De Russische veiligheidsdiensten hebben volgens president Vladimir Poetin met de hulp van de VS vermoedelijke terroristen kunnen oppakken.
Vladimir Poetin bedankte zijn Amerikaanse collega Donald Trump in een telefoongesprek voor de steun van de CIA, zo maakte het Kremlin bekend. Met de informatie van de CIA konden de verdachten opgespoord en gearresteerd worden, zei Poetin.
Eerder had de Russische binnenlandse veiligheidsdienst FSB bekendgemaakt dat een groep van zeven mannen werd opgepakt, die aanslagen in de grootstad Sint-Petersburg hadden gepland en mogelijk banden onderhielden met de terreurorganisatie Islamitische Staat (IS). Er werden ook explosieven en wapens gevonden, naast propogandamateriaal.
Volgens Poetin had de groep onder andere een aanslag op de Kazankathedraal in het drukke stadscentrum voorbereid. Vijf verdachten werden onder voorlopige hechtenis geplaatst. Ze zouden deels afkomstig zijn uit de overwegend islamitische Noordelijke Kaukasus, deels uit Centraal-Azië.
Boodschappen
Volgens Amerikaanse persberichten zou de leider van de geplande aanslag vanuit het buitenland de zaak hebben gecoördineerd en werden diens gecodeerde boodschappen door de CIA onderschept.
Bij een bomaanslag in de metro van Sint-Petersburg werden op 3 april 15 mensen gedood en rond de 50 anderen verwond. De speurders gaan ervan uit dat een 22-jarige Kirgiziër de dader was. De verdachte werd bij de explosie zelf gedood. Rusland schat dat duizenden mensen uit de vroegere Sovjetrepublieken in Centraal-Azië zich bij de IS hebben aangesloten.
