? Het hele land zou moeten winnen, niet één partij. Maar zoals onze overheid nu in elkaar zit, is wetgeving ongewenst. Want elk wetsvoorstel betekent verlies voor één partij.

We zijn bereid om veel op te offeren om een gevoel van overwinning te behalen.

Speelt het feit dat de media doorgaans berichten over politiek als een spel met winnaars en verliezers daarbij ook een rol?

MASON: De media spelen zeker een rol in het geheel. In zekere zin is het een kip-en-eiprobleem. Een reden dat de media op deze manier berichten is dat je meer kijkers krijgt als je zegt dat Democraten een slag hebben verloren in het Congres. In plaats van: de overheid heeft een verstandige wapenwet aangenomen, die positief is voor kinderen en Amerikanen. Het neutraal omschrijven van een wetsvoorstel zal minder views opleveren dan schrijven dat Democraten hebben gewonnen of verloren. Dus media zijn zowel oorzaak als gevolg van deze polarisering.

U bent niet optimistisch, maar toch moet de hamvraag worden gesteld: is er een oplossing voor deze verdeeldheid?

MASON: Ik weet niet hoe waarschijnlijk het is, maar er zouden een aantal dingen kunnen gebeuren. Dit begon allemaal met een breuk in de Democratische Partij, in 1964. Eén van de partijen zou opnieuw kunnen breken. Er zouden bijvoorbeeld Trump-Republikeinen en anti-Trump-Republikeinen kunnen komen, al zien we daar vandaag nog niet veel van. Maar binnen de Republikeinse Partij zouden de populisten kunnen worden gescheiden van het establishment. Dat zou nieuwe identiteitscombinaties creëren, nieuwe mogelijkheden voor mensen om op een andere partij te stemmen, wat de polarisering zou verminderen. Dat zou het minder duidelijk maken op welke partij mensen moeten stemmen en zorgen voor minder intense partijdigheid.

In de komende twintig tot dertig jaar kunnen demografische veranderingen ook een rol spelen. De Republikeinse coalitie is wit en evangelisch. In de komende twintig tot dertig jaar zal dat een steeds kleiner deel van het electoraat worden. Als de achterban van de partij gelijk blijft, is hij niet meer levensvatbaar. Dus de Republikeinse Partij moet diverser worden, wat opnieuw nieuwe identiteitscombinaties zou creëren, of ze worden zo zwak dat ze geen verkiezingen meer winnen en ze wel iets móeten veranderen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content