Pakistanen kiezen massaal voor democratie, tegen terrorisme

Een aanhanger van Imran Khan viert feest een dag na de verkiezingen in Pakistan, Karachi, 26 juli 2018. © Reuters
Ashfaq Yusufzai Journalist IPS

Bij de Pakistaanse verkiezingen afgelopen week delfden politieke partijen met een extremistische reputatie en kandidaten gelinkt aan verboden terroristische groepen het onderspit. Liberale krachten wisten de meeste steun te verwerven.

Zaterdag 28 juli werd bekend dat de PTI-partij van de Pakistaanse cricketster Imran Khan 115 van de 272 zetels had gewonnen. De regeringspartij Pakistaanse Moslimliga (Nawaz) won 64 zetels en de Pakistaanse Volkspartij 43. De rest van de zetels ging naar kleinere partijen en onafhankelijken. De militante partijen verloren daarbij flink.

Druppel in de oceaan

‘Geen van de partijen die gelinkt worden aan terrorisme heeft een van de 272 zetels gewonnen’, zegt analist Muhammad Junaid. ‘Mensen willen niet dat ze invloed krijgen’.

De militaire en politieke leiding zitten op één lijn en zijn vastbesloten door te gaan met de oorlog tegen terreur tot die ophoudt.

Militaire woordvoerder majoor-generaal Asif Ghafoor

Junaid, die politicologie doceert aan de Universiteit van Peshawar, zegt dat Pakistan zwaar te lijden heeft gehad onder terrorisme en dat de bevolking in de verkiezingen duidelijk heeft laten blijken groepen af te wijzen die daarmee geassocieerd worden.

De partij Allah-o-Akbar Tehreek steunde extremistische kandidaten die gelinkt worden aan Hafiz Muhammad Saeed, het brein achter de aanslag in Mumbai waarbij 108 mensen omkwamen in 2008. Saeed is het hoofd van Jamaat-ud-Dawa (JuD), een van de grootste terroristische organisaties in Zuid-Azië. De partij slaagde er niet in een zetel te halen.

Saeeds zoon, Talha Saeed, deed mee aan de verkiezingen in de provincie Punjab, maar verloor daar ook en Saeeds schoonzoon Khalid Waleed overkwam hetzelfde. De kiescommissie van Pakistan (ECP) meldde dat de kandidaten van deze partijen slechts 171.441 stemmen hadden gekregen, een druppel in de oceaan in verhouding tot de meer dan 49 miljoen stemmen die werden uitgebracht.

Jihadisten

Tehreek-i-Labaik Pakistan (TLP), een andere partij met een duidelijk sektarische inslag, had meer dan honderdvijftig kandidaten voor het nationale parlement en honderden voor de provinciale verkiezingen op de lijsten staan. De partij kreeg iets meer dan 2 miljoen stemmen en slechts 2 kandidaten werden verkozen, in de provincie Sindh.

Kandidaten van Jamiat Ulemai Islam, een partij gelieerd aan de terroristische groep Tehreek Taliban Pakistan (TTP), wisten geen enkele zetel te bemachtigen. De partijleider, Maulana Samiul Haq, is bekend als de vader van de taliban en zijn seminarie Darul Uloom Haqqania wordt de ‘Universiteit van de Jihadisten’ genoemd.

Aanslagen

Pakistan kreeg veel kritiek te verduren in de internationale en nationale media van mensenrechtengroepen en politici omdat het honderden kandidaten met duidelijke connecties met extremistische groepen openlijk campagne liet voeren.

In juni zette de waakhond Financial Action Task Force Pakistan op de lijst met financiers van terrorisme. Dat gebeurde met name op verzoek van de Verenigde Staten, dat druk uitoefende om de financiering van terroristische groepen zoveel mogelijk tegen te gaan.

Eerder beschuldigde de VS Pakistan er al van een veilige haven voor terroristen te zijn. Het land bleek zelf echter ook niet immuun voor terroristische aanslagen, ook niet in aanloop naar deze verkiezingen.

Op 10 juli werd Haroon Bilour, een kandidaat van de Nationale Awami Partij, samen met dertig anderen vermoord in Peshawar. De terroristische groep TTP zei verantwoordelijk te zijn. Twee dagen later werd een kandidaat van PTI vermoord.

Op 13 juli werd een andere kandidaat, Siraj Raisani, samen met 130 anderen vermoord bij een zelfmoordaanslag in Balochistan, een van de vier Pakistaanse provincies. Op de verkiezingsdag volgde er in die provincie nog een aanslag. Daarbij vielen dertig doden.

Buitenlandse waarnemers noemden de verkiezingen vrij, eerlijk en transparant.

Hoogste opkomst

De dodelijke aanslagen weerhielden mensen er echter niet van hun stem uit te brengen. Er stonden lange rijen bij de stembureaus. Ongeveer 55 procent van de geregistreerde 100 miljoen kiezers ging stemmen – de hoogste opkomst in de geschiedenis van Pakistan.

Khan veroordeelde in zijn overwinningsspeech terrorisme en beloofde vrede te brengen in de regio. ‘We willen een betere relatie met onze buurlanden India, Iran en Afghanistan, en ook met China en de Verenigde Staten, en vrede in de regio’, zei hij.

Transparant

Het Pakistaanse leger zette 350.000 militairen in om stembureaus te bewaken tijdens de verkiezingen en sprak openlijk de steun uit voor democratie. ‘Militanten willen anarchie creëren in ons land, maar ons land is verenigd tegen de militanten. De militaire en politieke leiding zitten op één lijn en zijn vastbesloten door te gaan met de oorlog tegen terreur tot die ophoudt’, zei de militaire woordvoerder majoor-generaal Asif Ghafoor.

Analist Khadim Hussain zegt dat het tekenend is dat mensen zich inzetten voor een ‘luidruchtige campagne’ tegen terrorisme. ‘Bij de stembureaus stonden lange rijen’, zegt hij. ‘Mensen bleven gemotiveerd, een signaal dat ze een democratie willen en terrorisme in al zijn vormen verwerpen’.

Ondanks de aanslagen was de stemming in de dorpen positief en waren overal verkiezingsvlaggen en spandoeken te zien, zegt hij. Buitenlandse waarnemers noemden de verkiezingen vrij, eerlijk en transparant.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content