Frankrijk en Groot-Brittannië willen wapens leveren aan de rebellen in Syrië. Ook al krijgen ze daarvoor geen toestemming van de Europese Unie.
Enkele weken geleden slaagde Groot-Brittannië er na veel moeite in de Europese Unie te overhalen om het wapenembargo tegen Syrië te versoepelen. Niet-dodelijke maar quasi-militaire hulp, zoals kogelvrije vesten en gepantserde wagens, voorzien aan de Syrische oppositie is nu toegestaan. Maar dat volstaat niet voor Frankrijk en Groot-Brittannië.
Zij vragen dat de EU opnieuw samen komt om het opheffen van het embargo te bespreken. Deze vergadering staat normaal gezien gepland voor eind mei, maar beide landen willen dat de bijeenkomst er reeds voor eind maart komt. “We moeten onze Europese partners overtuigen dat we niet langer een andere keuze hebben dan het wapenembargo op te heffen”, zegt de Franse minister van Buitenlandse Zaken Laurent Fabius.
“We kunnen niet aanvaarden dat er momenteel een onevenwicht is met aan de ene kant Iran en Rusland die wapens leveren aan regime van Bashar al-Assad, en aan de andere kant de rebellen die zich niet kunnen verdedigen”, aldus Fabius.
De enige manier om een einde te maken aan de twee jaar durende crisis is volgens de Franse minister het bewapenen van de rebellen en op die manier de oppositie te helpen. “We moeten Syriërs de kans geven zichzelf te verdedigen tegen het bloedige regime van Bashar al-Assad”, schreef Fabius in de krant Libération. “Het is onze taak om de coalitie, zijn leiders en het Free Syrian army op alle mogelijke manier te helpen.”
Indien er op Europees niveau geen unanimiteit bereikt wordt, zullen Parijs en Londen op eigen houtje beslissen om wapens te leveren aan de rebellen in Syrië. Ook al komt de toestemming van de EU er niet. (LS)
